Hoe de pest ook gezonde varkens doodt

© belga

De Belgische varkenssector lijdt onder de varkenspest. Hoewel hier nog geen besmettingen bij varkens of biggen zijn vastgesteld, werden vrijdag toch 400 gezonde biggen afgemaakt.

Steffie Geysens

Zo’n 13 landen, waaronder China, Zuid-Korea en de Filipijnen, schorten gedeeltelijk de invoer van Belgisch varkensvlees op. Ze doen dat omdat op 13 september Afrikaanse varkenspest is vastgesteld bij twee wilde everzwijnen in Etalle (provincie Luxemburg). Intussen ligt het aantal dood teruggevonden everzwijnen met de ziekte op negen. Biggen of varkens blijven voorlopig gevrijwaard, maar toch komt de hele varkensketen nu onder druk.

75 procent van het Belgische varkensvlees is bestemd voor export. Daarvan gaat 80 procent naar landen binnen Europa, en 20 procent naar zogenaamde ‘derde landen’, zoals China, Japan of Zuid-Korea. Iets meer dan de helft van die derde landen vraagt de absolute garantie dat er geen vlees afkomstig is uit besmet gebied.

‘Maar behalve de officiële restricties, zijn ook er ook afnemers die “officieus” aan hun leveranciers laten weten dat ze ons vlees niet meer willen’, zegt Mark Wulfrancke, beleidsmedewerker bij het Algemeen Boerensyndicaat (ABS). ‘Daarom moeten we blijven communiceren dat de markten zich geen zorgen moeten maken.’

Die communicatie verloopt minutieus en gericht. Alle ambassades en Vlaamse diensten ontvingen de geruststellende boodschap dat met het Vlaamse varkensvlees niks mis is. Onderhandelaars trekken met die boodschap naar de exportlanden, in de hoop dat sommige restricties diplomatiek kunnen worden afgezwakt.

Want die landen zijn essentieel om een varkenskarkas zo veel mogelijk te te gelde te maken. ‘In derde landen consumeert men andere delen van het varken, zoals pootjes, staarten of varkenskoppen. Als die vraag in het gedrang komt, is de balans zoek. Zo ontstaan er overschotten op de markt’, zegt Michaël Gore, gedelegeerd bestuurder van de beroepsvereniging van slachthuizen Febev.

De economische gevolgen op de markt zijn nu al voelbaar. Dat kwam vrijdag pijnlijk tot uiting bij een varkensfokker uit het afgebakende gebied in de provincie Luxemburg. Daar werden zo’n 400 kerngezonde biggen afgeslacht. De vetmesterij trok zich terug, geen enkel slachthuis had interesse in de biggen. De volgende biggencyclus kwam eraan en de fokker had onvoldoende plaats voor alle dieren.

In Vlaanderen zijn nog geen biggen afgeslacht, maar toch laten de gevolgen zich al voelen. ‘We komen in een situatie waar onze varkens nog zeer moeilijk naar het slachthuis raken op dit moment’, zei varkensboer Bart Vergote op Radio 2. ‘Bovendien gaan de prijzen naar beneden, zowel van de biggen als van de vleesvarkens. Wij vragen heel dringend drastische maatregelen.’

‘Menselijke activiteit’

Jan Pauwels, woordvoerder van Vlaams minister van Landbouw Joke Schauvliege (CD&V), laat weten de kwestie maandag op de Europese landbouwraad te bespreken. ‘We gaan de lidstaten actief informeren over de veiligheid van ons varkensvlees. Op onze vraag zijn ook eventuele economische steunmaatregelen een punt op de agenda.’ Op Vlaamse financiële steun moeten de boeren voorlopig niet rekenen.

Hoe het virus in ons land terechtkwam, is nog niet volledig duidelijk. Het Federaal Voedselagentschap onderzoekt volop de precieze toedracht, maar spreekt van een ‘menselijke activiteit’. Waals minister van landbouw René Collin (CDH) liet eerder al verstaan dat een besmet broodje op een snelwegparking, dat een everzwijn heeft opgegeten, aan de basis kan liggen van de uitbraak. Het varkenspestvirus is ongevaarlijk voor de mens. Voor varkens en everzwijnen is het zeer besmettelijk en veroorzaakt het sterfte. Bij de uitbraak in 1985 werden zo’n 30.000 varkens afgemaakt.