Judith Sargentini, luis in de pels van Orbán: "Ik kan maar beter een tijdje niet naar Hongarije gaan"
Haar rapport over de bedreigde rechtsstaat in Hongarije leidde tot een lawine aan haatmail en bedreigingen. Nederlands Europarlementariër Judith Sargentini (44) over het politieke gevecht van haar leven. "Dit is een aantasting van het Europees Parlement."
Judith Sargentini komt ons tegemoet in de lobby van het Europees Parlement in Straatsburg. We gaan zitten in een futuristische zetel. Ze ziet er toch wel meer ontspannen uit dan drie weken geleden. Toen voerde zij in ditzelfde gebouw het politieke gevecht van haar leven. Als hoofdauteur van een kritisch rapport over de rechtsstaat in Hongarije moest ze een tweederdemeerderheid rond zich verzamelen om het roemruchte artikel 7 van het EU-verdrag in werking te stellen; een procedure waarbij de Hongaarse regering op het matje wordt geroepen en die op het einde van een lange, bochtige weg tot sancties kan leiden.
Tot veler verbazing kon Sargentini twee derde van de Europarlementariërs overtuigen. De toch wel historische stemming was een blamage voor de Hongaarse premier Viktor Orbán en het hoeft niet te verbazen dat diens toorn hevig zou zijn. Maar dat Orbán zo persoonlijk zou uithalen, verbijstert velen. “Kijk maar naar wat hij gisteren weer gedaan heeft.” Sargentini grijpt naar haar iPad en toont een paginagrote advertentie waarop zij samen met Guy Verhofstadt en de Amerikaanse miljonair-weldoener George Soros staat. “Deze werd gepubliceerd in verschillende landelijke dagbladen. De Hongaarse tekst gaat ongeveer als volgt: ‘Deze mensen willen ons grenshek neerhalen en onze grenswachters ontslaan. Bescherm Hongarije!’ De advertentie verscheen ook al onmiddellijk na de stemming over mijn rapport, maar de hetze blijft maar gaan.”
Hoe voelt u zich daarbij?
Judith Sargentini: “Ik vind het reuze-onprettig. Dit is niet leuk om mee te maken. De aanval is heel persoonlijk gericht tegen Guy en mij. Ik denk dat ik een tijdje niet naar Hongarije ga. Het gebeurt natuurlijk wel vaker dat ik in de Hongaarse media kritiek krijg, maar dit is toch van een heel andere orde: dit is gewoon een regeringsadvertentie en dat vind ik ook institutioneel erg problematisch. Hier heb je dus een regeringspartij van een Europese lidstaat die het Europees Parlement en twee van zijn parlementariërs aanvalt. Dat komt neer op een aantasting van het Europees Parlement.
“Het is ook pure intimidatie: want welke Europarlementariër zal nog zo gek zijn om een kritisch rapport over een lidstaat te schrijven? Wat het allemaal nog erger maakt, is dat (Europees Parlementsvoorzitter) Antonio Tajani ons onvoldoende in bescherming neemt.”
Tajani zei begin deze week toch dat de aanvallen tegen u moeten stoppen?
“Tajani veroordeelt voorlopig enkel de rotzooi die tegen mij op sociale media verschijnt. En hij had het ook over het Italiaanse parlementslid Eleonora Forenza die onlangs tijdens een demonstratie fysiek is aangevallen door extreemrechtse militanten. Afschuwelijk. Maar op deze manier maakt Tajani er wel een allegaartje van: aangevallen worden door extreemrechts is niet hetzelfde als een regeringspartij die het Europees Parlement intimideert.
“De slotsom is dat Tajani niet luidop kritiek wil geven op Orbán en de Hongaarse regering. Een aantal politieke partijen, waaronder mijn eigen partij GroenLinks, heeft er bij hem op aangedrongen om de Hongaarse EU-ambassadeur op het matje te roepen. Dat zou een begin zijn. Maar goed, we zijn ondertussen al drie weken verder. Het gaat allemaal heel traag.”
Wat met de Nederlandse regering? Neemt premier Rutte u in bescherming?
“Dat wel en daarmee ben ik erg blij. Op de recente top in Salzburg heeft premier Rutte over deze kwestie een gesprek gehad met Orbán. Het antwoord van de Hongaarse premier mocht er zijn: ‘Wie mij aanvalt, kan een tegenactie verwachten’.
“Orbán blijft zich als een zonnekoning gedragen. L’état, c’est moi. Hij haalt alles door elkaar en ziet het verschil niet meer tussen zichzelf, zijn land en zijn bevolking. En hij wil ook niet begrijpen wat er in het Europees Parlement is gebeurd: dat was geen aanval van Judith Sargentini tegen Hongarije, maar een tweederdemeerderheid van de parlementsleden die vindt dat de Hongaarse rechtsstaat van de neergang gered moet worden.”
Toch valt te betwijfelen dat uw rapport Orbán tot beschaafder gedrag zal aanzetten. Meer nog, hij framet uw actie en de stemming in het Europees Parlement als een aanval op Hongarije en hoopt daarmee nog populairder te worden.
“Ik heb nooit de illusie gehad dat dit rapport tot directe veranderingen in Hongarije zou leiden. We zijn nog lang niet klaar met Orbán, die zich duidelijk aan het klaarmaken is voor de Europese verkiezingen van mei volgend jaar. Hij is al met de Italiaanse Lega Nord-leider Salvini gaan praten om een politiek front te vormen en ook die posters tegen Guy Verhofstadt en mij passen in een electorale strategie.”
Om Orbán met sancties tot de orde te roepen moeten alle lidstaten daarmee akkoord gaan. Maar de kans op unanimiteit is zo goed als nihil.
“Tja, daarnet nog sprak de Roemeense premier Viorica Dăncilă het Europees Parlement toe en daaruit blijkt dat zij nooit tegen Orbán zal stemmen. Hetzelfde geldt voor de Poolse regering en ook de Tsjechische premier Andrej Babiš blijft de Hongaarse regering door dik en dun steunen.
“Maar wat die tweederdemeerderheid in het Europees Parlement wél duidelijk maakt, is dat er wel degelijk politieke wil is om de Hongaarse rechtsstaat te redden. Velen hebben lang gedacht dat ons rapport weggestemd zou worden. Het tegendeel is waar en dat verhoogt de druk op de Europese staats- en regeringsleiders om actie te ondernemen.
“Want dat vind ik misschien nog het ergste: de westerse EU-landen hebben Orbán tien jaar lang zijn gang laten gaan. Daardoor zijn er zo veel dingen stukgemaakt dat je de situatie niet zomaar meer gekeerd krijgt.
“Vooral binnen de christendemocratische familie hebben westerse leiders hem veel te lang laten begaan. Ze dachten altijd dat ze Orbán en co. in hun politieke fractie moesten tolereren in de hoop dat die met diplomatieke massage op andere gedachten gebracht konden worden. Niet dus.”
Ter voorbereiding van uw rapport onderzocht u een jaar lang de achteruitgang van de Hongaarse rechtsstaat. Wat vond u zelf de meest zorgwekkende ontwikkeling?
“Dat vraagt iedereen, maar ik weiger daarop te antwoorden. Want het suggereert dat er slechts één onderdeeltje van de Hongaarse staat minder goed zou functioneren en dat een quick fix voldoende is om het probleem op te lossen. Alsof het genoeg zou zijn om een beetje aan de persvrijheid te sleutelen om Hongarije te redden. Dat is niet zo.
“Het probleem is dat bijna alle pijlers van de rechtsstaat worden aangevreten. Hongarije is een Frankenstein-staat geworden. Die term komt van de befaamde Princeton-onderzoeker Kim Lane Scheppele. Ook Frankenstein bestaat uit verschillende onderdelen die slecht functioneren en net dat maakt dat hij een monster is. Met dat beeld voor ogen bracht Scheppele Orbáns stappenplan in kaart over hoe hij een democratie naar een autoritair regime liet evolueren. Hij begon met de rechters aan banden te leggen, rommelde aan de persvrijheid, viel vervolgens de ngo’s en het middenveld lastig, enzovoort. Het was een draaiboek dat hij minutieus volgde.”
Daarmee zegt u ook: de situatie in Hongarije is zo zorgwekkend dat niemand uw rapport zomaar naast zich neer kan leggen.
“Inderdaad, dat is zo. Ik heb er een jaar aan gewerkt en wilde zo gedegen en rustig mogelijk te werk gaan. In geen geval wilde ik het verwijt krijgen dat dit een politiek geïnspireerde aanval was op een bepaalde politicus. Ik liet de feiten voor zich spreken en vervolgens ben ik met heel veel Europarlementariërs op een rustige manier gaan praten. Ik wilde niet overhaasten en hield de stijl van het rapport bewust dor. Ik wilde in geen geval een politiek pamflet schrijven.”
Toch is het net dat wat de vier N-VA-Europarlementsleden u verwijten. Zij vinden dat u Orbán wil treffen omdat u vooral problemen zou hebben met diens strenge migratiebeleid. Daarom onthielden zij zich bij de stemming.
“De N-VA wil het debat over mijn rapport gebruiken voor politieke doeleinden in eigen land.”
Wat bedoelt u?
“Zij vinden het verhaal van Orbán erg aantrekkelijk en steunen het ook. Net als Orbán zegt de N-VA dat de EU niet zozeer bekommerd is om de Hongaarse rechtsstaat, maar in de eerste plaats het Hongaarse migratiebeleid onderuit wil halen. De N-VA, en staatssecretaris Theo Francken op kop, wil dezelfde boodschap als Orbán verkondigen en dezelfde emoties aanboren.”
Is het vanuit hun positie dan niet logisch dat de N-VA-leden zich onthielden?
“Neen, want mijn rapport ging niet in de eerste plaats over migratie, maar over de verschillende aspecten van de Hongaarse rechtsstaat: persvrijheid, justitie, politie, godsdienstvrijheid; allemaal zaken die de gewone Hongaren raken. Helemaal achteraan in het rapport heb ik het over vluchtelingen en migratie omdat dat natuurlijk ook veel zegt over de manier waarop een overheid met mensenrechten omgaat.
“Maar dat neemt niet weg dat ik het onbegrijpelijk vind dat de N-VA het niet opneemt voor de rechten van de Hongaren. Ik vind het een ongelooflijk gebrek aan solidariteit met Europese medeburgers. Temeer omdat de N-VA zich in het geval van Catalonië wél reuzesolidair opstelt met de activisten en politici van die regio.
“Ik begrijp dat niet: ze zijn gepassioneerd door de Catalaanse zaak maar de Hongaarse zaak laat hen koud. Waarover gaat het dan eigenlijk? Is het hen enkel te doen om de onafhankelijkheid van een gebied, of zijn ze bekommerd over de rechten van de mensen die daar wonen?”
Orbán is een lepe politicus: hij zegt dat u het Hongaarse migratiebeleid onderuit wil halen omdat hij weet dat hij daarmee de bevolking massaal achter zich krijgt.
“En toch is zijn redenering onzin. Weet u, als u naar de cijfers kijkt, zijn er amper migranten in Hongarije. Iedereen blijft gefixeerd op die beelden van 2015, toen duizenden vluchtelingen in het station van Boedapest gestrand waren. Maar die mensen zijn allemaal allang naar Duitsland doorgereisd. Het aantal vluchtelingen dat in Hongarije wil blijven, is peanuts. Hongarije is nog een echte witte mono-etnische samenleving. Orbán speelt misschien wel op het gevoel dat Hongarije door vluchtelingen overspoeld dreigt te worden, maar het is onzin.”
Maar politiek lucratief is het wél.
“Die migratie-obsessie haalt vooral de aandacht weg van het werkelijke probleem en dat is de ongelooflijke corruptie in Hongarije. Orbán en zijn omgeving zijn de laatste jaren snel rijk geworden en hebben er op die manier voor gezorgd dat de economische groei vertraagde. Die groei kwam er vooral dankzij Europese fondsen, maar die fondsen verdwijnen in de zakken van Orbán, zijn familie en zijn entourage.
Ook het investeringsklimaat hebben ze zo helemaal verprutst. Die realiteit moet natuurlijk toegedekt worden en het migratieverhaal leent zich daar uitstekend toe.
“Het is brood en spelen. Orbán heeft een realiteit gecreëerd waarbij niet hijzelf, maar de migranten, George Soros en Europa verantwoordelijk zouden zijn voor de problemen in zijn land. Het is natuurlijk totaal onverantwoord om op die manier in te spelen op de gevoelens van ongemak bij zijn burgers. Zijn praktijken raken aan mijn beroepseer als politicus.”
Op welke wijze raakt de politiek van Orbán aan uw beroepseer?
“Politicus is een baan die je op een verantwoorde manier moet uitoefenen. Je krijgt bevoegdheden en macht, maar je mag er geen misbruik van maken. Als een andere politicus misbruik maakt van zijn macht door zijn eigen zakken te vullen en de bevolking voor te liegen, dan raakt dat aan mijn beroepseer.”
Verstandige mensen als migratie-expert Paul Scheffer zeggen dat we het Europese populisme à la Orbán pas kunnen terugdringen als we met sterkere Europese buitengrenzen het migratiefenomeen onder controle krijgen. Wat vindt u van die stelling?
“Ik ben het daarmee ontzettend oneens. Het klopt gewoon niet dat de Europese buitengrenzen niet werken en dat we overspoeld worden door vluchtelingen en migranten. Niet in landen als België en Nederland, en zeker niet in Hongarije, want daar komt niemand meer binnen. Op die manier volg je eigenlijk het narratief van Viktor Orbán, die als geen ander een oneigenlijke mix weet te verkopen: vluchtelingen, migratie, criminaliteit en terrorisme – het is allemaal één pot nat.
“De voortdurende politieke demagogie zorgt ervoor dat we de echte problemen niet meer zien. Door ons almaar op zogezegde migratieproblemen te focussen, zijn we onvoldoende bezig met wat echt belangrijk is voor mensen: economische groei, gelijke kansen, een eerlijke en voorspelbare regering.”
Wat u eigenlijk ook zegt, is dat nogal wat Europese politici in het Europa van 2015 zijn blijven steken: het jaar van de vluchtelingencrisis toen de asielaanvragen piekten.
“Dat is zo. Ondertussen zijn we 2018 en is de situatie helemaal anders. Maar ik zou nog meer willen zeggen: we hebben de crisis van 2015 en het gedoe met de populisten zelf over ons afgeroepen. Want de problemen zijn niet begonnen in 2015, maar vier jaar daarvoor toen we heel grote groepen Syrische vluchtelingen aan hun lot overlieten in Turkse, Jordaanse en Libanese vluchtelingenkampen. We hadden perfect kunnen voorspelen dat al die mensen na een tijd zouden beslissen om de Middellandse Zee over te steken. Hoe zou je zelf zijn als je na enkele jaren beseft dat er voor je kinderen geen toekomst is in zo’n kamp? Als ouder wil je echt niet dat je kind tot een verloren generatie gaat behoren. Dan neem je het risico en stap je met je kinderen in zo’n rubberbootje.
“Wij in Europa dachten dat het voldoende was om die mensen met wat eten onder een afdakje te zetten, zodat ze geen regen meer in hun nek kregen. Europa is de oorlog in Syrië natuurlijk niet begonnen, maar door onze blindheid over de vluchtelingenkampen hebben we de migratiecrisis zelf veroorzaakt.”
We wijzen Sargentini erop dat ze behoorlijk op dreef is en dat enkele collega-Europarlementsleden ons gewaarschuwd hebben voor de overgave waarmee Sargentini zich in het debat smijt. Maar diezelfde collega’s verbazen zich erover dat de GroenLinks-politica zich volgend jaar niet meer verkiesbaar stelt. Net nu ze haar politieke hoogtepunt heeft bereikt.
De recente stemming over uw Hongarije-rapport is het hoogtepunt van uw carrière, en toch kondigt u aan dat u volgend jaar als Europarlementslid stopt. Dat lijkt een contradictie.
“Ja, het is erg dubbel. Ik ben nu twintig jaar volksvertegenwoordiger: eerst tien jaar in de Amsterdamse gemeenteraad, daarna in dit parlement. Ik doe het met veel overgave, maar voor een nieuwe termijn van vijf jaar heb ik niet meer dezelfde energie.
“Het is mooi geweest, maar ook heel intens. Ik heb nuttige dingen kunnen doen: meegewerkt aan een Europese witwaswetgeving, regels voor conflictdiamanten, het Hongarijerapport. Maar ik ben toe aan een break en dit is nu eenmaal geen baan waarvan je kunt zeggen: ‘Doe mij maar een jaartje onbetaald verlof en hou mijn plekje maar vrij’. En helaas kun je dit vak ook niet als een duobaan uitoefenen.
“Op routine doorgaan wilde ik niet. Deze functie kun je volgens mij enkel met volle overgave goed uitoefenen. Het is wijs om nu te stoppen, inderdaad op een hoogtepunt en dat verklaart waarom ik de pro’s en de contra’s vele keren heb afgewogen. Mijn vriend werd er gek van. Maar ik heb nu de knoop doorgehakt.
“En wat de toekomst brengt? Laat me daarover nog even rustig nadenken. Ik ben 44 en kan nog veel kanten uit. Het is nog veel te vroeg om met pensioen te gaan.”
Wie is Judith Sargentini?
- geboren in 1974 in Amsterdam
- studeerde geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam
- vanaf 1999 duoraadslid voor GroenLinks in de Amsterdamse gemeenteraad
- actief in internationale ngo’s zoals Fatal Transactions, een campagne tegen bloeddiamanten
- wordt in 2009 als GroenLinks-lijsttrekker verkozen in het Europees Parlement
- op basis van een kritisch rapport van Sargentini stemt het Europees Parlement in september 2018 voor een strafprocedure (artikel 7) tegen Hongarije. Net daarvoor had ze aangekondigd niet meer te zullen opkomen bij de Europese verkiezingen van 2019
Lees ook
Geselecteerd door de redactie