Tweehonderd zitten er al in de vriezer, tweeduizend mensen staan op de wachtlijst om in de vriezer te komen. Cryonisten heten ze, mensen die zich willen laten invriezen in de hoop dat de wetenschap ooit een wondermiddel vindt om dode mensen weer tot leven te wekken. Eens ingevroren worden het cryonauten. Veel hebben ze ook niet te verliezen: dood zijn ze toch al. Levend kunnen ze weer worden, en dan liefst nog eeuwig levend.
De Britse fotograaf Murray Ballard raakte gefascineerd door het cryonisme toen hij in Frankrijk het kasteel van Raymond en Monique Martinot bezocht. Het koppel had zich laten invriezen, alleen werd hun hoop op een tweede leven tenietgedaan door een slecht werkende vriezer – geen gewone vriezer trouwens, maar een speciaal toestel. Enkele dagen in de vriezer op een temperatuur van -20 graden in plaats van -65 graden werd hen definitief fataal. Hun zoon moest hen laten cremeren.
Ballard reisde tien jaar de wereld rond en dompelde zich onder in de wereld van de cryonisten. Hij sprak in Engeland, de VS en Moskou met mensen die op de wachtlijst staan. Hij trok naar het handvol plaatsen waar je je kunt laten invriezen. Een complexe procedure, waarbij het bloed vervangen wordt door een speciale oplossing en het lichaam met vloeibare stikstof langzaam ingevroren wordt.
Opvallend: veel cryonisten die Ballard sprak, waren softwareontwikkelaars. Zij hopen ooit hun hersenen in een nieuw designerlichaam te kunnen plaatsen. Verre sciencefiction, of een realistische droom?
De toekomst zal het uitwijzen, als de diepvriezers blijven werken, tenminste.