Direct naar artikelinhoud
theater

Sebastien Dewaele wekt Oostendse kapers tot leven in theaterstuk

Sebastien Dewaele aan het kanaal Gent-Brugge: “Dankzij dit kanaal kon Oostende uitgroeien tot wereldhaven, ten koste van Antwerpen.”Beeld Wouter Van Vooren

Wat hebben Piet Hein, ons koloniaal verleden en een gebrek aan Belgisch chauvinisme met elkaar gemeen? Theatermaker Sebastien Dewaele doet het uit de doeken in het historische familie-epos Marinus.

“Koffie?” Sebastien Dewaele staat ons op te wachten aan de bruine stationsrestauratie van Gent-Dampoort. Nog voor we goed en wel zitten, vertelt hij al honderduit over hoe de gewelddadige kaapvaart in de zeventiende eeuw bijdroeg aan de toenmalige gouden Oostendse economie. “Het is een cynische wetmatigheid, maar oorlog is voor het gros van de mensen een bron van welvaart. Dat is vandaag niet anders. Denk maar aan de war on terror van Bush. Daar speelden allerlei economische belangen.”

De acteur en comedian vat daarmee in één klap de relevantie van zijn nieuwe stuk samen. Dewaele staat bij het brede publiek bekend als de West-Vlaamse boerenzoon Steven Welvaert uit Eigen kweek. Maar bovenal is hij een duizendpoot die regisseert, schrijft, theater maakt en mee brainstormt voor tv-programma’s.

Legale piraterij

In Marinus verenigt Dewaele verschillende fascinaties. Zijn geboortestad Oostende vormt het gedroomde decor voor de historische vertelling die hij zal brengen onder muzikale begeleiding van zijn kompaan Peter Bultink.

Vertrekpunt is Flamand des vagues, de vergeten cultroman over de Oostendse kapersgeschiedenis die journalist Jan Van Dorp schreef in 1948. “Kapers waren een soort van legale piraten die in naam van de Spaanse bezetter boten enterden en de buit in beslag namen”, legt Dewaele uit.

“Van Dorp is een van de laatsten die zich verdiept heeft in de Oostendse archieven van de kaapvaart voor ze allemaal zijn opgebrand. In het personage Marinus kristalliseert hij verschillende waargebeurde kapersverhalen en beschrijft hij minutieus hoe de Noordzee in de zeventiende en achttiende eeuw een strijdtoneel was.”

“Maar Marinus is ook een verhaal over een gezin dat het lang zonder de vader moet stellen als hij op zee zit, over grote dromen van ouders die de kinderen moeten waarmaken, en over een universele zoektocht naar erkenning.”

‘Kapers waren een soort van legale piraten die in naam van de Spaanse bezetter boten enterden en de buit in beslag namen’

Wereldhaven Oostende

Als zijn koffie op is, stelt Dewaele voor om naar de sluis van Schipdonk te trekken. Op die idyllische plek net buiten Gent vloeit het Schipdonkkanaal over in dat van Gent-Brugge. Vanaf een houten steiger zie je er de vrachtschepen voorbijschuiven richting Oostende.

In de auto ernaartoe legt Dewaele uit dat de kanalen overblijfselen zijn van de bloeiende economie die Oostende ooit was. “Toen Antwerpen plat lag aan het begin van de zeventiende eeuw hebben Albrecht en Isabella deze kanalen gegraven. Plots was er meer goederenvervoer mogelijk, en zo kon Oostende uitgroeien tot een wereldhaven.”

‘Ik weet zeker dat een deel van het publiek zich na ‘Marinus’ zal afvragen waaruit onze identiteit precies bestaat’
Wereldhaven Oostende
Beeld Wouter Van Vooren

Dewaele geeft aan dat de kapersverhalen meer zijn dan spannende vertellingen. Voor hem gaat Marinus over identiteit. “De Belgische identiteit is een mengelmoes”, vertelt hij terwijl we uitstappen aan de sluis. “Er is op weinig plaatsen zoveel oorlog gevoerd als in onze contreien. De zuidelijke Nederlanden zijn bezet geweest door Spanjaarden, Engelsen, Duitsers enzovoort. Vandaar dat ze in 1830 allicht beslist hebben om hier een Franstalige bufferstaat te maken met een Engels-Duitse koning. België is een compromis tussen verschillende landen. Ik weet zeker dat een deel van het publiek zich na Marinus zal afvragen waaruit onze identiteit precies bestaat.”

Dom chauvinisme

Als we even later uitkijken over het water, vertelt Dewaele dat hij vindt dat we gerust wat chauvinistischer zouden mogen zijn. Aangezien zijn moeder Française is, is de Franse nationale trots hem niet vreemd. “Ik vind zo’n dom chauvinisme eigenlijk wel sympathiek. Wij hebben hier afgelopen zomer even iets soortgelijks gekend dankzij de Rode Duivels, maar het zit niet ín ons. Nochtans hebben we genoeg om trots op te zijn”, wijst hij naar het landschap rondom hem.

Al weet hij dat een misplaatst superioriteitsgevoel donkere kanten heeft. “Wist je dat aan het begin van de achttiende eeuw de Oostendse Compagnie werd opgericht? Op een gegeven moment hadden we meer dan 50 procent van de Europese theehandel in handen. Maar het was een erg koloniaal gegeven. Op de kapersschepen voeren priesters en zakenlui mee die mensen onderdrukten en hen hun visie opdrongen. Ook dat aspect verwerken we in Marinus.”

‘De Belgische identiteit is een mengelmoes. Er is op weinig plaatsen zoveel oorlog gevoerd als in onze contreien’

Première vanavond in De Grote Post, Oostende. Daarna op tournee. compagnie-cecilia.be