Het koppel had in 2015 grote financiële moeilijkheden en hoopte met de opbrengst van een plantage daaruit te geraken. De man kon voor 4.800 euro tweedehands materiaal van een opgedoekte plantage kopen van een Nederlander en vroeg het geld aan zijn broer, die hem dat voorschoot. Toen de man met het materiaal aankwam aan zijn woning in Meeuwen-Gruitrode vroeg hij zijn broer om het naar de eerste verdieping te brengen.

Voor de rechter ontkende de man begin deze maand dat hij wist dat zijn broer van plan was om een plantage te beginnen, maar de rechter is van oordeel dat hij moet beseft hebben dat de bewoner het tuinmateriaal voor andere doeleinden zou gebruiken omdat er boven geen tuin was.

De politie kreeg in november 2016 een tip dat het koppel met een plantage bezig zou zijn. Een warmte- en stroomonderzoek leverde echter geen bewijzen op. In januari 2017 moest de man zich op het politiekantoor aanbieden voor een verhoor en daar biechtte hij het hele verhaal op. De politie vond bij een huiszoeking een plantage met 308 planten verspreid over verschillende kamers.

Het Openbaar Ministerie vroeg begin deze maand gevangenisstraffen tot twee jaar, boetes tot 8.000 euro en de verbeurdverklaring van het vermogensvoordeel van 35.000 euro. De Tongerse strafrechter beperkte de verbeurdverklaring tot 22.500 euro of 7.500 euro elk.