© Wim Kempenaers

Het zoveelste plannetje voor ‘spookdorp’ Doel: "We zullen wel zien zeker"

“We zullen wel zien, zeker?” In Doel halen de schaarse ­inwoners de schouders op bij het zoveelste plannetje – van Ben Weyts deze keer – voor hun polderdorp. Is dit de ultieme redding van Doel? We gingen poolshoogte nemen onder de containerkranen van de haven.

PIETER LESAFFER

“Alsof het hier nog niet surrealistisch genoeg is.” Twee inwoners van Doel reageren lachend maar gelaten op de nieuwe plannen voor hun dorpje. Ze wijzen in de lucht, naar de hoge containerkranen even verderop. Het plan van Vlaams minister van Openbare Werken Ben Weyts (N-VA) spaart Doel op het nippertje. Er komt geen volledige vernietiging van het dorp deze keer, om plaats te maken voor een megadok voor containerschepen. Nu is het plan om een kleiner dok vlak naast het dorp te leggen. Op de strook tussen het dorpscentrum en de ­hoge containerkranen van de haven, die nu al dreigend dichtbij staan. Het zou inderdaad een surrealistisch zicht zijn, met megaschepen die rakelings langs de dorpskern varen.

Alhoewel, dorpskern. Doel is na de ­jarenlange onzekerheid en het aanslepende getouwtrek een spookdorp geworden. Er staat een kerk met een kerkhof erbij, alle andere gebouwen zijn met graffiti beschilderd en het onkruid tiert welig. “Maar het is hier wel rustiger geworden”, zegt Sabine Gillis. “We hebben lange tijd last gehad van krakers, maar vorig jaar hebben ze alle leegstaande huizen met ­ijzeren platen dichtgemaakt. Dat houdt ze weg.”

Attractie

“Vandaag is het inderdaad niet meer het oorlogsgebied dat Doel ooit was”, bevestigt Peter Meulen. “Ik heb het nog mee­gemaakt dat hier bendes kwamen die in de leegstaande huizen de boel kort en klein sloegen.” Het dorp is zelfs een toeristische attractie geworden. Op week­dagen komen hier dagelijks twee à drie busladingen leerlingen op schooluitstap en in het weekend vooral fietsers en fotografen.

Far west aan de Schelde

Vandaag woont er bijna geen kat meer in Doel. Tot twintig jaar geleden waren er ongeveer duizend inwoners, een hechte gemeenschap in een pittoreske omgeving. Vandaag zijn dat er nog zeventien. Zij wonen in de schaarse huizen die niet met ­ijzeren platen zijn dichtgespijkerd. De meesten zijn inwijkelingen, aangetrokken door de lage prijzen en het avontuur om in deze far west aan de Schelde te wonen.

Emilienne Driesen (85) is nog een van de weinige oorspronkelijke bewoners, kranig en strijdbaar. Zij woont aan de kant waar het Saeftinghedok light volgens de nieuwe plannen zou komen. De grote schepen zullen met andere woorden vlak voor haar neus voorbijkomen. Verrassend genoeg heeft ze daar geen probleem mee. “Ik zie graag schepen”, zegt ze. “Ik kom uit een scheepvaartfamilie. Laat ze maar komen, met hun containers.” Al is ze wel nog afwachtend. “Dit is het zoveelste plannetje. We zullen wel zien wat ervan komt.”

Minister Ben Weyts maakt zich sterk dat hij de plannen voor het ‘tweede getijdendok’ – zoals we volgens de Vlaamse regering het Saeftinghedok light moeten noemen –nog voor de Vlaamse verkiezingen in de steigers kan zetten. “Begin 2019 moet de Vlaamse regering een voorkeursbesluit nemen”, zegt hij. Zo’n besluit moet de bekroning worden van de onderhandelingen die Weyts al anderhalf jaar met alle betrokkenen voert, zowel de ­actie­groepen als de havenbedrijven. Donderdagavond had hij ook nog eens zo’n overleg over technische verfijningen.

Nooit meer als vroeger

Dat besluit had er eigenlijk al een jaar eerder moeten zijn, maar de procedure is langer geworden. Oorspronkelijk waren er acht mogelijke scenario’s, maar Weyts heeft er een negende aan toegevoegd, het compromis dat nu voorligt met het kleinere containerdok en het behoud van Doel. Al geeft Weyts toe dat dit het levendige dorp van weleer nooit meer zal terugbrengen. Daarvoor zal het te dicht bij het nieuwe ­Saeftinghedok liggen. “Het kan een gedeeltelijke woonfunctie krijgen”, zegt hij. “Er zijn nog ­genoeg andere mogelijkheden.” Al wil hij niet zeggen wat die dan wel zijn.