28 migranten opgepakt in Kruibeke

Themabeeld parking Kruibeke

Bij een gecoördineerde actie van de lokale en federale politie zijn in Kruibeke vanochtend volgens de burgemeester en de korpschef 28 transmigranten opgepakt. 16 volwassenen, allemaal uit Eritrea, worden opgesloten.

Yves Delepeleire

Alle 28 migranten die vannacht in Kruibeke zijn opgepakt, worden vandaag naar het nationaal administratief centrum in Steenokkerzeel gebracht. Volgens staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) gaat het om 12 minderjarigen en 16 volwassenen. Die volwassenen, allemaal uit Eritrea afkomstig, zullen ook worden opgesloten, zegt hij op Twitter.

De actie van de lokale en federale politie stond al langer gepland.

‘Gisteravond kregen we via de chauffeurs van De Lijn melding dat er een 30-tal migranten met de bus naar Kruibeke waren afgezakt’, zegt Jos Stassen, de ontslagnemende burgemeester van Kruibeke. Op de snelwegparking werd niemand aangetroffen, ook niet later vannacht nadat een vrachtwagenchauffeur de politie had verwittigd dat een grote groep aan het proberen was om in vrachtwagens te klimmen. ‘Uiteindelijk zijn alle 28 migranten vanochtend rond 8 uur aan de bushalte en op de bus opgepakt, toen ze weer vertrokken’, zegt Stassen. ‘Mogelijk waren ze met meer. We hebben nog een bus moeten laten rijden.’

‘Dit is weer een hoog aantal, een van de hoogste ooit’, zegt Stassen. ‘Volgens staatssecretaris Theo Francken (N-VA) is het aantal opgepakte migranten gedaald. Maar dat geldt zeker niet voor Kruibeke. Dat is vannacht nog maar eens bewezen.’

Alarmbel

Maandag had Wim Pieteraerens, korpschef van de politiezone Kruibeke-Temse, nog eens aan de alarmbel getrokken. Door de sluiting van de snelwegparking in Wetteren wijken transmigranten volgens hem nog meer uit naar Kruibeke, om daar in vrachtwagens te proberen klimmen. ‘De actie van vannacht bewijst dat ik niet lijd aan waanideeën’, zegt hij.

‘Bovendien was het een koude, natte, winderige nacht. Dat we dan nog zo veel mensen oppakken, toont ook aan dat ze wanhopiger zijn geworden.’