Sir Philip Green, samen met zijn echtgenote Christina eigenaars van highstreet-modemerken Topshop, Dorothy Perkins en Miss Selfridge, werd door vijf voormalige werknemers beschuldigd van grensoverschrijdend gedrag, pesten en racisme. Dat er een dossier is opgesteld tegen hem werd vrijdag onthuld in het Britse parlement, maar de 66-jarige zakenman ontkent alle beschuldigen.

Op sociale media werd al opgeroepen tot een boycot tegen zijn winkels, en nu richte een aantal vrouwenbewegingen zich ook tot Beyoncé. De zangeres lanceerde in 2016 haar eigen kledinglijn Ivy Park samen met Topshop, maar wordt nu vriendelijk gevraagd om die samenwerking stop te zetten.

‘Beyoncé heeft zich opgeworpen als een vrouwenrechtenactiviste. Zij en haar team kunnen deze beschuldigingen niet zomaar negeren’, aldus Yasmeen Hassan van Equality Now aan The Sunday Times.

‘Haar merk staat volledig in het teken van vrouwen en minderheden een stem geven, en dat sluit niet aan bij het gedrag van Green. Merken zouden beter moeten nadenken over de reputatie van diegenen waarmee ze gaan samenwerken’, zegt de Britse presentatrice Jasmine Dotiwala aan The Independent.

Beyoncé zelf heeft nog niet gereageerd op de heisa.

Het is niet de eerste keer dat de kledinglijn vaan Queen B onder vuur komt te liggen. Kort na de lancering werd de zangeres beschuldigd van uitbuiting. De Sri Lankaanse naaisters van de collectie beweerden dat ze ‘als slaven werden behandeld’. Volgens het kledingmerk was daar niets van aan. ‘We verwachten dat onze leveranciers onze gedragscodes respecteren en helpen hen om aan deze vereisten te voldoen’, klonk het toen.