Direct naar artikelinhoud
Recensie

Umberto Eco strooit postuum met inzichten in ‘Op de schouders van reuzen’

Umberto Eco voor zijn boekenkast in zijn woning in Milaan. In het postume ‘Op de schouders van reuzen’ toont hij zich een onvermoeibare citeermachine.Beeld Martin Grüner Larsen

Umberto Eco toont postuum zijn meanderende eruditie in het chique Op de schouders van reuzen, een reeks gebundelde lezingen.

Was Umberto Eco, in 2016 op 84-jarige leeftijd overleden, een van de laatste exemplaren van de uomo universale? Met regelmaat is hem die eretitel op de revers gespeld. Wanneer je de indrukwekkende productie van de Italiaanse semioticus, filosoof, essayist en romancier overloopt, dan ben je geneigd ‘ja’ te antwoorden op de vraag.

Niet alleen voorzag hij de historische roman (De naam van de Roos! De slinger van Foucault!) van een vernuftig ideeënlaagje, als geen ander wist hij een merkwaardig amalgaam aan verstofte kennis speels richting het brede publiek te navigeren. Zelf zag deze zoon van een boekhouder zich liever als ‘een wetenschapper die alleen maar met zijn linkerhand romans schrijft’.

‘Il professore’, die op zijn Milanese appartement kon putten uit 30.000 boeken, bezat bovendien de gave van het publieke woord. Hij hoefde maar een schuifje in zijn hoofd open te trekken of hij had weer een sprankelend betoog te pakken, gezapig krauwend in zijn baard – die hij op het eind van zijn leven adieu zei, net als de sigaret.

Fans zullen een vreugdedans maken, nu uit de nalatenschap nog een postuum boek is gepuurd

Eco’s lezingen en interviews bleken telkens een ware belevenis. Daarom zullen zijn fans een vreugdedans maken, nu uit de nalatenschap nog een postuum boek is gepuurd, gebaseerd op zijn voordrachten voor het Milanese cultuurfestival La Milanesiana.

Tussen 2001 en 2015 bracht Eco ze jaarlijks als een lectio magistralis, uitbundig geïllustreerd met beelden. Je zou het tegenwoordig een TED-talk noemen, als dat woord gezien Eco’s eruditie niet wat minnetjes had geklonken. In boekvorm geperst laten ze zich lezen als een promenade langs zijn geliefkoosde thema’s als schoonheid, lelijkheid, reuzen en dwergen, paradoxen, geheimen en leugens, complotdenken of ‘onvolmaaktheid’ in de kunst. Uitgeverij Prometheus goot ze in een attractief geschenkboek dat zich makkelijk laat neerleggen op een intellectueel verantwoord pronktafeltje.

De heksen in ‘Macbeth’

Eco hanteert een vast stramien. Grasduinend door filosofie, kunst- of literatuurgeschiedenis onderzoekt hij een begrip en bestrooit zijn tekstuele taartbodem rijkelijk met citaten. Bijvoorbeeld over de spanning tussen schoonheid en lelijkheid, waarover hij twee boeken schreef. Hij beseft hoe moeilijk het soms is ‘om vast te stellen of het lelijke mooi is dan wel het mooie lelijk’, dixit de heksen in Macbeth.

Maar waarom wordt het fysiek lelijke sinds de Grieken geassocieerd met het ‘moreel slechte’? Toch is sinds Aristoteles erkend dat ‘ook het lelijke van het leven mooi uitgebeeld kan worden en er juist toe kan dienen om het mooie goed te kunnen onderscheiden of een zekere morele stelling te ondersteunen’. Ondanks de fascinatie voor monsters in de middeleeuwen, zegt Eco, stond men toen pal voor ‘de juiste verhoudingen en de helderheid’. ‘Ongereptheid’ gold er als derde schoonheidskenmerk.

Eco concludeert dat het lijkt alsof bij schoonheid ‘de vreugde over mooie dingen losstaat van het bezit ervan’: “Ik vind de Sixtijnse kapel mooi, al ben ik daarvan niet de eigenaar, en in de etalage van een banketbakker geniet ik van een mooi opgebouwde bruidstaart, ook al verbiedt mijn diëtiste om die te eten.’

Soms dreig je te worden bedolven onder deze omgevallen boekenkast. Geen ramp. Want het is prettig toeven tussen het puin van Eco’s collectie

Pijnlijk actueel in tijden van fakenieuws zijn de zwierige essays over ‘het complotdenken’ en over ‘onwaarheid spreken, liegen, vervalsen’. Een ander hoogtepunt vormt de lezing over ‘paradoxen’ en ‘aforismen’ waarin hij de oppervlakkige aforismenkoning Lord Wotton (uit Oscar Wildes ‘Portrait of Dorian Gray’) deskundig onderuithaalt. Om te besluiten met deze quote van Stanislaw J. Lec: ‘Denk na, voordat je denkt.’

Zo loodst Eco ons met veel grinta door de kwintessens van zijn encyclopedische geest, in nogal volgestouwde lezingen. Hij toont zich een onvermoeibare citeermachine, een groothandelaar in andermans welluidende wijsheden. Soms dreig je te worden bedolven onder deze omgevallen boekenkast. Geen ramp. Want het is prettig toeven tussen het puin van Eco’s collectie.

Umberto Eco, ‘Op de schouders van reuzen’, Prometheus, 436 p., 24,99 euro. Vertaald door Hans van den BergBeeld RV