Bijna 50.000 Vlaamse jongeren tussen 18 en 34 hebben vrijwillig vragen beantwoord over alles wat hen bezighoudt. De resultaten worden vandaag bekendgemaakt. Omdat het om een vrijwillige enquête gaat ligt het laaggeschoolde deelnemers wel laag.

Jongeren en ouders

Vroeger werd er vaak gefocust op conflicten tussen ouders en jongeren, maar uit recenter onderzoek blijkt dat de meeste jongeren tijdens en na hun adolescentieperiode over het algemeen een goede band met hun ouders hebben.

Uit de bevraging blijkt dat Vlaamse jongeren een goede band hebben met hun ouders en dat een generatieconflict zo goed als onbestaande is. Ongeveer 3 op 4 Vlaamse jongeren noemt de onderlinge relatie cool tot zelfs ideaal. 60% van de Vlaamse jongeren is met zijn ouders bevriend op Facebook. 42% is ooit al eens dronken geworden met zijn ouders. 4% van de deelnemers heeft ooit al een joint gerookt met zijn ouders.

Ruim 90% van de jongeren die de bevraging invulden, voelen zich door hun ouders gesteund in hun beslissingen en geven aan dat hun ouders trots zijn op wat ze al bereikt hebben in hun leven.

Jongeren die lager opgeleid zijn, zeggen bijna drie keer zo vaak dat hun ouders hen niet steunen in vergelijking met jongeren die hoger opgeleid zijn.

Jongeren zijn tolerant

De Generation What?-jongeren zijn over het algemeen heel tolerant. 70% vindt bijvoorbeeld dat het stoort als jongens op straat naar meisjes fluiten. Voor 30% kan dat wel. Een holebikoppel dat op straat tongkust, kan voor 80%.

Zes op tien vindt het niet kunnen dat als meisjes een laag uitgesneden jeans dragen, je hun string kan zien. Net iets meer dan de helft vindt het storend als jongens hun broeken zo laag hangen dat hun ondergoed er bovenuit komt.

Wat het dragen van een hoofdoek betreft zegt 75% van de jongeren zich niet te storen aan het feit dat een meisje een hoofddoek draagt op straat of op het werk. Hier valt een genderverschil op: 19% van de meisjes vindt het dragen van een hoofddoek in de publieke ruimte storend, bij de jongens is dat een derde. Studenten storen zich er minder aan dan jongeren die al werken.

Jongeren hebben vaak vrienden met een andere sociale of onderwijsachtergrond of met een andere seksuele geaardheid. Veel minder jongeren hebben echter vrienden met een ander geloof of met een andere etnische of culturele achtergrond

Jongeren en Europa

Meer dan driekwart van de deelnemers aan het onderzoek voelt zich Europeaan. Vrouwen, hoger opgeleiden en de allerjongsten (18-20) hebben dat Europagevoel het sterkst. Het Europagevoel is wel minder sterk ontwikkeld dan het gevoel voor de eigen stad, land of regio. Jongeren voelen zich nog veel meer West-Vlaming, Belg of wereldburger.

Jongeren staan ook positief tegenover wonen in het buitenland. Toch volgt er niet meteen een exodus, slechts 9% wil echt weg. De overgrote meerderheid van de jongeren denkt wel gelukkig te kunnen zijn buiten België.

Jongeren en migratie

Een derde van de jongeren geeft aan dat we onze grenzen moeten openstellen voor iedereen. Oorlogsvluchtelingen zijn in elk geval welkom. Globaal genomen staan jongeren positief tegenover minstens een of andere vorm van migratie. Slechts een kleine minderheid wil de grenzen voor iedereen gesloten houden.