Direct naar artikelinhoud
Interview

Jente (22), dochter van Jan Van Looveren: “Ik ben trots op mijn vader, maar ik ben óók tof genoeg om te leren kennen”

Jente (22), dochter van Jan Van Looveren: “Ik ben trots op mijn vader, maar ik ben óók tof genoeg om te leren kennen”

‘Moordstrookje’ is het Woord van 2018, maar kent u ook de kindervariant ‘boeie’? Dat betekent zoveel als: ‘Wat maakt dat uit?!’ Niemand neemt het zo overtuigend in de mond als Jente Van Looveren, oudste dochter van Jan Van Looveren, die elke donderdag voor Op weg met Jan levensgevaarlijke landwegen afschuimt met een vrouwelijke metgezel naast zich. “Soms stuurt papa negatieve commentaar op één van zijn programma’s naar mij, maar dan zeg ik altijd: ‘Boeie!’ Waarop hij: ‘Ja, dat is waar, ik mag het mij niet aantrekken.’”

Rijdt je vader in het dagelijkse leven ook altijd zo wild?

Jente Van Looverne: (lacht) “Nee, gelukkig niet. Hij weet het gaspedaal wel staan, maar ik kan niet zeggen dat ik me ooit onveilig heb gevoeld naast hem in de auto.”

In het eerste seizoen van Op weg met Jan bleek hij over een gevoelige kant te beschikken. Dat wist jij wellicht al langer?

“Natuurlijk. Thuis toont papa zijn gevoelens veel makkelijker. Hij kan snel kwaad worden, maar na vijf minuten komt hij zich excuseren. (lacht) Dan voelt hij zich schuldig: ‘Ik ben niet écht boos, hè.’ Ik weet wanneer hij echt kwaad is en wanneer hij gewoon zijn stem wil laten horen. En als hij dat heeft gedaan, is hij weer één en al zachtheid. Hij kan ook heel vurig zijn als hij zijn mening verdedigt, maar als je hem kunt bewijzen dat hij het bij het verkeerde eind heeft, zal hij dat meteen toegeven.”

“Hij is bekend geworden met machorollen als de Joeri uit Tragger Hippy, en in M!LF speelde hij destijds de Echte Man. Maar papa heeft ook een kant die hij nog niet zo vaak op het scherm heeft kunnen tonen.”

Je bent nu 22, dus je was net een tiener toen de Joeri een fenomeen was in Vlaanderen. Ben je daar vaak op aangesproken?

“Voortdurend. (lacht) Er zijn toen véél jongens en meisjes naar mij toe gekomen om te vragen of het waar was dat mijn papa bekend was, en of dat leuk was. Maar dat heb ik omgebogen in mijn voordeel. Ik was wat timide, en om indruk te maken heb ik af en toe weleens laten vallen dat mijn vader de Joeri was. (lacht) Nu schaam ik me daar wat voor. Ik ben nog wel trots op hem, maar ik ben Jente, en ik ben zelf ook tof genoeg om te leren kennen.”

Lijken jullie hard op elkaar?

“Veel mensen vinden van wel, ook qua karakter. We hebben dezelfde humor, als ik anderen mag geloven. En we zijn allebei recht voor de raap. Je weet altijd wat je hebt aan ons.”

Aanvaarden mensen het makkelijk dat je zo eerlijk bent?

“Niet altijd, maar dan heb ik het ze toch maar gezegd. Ik moet altijd het gevoel hebben dat ik mijn zegje heb kunnen doen. Ik vind het moeilijker om op mijn tong te bijten. Mijn vrienden weten dat, en ze appreciëren het ook. Maar ik zou niet geworden zijn wie ik ben zonder de scouts. Toen ik klein was, vond mijn vader dat ik me daarbij moest aansluiten - uiteraard was dat de scoutsgroep waar hij in zijn jeugd lid van was geweest. Er zijn in het begin wel traantjes gevloeid omdat ik er niemand kende. Maar gaandeweg ben ik er opengebloeid en extravert geworden, en ik heb hem al een paar keer bedankt dat hij me toen omzeggens heeft gedwongen. Nu durf ik leiding te geven, en als ik op school iets moet presenteren voor de klas, ga ik niet in mijn schulp kruipen. Maar er zijn ook verschillen tussen papa en mij, hoor.”

Welke zijn dat?

“Ik zal sneller ‘Je m'en fous’ zeggen. Papa kan meteen in een dip belanden als hij een slechte commentaar krijgt, terwijl ik zoiets snel relativeer. Wie zijn die mensen ook om kritiek te hebben op jou? Je bent wie je bent, en dat moet maar genoeg zijn voor de wereld.”

‘Ik kan veel moeilijker om met kritiek van een vreemde dan met gescheld van een vreemde’
Jente Van Looveren

Jan vertelde eens hoe jij hem onlinecommentaar op Ja Jan kwam tonen. Jij vond die grappig, maar hij kon er niet mee lachen.

“Soms stuurt papa weleens negatieve commentaar door op één van zijn programma’s. Dan zeg ik altijd: ‘Boeie! Wat maakt dat nu uit?’ Waarop hij moet toegeven: ‘Ja, dat is waar. Ik mag het me niet aantrekken.’ (lacht) Ik denk dat hij kritiek nu makkelijker naast zich neerlegt, omdat hij ziet dat ik dat ook doe. Ik heb natuurlijk makkelijk praten: ik sta niet in de belangstelling, en over mij wordt er niet gepraat op sociale media. Maar waarom zou je het je allemaal aantrekken? Je hebt altijd positieve en negatieve reacties, maar op de sociale media zie je makkelijker het negatieve. En als iemand de tijd neemt om een mening te formuleren over jou en die online te plaatsen, dan ben je blijkbaar toch belangrijk genoeg.”

Jouw generatie is wel van jongs af vertrouwd met sociale media.

“Het is net moeilijker voor jongeren dan voor iemand die niet weet wat sociale media zijn. Ik ben zelf nooit gepest, maar als je vandaag gepest wordt op school, stopt het niet als je ‘s avonds naar huis gaat: je bent 24 uur per dag bereikbaar. Ik reken mezelf trouwens niet bij de generatie die is opgegroeid met sociale media: ik weet nog hoe het vroeger was. Ik heb zelfs moeten liegen om op Facebook te raken: je moest 16 zijn, en ik was twee jaar te jong.”

Wisten je ouders dat?

“Geen idee, ze waren er niet echt mee bezig. En ze hebben ook niet gezegd dat het níét mocht. (lacht) Zij hebben geen Facebook-account, het is hun wereld niet.”

‘Je bent wie je bent’, zei je daarnet. Dat getuigt van veel zelfvertrouwen voor een prille twintiger.

“Misschien. Maar ik zeg ook niet dat het me koud laat als ik commentaar krijg, hè. Ik heb geen olifantenvel, en ik kan heel emotioneel reageren. Ik kan veel moeilijker om met kritiek van een vreemde dan met gescheld van een vreemde.”

Gebeurt dat soms?

“Op feestjes of zo. Ik ben nu eenmaal het meisje met de grote mond dat haar vriendinnen tegen anderen verdedigt. Voor veel jongens werkt dat als een rode lap op een stier, en dus willen ze je testen. Vooral op feestjes, waar al iets wordt gedronken, kan dat escaleren. Maar de dag erna is dat vergeten.”

Jente (22), dochter van Jan Van Looveren: “Ik ben trots op mijn vader, maar ik ben óók tof genoeg om te leren kennen”

Een beetje feminist

Van een vrouw wordt het niet altijd aanvaard dat ze haar mannetje durft te staan.

“Je doelt op #MeToo? Mijn vader zegt altijd: ‘Als er één vrouw is bij wie ze het niet moeten proberen, dan ben jij het wel.’ Ik zal altijd voor mezelf opkomen. Ik kan me moeilijk inbeelden dat ik niet zou reageren in een situatie waarvan ik voel dat die niet oké is. Ik snap wel dat niet iedereen dat zou kunnen, maar ik ben diep vanbinnen een feministe, denk ik.”

Dat is niet verboden.

“Het is toch gezond dat je op zijn minst een béétje feministe bent? Je hoeft daarom niet meteen naakt de straat op te rennen uit protest tegen dit of dat, of de ene na de andere Facebook-groep op te richten. Wil je dat doen, geen probleem, maar soms wordt er ook overdreven. Er is wel veel ongelijkheid tussen mannen en vrouwen, en die wil ik graag mee de wereld uit helpen. Maar je moet ook kunnen toegeven dat er soms een reden voor is. Sommige fysiek zware jobs zijn makkelijker uit te voeren door mannen. Vrouwen moeten die ook wel kunnen uitoefenen, maar de natuurlijke ongelijkheid blijft bestaan.”

‘Er is wel veel ongelijkheid tussen mannen en vrouwen, en die wil ik graag mee de wereld uit helpen. Maar je moet ook kunnen toegeven dat er soms een reden voor is’

Voor het nieuwe seizoen van Op weg met Jan rijdt je vader rond met alleen maar vrouwen naast zich. Is hij een feminist?

“Ik denk wel dat hij stilstaat bij #MeToo. We delen ook dezelfde mening.”

En die luidt?

“Dat we moeten opkomen voor gelijkheid, maar dat we erover moeten waken dat het geen discussie tégen mannen wordt. Ik weet niet zeker of #MeToo de reden is waarom hij alleen maar vrouwen heeft meegenomen in Op weg met Jan. Ik vermoed wel dat hij hen eens in de kijker wilde plaatsen.”

Hij is zelf vader van drie dochters.

“Klopt, maar hij heeft ons opgevoed als ‘zijn kinderen’, niet als ‘zijn dochters’. Je ziet vaak dat een vader bezorgder is als hij een dochter heeft. Bij ons was dat niet zo. Een jongen kan evengoed iets overkomen op weg naar huis met de fiets, hè.”

“Ik denk trouwens dat de uitvinding van de gsm voor méér onzekerheid heeft gezorgd bij ouders. Ze denken dat ze hun kinderen altijd kunnen controleren en vragen waar ze zijn, maar dat is een illusie. Als mijn moeder me twee keer belt als ik uitga en ik neem niet op, dan is ze ongerust. Maar vroeger kónden ouders hun kroost niet bellen, dan moesten ze er maar van uitgaan dat alles oké was.”

Lijk je ook op je moeder?

“Van haar heb ik de gevoelige kant geërfd. Maar de gelijkenissen zijn iets minder uitgesproken. Ik word vaker gewezen op hoe ik op mijn vader lijk, omdat hij bekend is.”

Wat doet zij in het dagelijkse leven?

“Ze is leerkracht in het bijzonder onderwijs: ze leert anderstalige kinderen met een leerachterstand lezen. Ze is heel gepassioneerd in wat ze doet, ze werkt heel hard en ze is zich daarnaast voortdurend aan het bijscholen. We zijn pleasers, maar je kunt niet altijd goed doen voor iedereen, en ik neem vaak te veel hooi op mijn vork. In het weekend kom ik amper aan mijn schoolwerk toe: ik ben niet lui, maar ik vind er gewoon niet de tijd voor.” (lacht)

“Mijn mama en ik komen erg goed overeen. Al sinds mijn ouders gescheiden zijn, woon ik vooral bij haar.”

Je ouders zijn uit elkaar gegaan toen je 8 jaar was.

“Ik ken ze al veel langer apart dan samen. Ze zijn altijd heel open geweest over hun scheiding, en daar ben ik hen dankbaar voor. Na de scheiding kwamen ze vanaf dag één goed overeen, en dat maakte het een stuk makkelijker voor mij. Natuurlijk is het nooit tof voor een kind als je ouders uit elkaar gaan, maar een traditioneel gezin zijn we nooit geweest: mijn ouders hadden toen een bakkerij, en we zaten maar zelden samen aan de ontbijttafel.”

Vond je dat erg?

“Nee, ik was oud genoeg om alleen ergens naartoe te fietsen, dus kon ik ook wel voor mijn boterhammen zorgen.”

“Toen papa twee kinderen kreeg met Els (Béatse, Rita in De zonen van Van As, red.), heb ik me wel even zorgen gemaakt. Tot dan ging ik thuis met alle aandacht lopen. (lacht) Toen ik die op mijn 11de plots moest delen, ging ik me afvragen of papa me nog wel graag zou zien. Onnozel, maar wel belangrijk voor een kind in zo’n situatie.”

Je vader kwam op het idee van Ja Jan - op alles ja zeggen - omdat hij het vervelend vond om altijd maar nee te moeten zeggen als zijn kinderen vroegen of hij even tijd had.

“Hij heeft het nog altijd druk, hoor. We zien elkaar niet zo vaak, omdat ik het zelf ook druk heb. We missen elkaar soms, maar we zijn nooit kwaad op elkaar als de ander geen tijd heeft. Op het einde van mijn middelbareschooltijd kon papa bijvoorbeeld niet naar de proclamatie komen, maar dat heb ik hem nooit kwalijk genomen. Ik heb nooit iets anders gezien dan twee hardwerkende ouders. Maar dat heeft me sterker gemaakt. En door al dat harde werk wonen we nu wel in een mooi huis, en hadden we als kind altijd alles wat we wilden. En af en toe gaan we iets eten, of gaan we samen op reis.”

Ouders denken dat ze hun kinderen altijd kunnen controleren en vragen waar ze zijn, maar dat is een illusie.

Praten met bacteriën

Je vader werd bakker omdat hij van zijn eigen vader niet mocht acteren. Hij wilde jou anders opvoeden. Is dat gelukt?

“Hij heeft me altijd mijn eigen keuzes laten maken. Toen mijn ouders pas gescheiden waren, mocht ik kiezen bij wie ik bleef, en voor hoelang. Ze wilden geen strikte regeling, en daar ben ik achteraf gezien blij om. En als ik wilde uitgaan, waren er niet veel regels. ‘Doe maar’, was het standaardantwoord. Ik heb nooit misbruik gemaakt van dat vertrouwen. Daarvoor respecteer ik mijn ouders te veel. Respect is heel belangrijk voor mijn vader, en ook voor mij.”

‘Als ik wilde uitgaan, waren er niet veel regels. ‘Doe maar’, was het standaardantwoord. Ik heb nooit misbruik gemaakt van dat vertrouwen’

“Je moet doen wat je graag doet, zegt hij altijd. Ik moest niet eerst een diploma halen voor ik mocht kiezen wat ik deed met mijn leven. Ik zit nu in het laatste jaar communicatiemanagement, met als specialisatie reclame. Maar ik heb eerst een jaar laboratoriumwetenschappen gestudeerd. In het middelbaar heb ik de richting wetenschappen-wiskunde gevolgd en ik was erg geïnteresseerd in biologie, dus leek bacteriën kweken me wel interessant. Maar ik voelde al snel dat het niets voor mij was. Ik wilde met mensen werken en niet de rest van mijn leven tegen bacteriën in een glazen schaaltje praten.”

“Ik ben toen begonnen aan de richting communicatie, zelfs al heb ik geen talenknobbel en zal er meer werkzekerheid zijn in de biomedische sector. Ik heb al elk jaar herexamens gehad, en elke docent vraagt me waarom ik eigenlijk die richting volg - ik heb in het middelbaar weinig taalvakken gehad. Maar het is nu eenmaal wat ik wil doen, en dus werk ik gewoon wat harder. Dat ziet mijn papa ook, en hij heeft nooit geprobeerd om mij op andere gedachten te brengen.”

Weet je al wat je wilt doen met je diploma?

“Nee. De kans is zelfs klein dat ik in de reclamewereld stap, want ik heb na drie jaar wel genoeg gezien van dat milieu. Ik voel me ook niet klaar om al te gaan werken. Misschien kijk ik nog een jaar de kat uit de boom. Ik heb veel hobby’s en ik zit in de groepsleiding bij de scouts: ik wil dat nog niet opgeven voor een echte job.”

Volgens je vader heb je aanleg om in de showbizz te gaan: je acteert niet slecht, en zingen kun je ook.

“Ik heb het zeker overwogen en ik zou een acteerrol nooit afslaan, maar ik ga er niet zelf naar op zoek. Als ik echt goed genoeg ben, zal het wel op mijn pad komen. Ik heb nog tijd, en het is ook zo'n onvoorspelbare wereld. Ik hoop wel dat ik later bij de televisie terechtkan, het liefst achter de schermen. Vrienden van mij hebben net als ik communicatie gestudeerd en zijn nu aan de slag bij een productiehuis, zo gek is dat dus niet.”

Je vader heeft al vaker gezegd dat jouw generatie het veel moeilijker zal krijgen dan de zijne. Is dat ook jouw angst?

“Of ik ooit een huis zal kunnen kopen, bijvoorbeeld? Geen idee, dat zal ik wel zien. Maar dan zou ik beter snel een job zoeken en geld beginnen te verdienen, en daar voel ik me niet klaar voor. Het heeft eigenlijk weinig zin om generaties te vergelijken: de wereld ziet er nu gewoon helemaal anders uit dan in zijn jeugd. En zuchten dat het vroeger allemaal beter was, helpt ook niet.”

Heb je je ooit geschaamd voor je vader?

“Oprechte schaamte heb ik nooit gevoeld. Natuurlijk zegt hij weleens iets doms in het bijzijn van mijn vrienden, maar dan denk ik gewoon: ‘Dat is die van mij weer.’ Ik heb hem nooit moeten vragen om iets niet meer te doen.”

‘Als ik iemand mee naar huis zou brengen, zou hij durven me voor schut te zetten, ja: gênante grappen maken aan tafel en dan genieten van de ongemakkelijke stilte’

Hij lijkt me anders wel het archetype van de afschrikwekkende schoonvader.

“Als ik iemand mee naar huis zou brengen, zou hij durven me voor schut te zetten, ja: gênante grappen maken aan tafel en dan genieten van de ongemakkelijke stilte. (lacht) Maar ik zou nooit bang zijn om iemand aan hem voor te stellen: iedereen is welkom, ongeacht afkomst, kleur of geslacht. Hij kan heel intimiderend overkomen, maar als je hem kent, kijk je daar zo doorheen.”

Heb je je niet gegeneerd toen hij voor Ja Jan naakt poseerde voor een beeldhouwklas?

“Nee, hoor. Hij heeft toen ook meegespeeld in een pornofilm. Natuurlijk werd ik daarop aangesproken, maar dan haalde ik eens mijn schouders op. Hij kan het maar gehad hebben, hè. (lacht) Ik vind het veel erger om spijt te hebben van iets wat je niet hebt geprobeerd dan van iets wat je hebt gedaan. Ik hou van impulsieve beslissingen: op dat vlak lijk ik óók op hem.”

Op weg met jan, vanavond om 21.10 uur op Eén

© HUMO