Direct naar artikelinhoud
Klimaatverandering

De Filipijnse bewoners die de overstromingen trotseren in plaats van te verhuizen

Ubay Island.Beeld Shutterstock

Wegens een aardbeving in 2013 zijn bepaalde Filipijnse eilanden tot een meter dieper afgegleden. Met als gevolg dat sommige haast voortdurend geteisterd worden door overstromingen. Toch weigeren de lokale bewoners andere oorden op te zoeken.

“Ik hou echt van het leven op het eiland, want het is hier zo rustig.” Aan het woord is Maria Saavedra, een van de bewoners van het eiland Ubay, in het centrum van de Filipijnen.

Meer dan 130 dagen per jaar en vier uur per dag wordt haar huis overstroomd door de Straat van Cebu. Toch is er geen haar op haar hoofd dat eraan denkt om dit leven om te ruilen voor een onzekere toekomst op een ander eiland.

“We kunnen iedere dag verse vis eten. Bovendien kunnen we die ook verkopen om rijst te kopen. We koken, eten en slapen. Dit is waar we oud willen worden, we houden echt van onze thuis”, aldus Saavedra.

Aardbeving grote boosdoener

De frequente overstromingen zijn het gevolg van een aardbeving met een magnitude van 7,1 op de schaal van Richter in 2013. Daardoor is het eiland maar liefst een meter weggezakt.

Daardoor biedt het nu een uitstekend werkterrein voor wetenschappers die de gevolgen van de stijgende zeespiegel willen onderzoeken. Het is met andere woorden een voorbeeld van wat er ons staat te gebeuren binnen dit en enkele tientallen jaren.

De aardbeving liet ook in Bohol een ravage achter.Beeld AFP

Het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) verwacht dat tegen 2100 de zeespiegel tussen de 26 en 98 cm zal stijgen. De Filipijnen zullen daar een van de grootste slachtoffers van worden. Vandaar dat ze op de afgelopen klimaattop nog een noodboodschap uitstuurden.

Aanpassing is mogelijk

Toch toont dit voorbeeld aan dat aanpassing wel degelijk mogelijk is.

De overheid had namelijk een relocatieprogramma klaar, waar iedere bewoner een huis zou krijgen op een nabijgelegen, groter eiland. Maar de inwoners van Ubay zijn vissers en wouden van geen wijken weten.

Water staat dan ook centraal in hun leven. Elke 24ste juni vieren ze Johannes de Doper door zich in de zee te begeven. “We vieren dat feest, net als onze voorouders voor ons deden", vertelt Servillana Mejares, een voormalig visser. “Ze zeiden ons dat we in de zee dienden te zwemmen om te genezen.”

“We stoppen dan ook niet met zwemmen, enkel en alleen omwille van de overstromingen. We vieren nog steeds zo vaak we kunnen.”

Voorlopig blijven bijna alle bewoners nog op het eiland wonen. En het leven gaat er zijn gewone gangetje: er zijn marktkraampjes, mensen gaan er naar school en ook de huisdieren zijn nog steeds op post. In de huizen die met overstromingen te maken krijgen, zijn de meubels voorzien van langere poten en zijn er verhoogde platforms om te kunnen koken.

Maar het water veroorzaakt problemen. Zo is zoutwater nefast voor de vegetatie en zorgt het voor een gebrek aan drinkwater. Regelmatig moet er dan ook vers drinkwater ingeslagen worden vanop het vasteland.

Overheid speelt in op lokale noden

Laurice Jamero, doctoraatsstudent aan de universiteit van Tokio, merkt op dat de meeste aandacht gaat naar “mensen die ondergelopen gebieden verlaten. Een beetje zoals het einde van de wereld.”

“Maar toen ik hier kwam, zag ik dat de realiteit helemaal anders is. Mensen willen hun thuis niet verlaten en hebben een manier ontwikkeld om zich aan de nieuwe situatie aan te passen.” Wel legt Jamero uit dat de overheid, indien noodzakelijk – denk maar aan tyfoons – tot een tijdelijke evacuatie overgaat.

“Wat me echt verbaast, is dat de overheid besloten heeft om naar de mensen te luisteren en haar aanpak te veranderen”, aldus Jamero. De overheid zet volop in op onderwijs en biedt beurzen aan aan de studenten op het eiland om zo relocatie op een meer natuurlijke wijze te laten verlopen.

‘Wat me echt verbaast, is dat de overheid besloten heeft om naar de mensen te luisteren en haar aanpak te veranderen’
Laurice Jamero, doctoraatsstudent universiteit van Tokio

Kort na de aardbeving was de boodschap nog helemaal anders. Toen wou de overheid de eilandbewoners zo snel mogelijk naar het vasteland overbrengen. “Maar de bewoners denken niet dat ze op het vasteland kunnen overleven, aangezien ze zo afhankelijk zijn van de zee”, legt gemeentelijk beheerder Noel Mendana uit. “Daarom zet de overheid in op ondersteuning om zich aan de nieuwe situatie aan te passen.”

En die aanpak lijkt zijn vruchten af te werpen. De eilandbewoners hebben zich in grote mate leren aan te passen aan de nieuwe situatie, ook al stelt het hen voor bepaalde problemen. Toch zijn ze er zich van bewust dat de toekomst van hun kinderen meer dan waarschijnlijk ergens anders ligt.

“Kinderen spelen met het water”

Agnes Bulilan geeft les in de plaatselijke school met haar benen half in het water. De lessen kunnen nu eenmaal niet afgelast worden telkens er een overstroming is, want dan zouden er te veel schooldagen verloren gaan.

“Telkens we lesgeven en het vloed is, verliezen we de aandacht van de kinderen,” legt Bulilan uit. “Ze kijken wel naar jou, maar zijn met hun voeten met het zeewater aan het spelen. Er is ook veel afval. Vissen die het lokaal binnenzwemmen vormen niet echt een probleem, maar er komen ook menselijke uitwerpselen binnen.”

Volgens voedingsdeskundige Amelita Sucano zorgt regelmatige overstroming ervoor dat het moeilijker is om verse groenten en fruit te vinden. Bijna alle gezamelijke tuinen werden tijdens de typhoon Queenie in 2014 vernield.

‘Telkens we lesgeven en het vloed is, verliezen we de aandacht van de kinderen’
Agnes Bulila, plaatselijke leerkracht

“Groenten zijn zeldzaam, we moeten ze dan ook importeren van het vasteland. Meestal eten we vis en krab, maar als er geen vis gevangen wordt, dan eten we schelpen. Ons grootste probleem zijn echter de overstromingen, die onze planten compleet verwoesten.”

Maar Chris Chadwick, die op het eiland bezig is met een documentaire, is toch onder de indruk van de snelle aanpassing van de eilandbewoners.

“Wanneer je arriveert, is er een initiële shock over de ernst van de situatie. Het huis dat we als uitvalsbasis gebruiken was iemands kamer, met alle spullen op een verhoging geplaatst. Na twee en een half uur stond de ruimte volledig onder water, en een kind van anderhalf jaar kwam doodleuk binnen gezwommen.”