Direct naar artikelinhoud
Bedreigde dieren

De mens is zijn grote diersoorten aan het opeten

De mens is zijn grote diersoorten aan het opeten
Beeld rv

De mens is bezig de grote dieren van de wereld op te eten. Menselijke consumptie is voor een belangrijk deel verantwoordelijk voor een afname van het aantal grote zoogdieren, vissen, reptielen, amfibieën en vogels. Meer dan 150 soorten in deze categorie worden met uitsterven bedreigd.

Dat blijkt uit onderzoek naar bijna 300 diersoorten die gerekend worden tot de megafauna, de (zeer) grote in het wild levende dieren. Van de onderzochte grote soorten neemt 70 procent in aantal af en dreigt 59 procent uit te sterven, aldus de studie in de tweemaandelijkse wetenschappelijke publicatie Conservation Letters. Tot megafauna behoren bijvoorbeeld olifanten, giraffen, neushoorns, beren, walvissen, haaien, herten en wilde zwijnen.

Het eten van wild en het gebruiken van dierlijke lichaamsdelen vormen het belangrijkste gevaar voor bijna alle grote soorten die met uitsterven worden bedreigd, zegt eerste auteur William Ripple van Oregon State University. De megafauna loopt gemiddeld aanzienlijk meer gevaar dan andere gewervelde diersoorten. “Soorten die behoren tot de megafauna worden meer bedreigd en hebben meer krimpende populaties dan alle andere gewervelde dieren.”

Bushmeat

De mens heeft altijd gejaagd op grote beesten, voornamelijk om hun vlees. En dat is nog steeds het geval. Voor veel mensen is bushmeat een onderdeel van het menu. Gejaagd wordt er ook om lichaamsdelen als slagtanden, schilden, geweien, huiden of vinnen te gebruiken, bijvoorbeeld als medicijn of als trofee. De groeiende vraag naar traditionele medicinale producten in Azië eist een hoge tol. Grote vissen worden vaak gedood als bijvangst. Van veel reptielen worden de eieren gegeten.

‘Soorten die behoren tot de megafauna worden meer bedreigd en hebben meer krimpende populaties dan alle andere gewervelde dieren’
William Ripple, Oregon State University

De afgelopen 250 jaar zijn negen megafauna-soorten uitgestorven, waaronder twee soorten reuzenschildpadden en twee hertensoorten. Dat was het gevolg van jacht of van een combinatie van jacht en verlies van leefgebied.

De auteurs vragen begrip voor het feit dat grote dieren een belangrijke voedselbron kunnen zijn voor mensen in ontwikkelingslanden, maar wijzen erop dat op het op het zuidelijk halfrond jaarlijks miljoenen tonnen dierlijke biomassa worden ‘geoogst’. Het beperken van de jacht is cruciaal om iconische soorten te redden, aldus Ripple.

Bushmeat
Beeld Getty Images/Robert Harding Worl

Verlies van habitat

Hoe de gevolgen van menselijke consumptie zich verhouden tot de gevolgen van het verlies van leefgebieden, wordt in de studie niet duidelijk, reageert Bram Büscher, hoogleraar sociologie van ontwikkeling en verandering aan de Wageningen Universiteit. “Terwijl degradatie en verlies van habitat door veranderend landgebruik ook veelal wordt gezien als belangrijke factor in de afname van diersoorten.”

In de studie wordt de mens bestempeld tot ‘superroofdier’, dat zich heeft gespecialiseerd in de jacht op grote prooien. Büscher heeft daar moeite mee. “Het verklaart mogelijk dat de impact van de mens op dieren in de geschiedenis groot is geweest, maar het verklaart niet waarom we vooral na 1950 een versnelling zien van de invloed van menselijke activiteit op de biodiversiteit in de wereld. Het verklaart ook niet waarom er van sommige soorten sinds de jaren 60-70 juist meer dieren zijn gekomen.’

In de studie wordt de mens bestempeld tot ‘superroofdier’, dat zich heeft gespecialiseerd in de jacht op grote prooien

Voor hun onderzoek vergeleken de auteurs gegevens over omvang en lichaamsgewicht van dieren met informatie uit de Rode Lijst van bedreigde diersoorten die wordt samengesteld door de IUCN (International Union for Conversation of Nature). Voor zoogdieren en vissen hielden ze een ondergrens aan van 100 kilo, voor amfibieën, vogels en reptielen was dat 40 kilo.