Waarom 28 studentenclubs het doopcharter weigeren te tekenen

Foto van de studentenclub Maaslandia © Dennis Laveaux

De meldingsplicht van een doop bij de politie zit het Seniorenkonvent, waaronder dertig studentenclubs vallen, niet lekker. Ze willen liever eigen regels opstellen dan zich bij het doopcharter van de KU Leuven aan te sluiten.

Eveline Vergauwen

Het doopcharter van de KU Leuven is niets nieuws. Het bestaat al sinds 2013, maar na de dood van Sanda Dia in december van vorig jaar kwam het doopritueel en (het gebrek aan) regels errond weer in de aandacht. In de eerste plaats bij de universiteit zelf. Rector Luc Sels eiste dat elke studentenkring en -club het charter, dat licht vernieuwd werd, zou tekenen.

De clubs kregen tot donderdag de tijd om te tekenen. Alle studentenkringen én de meisjesclubs zetten hun handtekening. Maar één groep, het Seniorenkonvent met dertig mannelijke studentenclubs, bleef achter. De student die gestorven is, behoorde nochtans tot de studentenclub Reuzegom, dat deel uitmaakte van het Seniorenkonvent. De club heeft zichzelf inmiddels ontbonden. Tot het Seniorenkonvent behoren de regionaal georganiseerde studentenclubs. Zo verenigde Reuzegom bijvoorbeeld studenten aan de KU Leuven uit het Antwerpse. De mannenclubs hebben een elitaire reputatie: de jongens van het college, zonen van notarissen en advocaten.

Geen dieren, geen racisme

Het doopcharter is een set van regels, een handleiding voor een ‘menselijke’ doop. Een paar voorbeelden van die regels: geen dieren gebruiken, geen dronken doopmeesters, geen ongewenst seksueel gedrag, geweld of racisme. Schachten mogen alcoholische dranken weigeren en mogen niet meer dan anderhale liter vloeistof drinken. De student die in december vorig jaar omkwam, zou zo’n drie liter visolie naar binnen hebben moeten werken. Samen met onderkoeling was dat de oorzaak van zijn dood.

Een ander belangrijk element in het charter: de meldingsplicht van elke doopactiviteit. De studentenverenigingen moeten op voorhand de Leuvense politie verwittigen. Daar wringt het schoentje voor het Seniorenkonvent. ‘Wij doen vaak doopactiviteiten op privédomein, of op grondgebied buiten het Leuvense. Dat zou voor ons niet gemeld moeten worden’, zegt voorzitter Dennis Laveaux. ‘Wij werken wel goed samen met de politie, er zijn nooit problemen.’

Nochtans zei Stephanie Homans, de ‘studentenflik’, na de dood van Sanda Dia in De Standaard iets anders. ‘De dopen van de clubs gebeuren vaak onaangekondigd op het openbaar terrein, dat is veel moeilijker te controleren.’ De clubs moeten nu al elke activiteit op de Leuvense openbare weg melden.

Het Seniorenkonvent werkt naar eigen zeggen aan een eigen document met regels, gebaseerd op het charter. ‘Het charter is te veel op maat van de kringen geschreven (de studentenkringen die verbonden zijn aan de faculteiten, red.)’, vindt Laveaux. ‘Wij willen een voorstel maken dat door al onze clubs gedragen wordt. Eén uniform charter voor alle studentenverenigingen is volgens ons niet nodig en niet goed, we moeten iets van onszelf hebben.’

De deur blijft voor rector Luc Sels op een kier voor de studentenclubs. 'Maar we gaan niet onderhandelen over een eigen document, met andere regels voor deze 28 studentenclubs', zegt Sels. 'Dat is niet duidelijk voor de studenten, die soms lid zijn van verschillende studentenverenigingen. Het charter bevat de minimale spelrgels voor doopactiviteiten.'

Sancties kan de rector niet nemen tegen de clubs die niet tekenen. 'Ze hebben een autonoom bestaan, het zijn vrije verenigingen. Maar het charter is wel een vertaling van ons tuchtreglement, dat van toepassing is op alle studenten bij doopactiviteiten. Als clubs niet tekenen, zetten ze hun studenten dus in een lastig parket als er iets misloopt.'