Europese reizen Christchurch-terrorist onder de loep: interesse in historische veldslagen op de Balkan
Brenton Harrison Tarrant, de verdachte van de aanslagen op twee moskeeën in Nieuw-Zeeland, blijkt de afgelopen jaren veelvuldig te hebben gereisd. Hij had een bijzondere aandacht voor de Balkan. Bulgarije, Kroatië en Turkije hebben al bevestigd dat hij in die landen is geweest. De overheid gaat nu na wat hij daar precies deed.
De politie in Nieuw-Zeeland gaat nu uit van één verdachte voor de aanslagen in Christchurch: de rechts-extremistische Australiër Brenton Harrison Tarrant. Er komt steeds meer informatie binnen over zijn levenswandel. Opvallend is dat hij de voorbije jaren verwoed heeft gereisd.
In het 74 bladzijden tellende manifest dat hij voor de aanslag online zette, verwijst hij naar zijn reizen. Hij maakt melding van bezoeken aan West- en Oost-Europa, Turkije, maar onder meer ook Pakistan en zelfs Noord-Korea.
Balkan
Enkele landen hebben bevestigd dat Tarrant inderdaad op hun grondgebied was. De Bulgaarse overheid zegt dat hij in november van vorig jaar nog in de hoofdstad Sofia landde. Hij verbleef ongeveer een week in Bulgarije en zou vandaaruit zijn doorgereisd naar Roemenië en Hongarije.
Tarrant lijkt een bijzondere aandacht voor de Balkan aan de dag te leggen, want ook in 2016 reisde hij al rond in het gebied. Volgens de Bulgaarse overheid zou hij in Bosnië, Montenegro, Servië en Kroatië zijn geweest. De Kroatische regering bevestigt dat. De Turkse overheid op haar beurt heeft gezegd dat Tarrant ook langere tijd in Turkije verbleef.
De overheden van de landen in kwestie zeggen dat ze nu nagaan wat Tarrant precies deed tijdens zijn reizen, en met wie hij eventueel contact heeft gehad. Volgens het Amerikaanse persagentschap AP had hij vooral belangstelling voor historische veldslagen tussen christenen en moslims ten tijde van het Turks-Ottomaanse Rijk.
Op de beelden die Tarrant zelf van zijn moordpartij maakte, was dan weer te horen dat hij op weg naar de moskee een Servisch nationalistisch lied afspeelde. Het lied stamt uit de Joegoslavische burgeroorlogen van de jaren 90 en verheerlijkt Radovan Karadzic, de nationalistische leider van de Bosnische Serviërs die werd veroordeeld voor volkerenmoord in de moslimenclave Srebrenica.
Bekijk hier een reportage uit "Het journaal."
