Direct naar artikelinhoud

2014: het jaar van de schrijfsters

Hoe komt het dat vrouwen het zo moeilijk hebben in de literatuur? Waarom vallen ze doorgaans uit de boot bij literaire prijzen, waarom ontbreken ze in de canon en in eindejaarslijstjes, en waarom wordt er zo meewarig over hen gedaan als ze succesvol zijn?

Vertel eens, welke schrijfsters zijn uw inspiratiebron? Het zou zo kunnen dat u meteen allerlei namen te binnen schieten, tot u zich ineens realiseert dat gevraagd wordt naar vróúwen. Oei. Uhm. Ze zijn er wel, heus. Virginia Woolf is een boegbeeld, voor iedereen. Alice Munro wordt door velen genoemd en geroemd om haar korte verhalen, ook al voordat ze de Booker Prize en de Nobelprijs kreeg. Toni Morisson. En voor de jongere garde Zadie Smith, met haar essays en uitdagende proza.

En in Vlaanderen? Kristien Hemmerechts, baanbreker die zich steeds weer vernieuwt. En voor wie het nog weet: de zussen Loveling. Patricia de Martelaere: doordacht, verfijnd. Loekie Zvonik: van een ontroerende schoonheid. En voor de dichters: Christine D'Haen en Miriam Van hee. Dus jawel, ze zijn er gewoon en ze doen zich zeker gelden. Maar vreemd genoeg komen ze niet meteen bovendrijven in uw geheugen. Enkelen nemen de breedte in van velen: één schrijfster noemen lijkt meteen genoeg. Dat heeft met van alles te maken.

Ten eerste is er een vermaledijd en hardnekkig misverstand. Een schrijfster is bij voorbaat verdacht, want vrouwen schrijven over huiselijkheid, persoonlijke wissewasjes, ze zeuren, komen niet tot de kern, hebben geen alomvattende ideeën. Ze hebben altijd kassuccessen, vanwege dat lekkere snoetje. En de big selling points, natuurlijk. De vrouw die een exclusieve vrouwenprijs krijgt, zoals de Anna Bijns Prijs of in Engeland de Orange Prize, schaamt zich dan ook een beetje (al is het geld welkom). Die voelt zich neergepoot op een krukje. Jij mag meedoen vanaf de zijlijn, kijk eerst maar eens hoe de grote jongens het doen.

Zouden we echter een canon maken die gebaseerd is op verkoopaantallen, dan zouden Virginie Loveling, Rose Gronon, Alice Nahon, Monika van Paemel, Renate Dorrestein, Kristien Hemmerechts, Saskia de Coster en consorten de Vlaamse literatuurgeschiedenis bevolken. Mannen zouden er karig afkomen, iets waar schrijvers als Nathaniel Hawthorne en P.F. Thomése heel kleinzielig hun beklag al eens over deden (vrouwen romen hun markt af met pulp), maar het ligt in elk geval niet aan de lezers dat vrouwen geen waardering krijgen. Waar het wel aan ligt, is aan een klein clubje ingewijden, dat bestsellers bij voorbaat verdacht vindt, vooral als die door vrouwen geschreven zijn.