Direct naar artikelinhoud

Chaos, wachten en file op het spoor

En plots, ja plots, werden alle treinen Fyra's, werd Brussel een zandloper en bewoog het land in slomo. Verslag van een dag verdwazing op het spoor, van Gent naar Brussel. Als wachten omslaat in woede: Daar is 'm! Daar is 'm!

"Godverdommeeeuuuh!" Guido, een man met een aktetas, grijs haar, een bruine bril en een zwaar gemoed kijkt verdwaasd naar de uren van vertrek in Gent Sint-Pieters. Drie treinen staan aangegeven. Met een vertraging van meer dan een uur. Onder het grote paneel troept het volk samen. Een potpourri van pendelaars, studenten en toeristen. Guido: "Bon, voor mij ne kaffie met slagroom." 09u15.

In de ruime stationshal staat een man met een portofoon, de stationschef. Hij wordt omsingeld, als was het een scheidsrechter die een rode kaart trekt: "Mensen, ik kan daar dus ook niks aan doen hé."

De intercom: "De trein met bestemming Tongeren komt zo dadelijk aan. Spoor 9." De stationschef: "Ja, die stopt in Brussel. Allez, lopen."

Het peloton pendelaars loopt de honderd meter richting perron in een handvol seconden. De IC-trein, komende van de kust, dropt een lading passagiers. Die rennen vertwijfeld en verdwaald door elkaar heen, als een zak knikkers die wordt uitgestrooid. De conductrice, tegen alles en iedereen: "Jaja, Brussel, stap maar in."

Lieva Stroo uit De Pinte takelt haar bagage op. "Naar Thailand gaan we meneer. Naar de zon." Haar man, Ivo: "Hah! En we zijn schoon op tijd. Ons gaan ze niet liggen hebben." Een zegen is het, dat ene zinnetje, voor een wachtende wagon: "De trein vertrekt zo meteen."

Maar het nieuws verspreidt zich sneller dan de trein vertrekt. Het staat geschreven en gedrukt, op smartphones en tablets, dat het land wegzinkt, in een puree van modder en sneeuw. Doch: het gaat verbazend goed vooruit. De IC-trein naar Tongeren, met haltes in de drie Brussels, glijdt als een sneeuwjacht, getrokken door een roedel husky's. Hij stoomt en raast naar Brussel. Lieva: "Schoon hé zeg, die sneeuw."

Stilstand

Een halfuur onderweg, en aan de einder gloort zowaar Brussel-Zuid. Boven de schuifdeuren staat het parmantig: 'We komen aan in Brussel-Zuid. Nous arrivons à Bruxelles-Midi'. Weer is daar de intercom, en een beepsignaal: "Door klimatologische omstandigheden is het wachten om Brussel binnen te rijden."

En dan begint de miserie. Nu dus ook files op het spoor. Brussel slibt dicht, de gekende trechter kan het volk niet meer slikken. Noch de auto's, noch de treinen, noch God en klein Pierke. Auto's verstenen op de weg, treinen doen hetzelfde. De eeuwige stilstand, als de sneeuw uitmondt in een staking. Een kwartier wordt een halfuur, wordt een uur, wordt twee uur. Ook in de IC-trein met bestemming Tongeren. Ook daar: iedereen Fyra. En Lieva, die denkt aan Thailand. En de buurvrouw, die is ook op weg naar de luchthaven. Ook naar Thailand. Pech komt nooit alleen, dus zijn ze met drie. Een jongeman: "Euh Thailand, serieus? Ik ook."

Van stennis is na een halfuur nog geen sprake, maar na een uur wordt tijd wel treurnis en de lichtkrant, die irriteert: 'We komen aan in Brussel-Zuid'. De tijd raakt ook gewoon op. De goesting verdampt. Want op weekdagen zijn de kruiswoordraadsels in de krant korter dan in het weekend. En een sudoku voor experts doet er ook geen goed aan. Een norse vent: "Kan er hier iemand een deur openbreken?" Frustratie wordt geventileerd. Het volk zit vast, en dat op een paar honderd meter van het station. Of nog: "Die deuren van de Belgische treinen doen nooit wat ze moeten doen. Als ze open moeten, zitten ze potdicht. En als ze dicht moeten, staan ze de hele rit open."

Er is de intercom, wederom, die aanvankelijk informeert, maar na een tijd vooral enerveert: "We hebben intussen een vertraging van anderhalf uur."

Bram Mergaert, een trompettist van het Brussels Philharmonic Orchestra: "Normaal kom ik drie kwartier voor de repetitie aan in de zaal. Ik ga drie uur te laat zijn op de repetitie. Ik kreeg ook net bericht dat 75 van de 100 muzikanten er niet waren bij aanvang van de repetitie. Wat kun je doen? Blijven lachen, meer zit er niet in."

Kunigonde de Laat, een lerares uit Woluwe zat de avond voordien al vast, ook al op de trein. "Mijn eerste project in Brussel wordt nu kijken hoe ik terug in Gent geraak. Het heeft geen zin om op school te (proberen) geraken."

Waarna wachten omslaat in woede, de trein een paar meter rijdt - "Aha. Ze hebben door dat er een journalist op de trein zit" - en meteen weer stilvalt. De groep Thailandtoeristen slaat aan het bellen. Lieva: "En meneer, is er ook vertraging op de luchthaven? Neen, zegt u. Aja. Euhm."

Gevloek en gescheld

Er is een verlossend bericht, gebracht door een conductrice onder stoom: "We rijden zo meteen Brussel-Centraal binnen met een vertraging van 2,5 uur." Haar naam wil ze niet in de krant - "dat mag niet, en er komen sowieso vodden van" -, haar mening wel. "Mijn bedrijf (de NMBS, MD) heeft nog nooit zo gefaald. Nog nooit. En ik werk er al vijftien jaar. Of het nu de wissels zijn, of de seinen, of de bedrading, daar hebben jullie, de reizigers, niks aan. Jongens toch."

Ze neemt de hoorn en waarschuwt: "Mensen, de kans dat het verkeer deze avond ook grondig wordt verstoord, is zeer groot." Iemand heeft geen ticket en komt dat melden: "Ach madam, zet u maar."

Aankomst in Brussel-Centraal iets over twaalven. Daar heerst de inertie. Alle hoop is opgegeven, zo toont het reisschema. Het is bijna niet te geloven, maar het staat er wel. Om precies 12.13 uur wordt de trein van 08u48 aangekondigd. En toch. Als een schim kruipt de mol uit de tunnel. Daar is 'm! Daar is 'm!

Lieva en Bram, de toeriste en de trompettist, gaan op in de Brusselse grootstad. Een paar uur later zijn de namen gewoon vervangen, maar de situatie is dezelfde. Lieva en Bram zijn hier Jos en Dominique. Om 16 uur staan er nog altijd maar drie treinen op het bord. Die info krijg je nu per megafoon. Van een klein ventje met een te grote fluovest. Chaos, niks dan chaos. En veel natte voeten.

Treinen die onaangekondigd plots toch opduiken en nagenoeg leeg doorrijden terwijl de perrons overstromen van het volk. Bizar. Om 17 uur vertrekt er een trein naar Gent. Als bonen in blik staat reizigers tegen elkaar gedrukt. Gevloek en gescheld, voor de conductrice. Maar ach. Het is niet haar schuld. Frustratie is het residu na een dag van ellendig wachten.

En akkoord, een deel van de reizigers beseft dat een dag vertraging niet het einde van de wereld is. Want de trein is verwarmd en thuis wacht een glas Merlot. Maar Guido zei 'Godverdomme' en vatte 's ochtends al het relaas van de rest van de dag samen. In één woord.

Terug in Gent is de scheidsrechter met zijn walkietalkie naar huis. Staat er nog altijd volk onder dat paneel. En is de ochtendspits de avondspits geworden.