Direct naar artikelinhoud

Oorverdovende stilte

Toen ik zaterdagavond voor de première van Tristan und Isolde in de Vlaamse Opera intendant Aviel Cahn begroette en hem zei dat ik net terugkwam van vakantie in Zwitserland, kwam het antwoord: "Dan ben je dubbel goed voorbereid". Ik fronste even de wenkbrauwen want ik had ginds maar één keer aan Richard Wagner gedacht, en dat was toen ik het huis in Sils-Maria bezocht waar de filosoof Friedrich Nietzsche jarenlang de zomers doorbracht in de tijd dat hij Also sprach Zarathustra schreef. De gedachte van de "eeuwige terugkeer" vond hij naar eigen zeggen daar in augustus 1881: "Ik schreef hem snel op een blad met het onderschrift '6.000 voet boven mens en tijd'. Ik ging die dag langs het meer van Silvaplana door de bossen; bij een machtige, piramidaal oprijzende rots dichtbij Surlej rustte ik uit. Daar kwam die gedachte over mij."

Dat ook Wagners muziek de eeuwige terugkeer - zij het in een andere betekenis - huldigt, is bekend. Maar toen Nietzsche in Sils was, was de vriendschap met de componist allang bekoeld en Tristan al meer dan twintig jaar afgewerkt.

Toch zijn er nog verbanden tussen Tristan en Zwitserland. Het stuk werd gedeeltelijk daar geschreven: het begin in Wagners 'asiel' bij de Wesendoncks nabij Zürich, waar zijn huwelijk op de klippen liep door zijn relatie met mevrouw Wesendonck, en het einde in Luzern. Van daaruit ondernam Richard een uitstapje naar de berg Rigi, waar hij, eveneens naar eigen zeggen, de opgewekte herdersmelodie bij de terugkomst van Isolde in het derde bedrijf oppikte van een alpenhoornblazer. Se non è vero... Grote mensen als Nietzsche en Wagner zijn hun eigen mythe. Jaren geleden stond ik eens op de Rigi. Alpenhoornblazers komen er enkel nog voor toeristen. Het uitzicht is nog altijd verbluffend.

Nee, dan toch maar Sils-Maria, dat altijd een toevluchtsoord is geweest voor kunstenaars en filosofen. Ook Wagner-exegeten en -interpreten, van Thomas Mann tot Otto Klemperer, voelden er zich thuis. Maar de hamvraag is daarmee niet beantwoord: is er iets Zwitsers aan Tristan und Isolde, dat toch tussen Ierland en Cornwall speelt? Als ik 's avonds uit het kamerbrede raam van onze tijdelijke woning naar de bergen keek en naar de weiden waar koeien graasden, was er zeker een gevoel van oneindigheid en tijdigheid, van grootsheid en kleine ironie. En de stilte van de nacht was oorverdovend.

Wie goed met stilte overweg kan, is de Oostenrijkse componist en dirigent Beat Furrer, een geboren Zwitser. Hij is eind deze week voor enkele dagen met zijn Klangforum Wien te gast in het Concertgebouw in Brugge. Een probaat tegengif voor de liefdes- en doodsdrankjes van de held van Bayreuth.

Tristan und Isolde, Vlaamse Opera, Antwerpen. Domein Beat Furrer van 27 tot 29/9 in het Concertgebouw, Brugge.