Direct naar artikelinhoud

Werknemer verliest tot kwart aanvullend pensioen

De opbrengst van het aanvullend pensioen daalt drastisch. Concreet kan een werknemer tot een kwart minder overhouden aan het einde van zijn carrière, nu de rente afhankelijk wordt van de markt.

Maandenlang hebben de sociale partners onderhandeld over het aanvullend pensioen, de zogenaamde tweede pensioenpijler. Donderdagnacht kwam er eindelijk witte rook. De wettelijk vastgelegde opbrengst van 3,25 procent wordt vervangen door een variabele rente, die schommelt tussen 1,75 en 3,75 procent.

Het nieuwe rendement zal rekening houden met de marktomstandigheden: er wordt gekeken naar de langetermijnrente op Belgisch staatspapier. Die is voor de verzekeraars bepalend voor het geld dat ze beleggen en dus het rendement dat ze aan hun klanten kunnen aanbieden. Maar die langetermijnrente staat momenteel bijzonder laag, waardoor we voor de komende jaren gebeiteld zitten op de ondergrens van 1,75 procent.

Dat betekent een fiks verlies voor de werknemer, zeker als de rente nog lang op het huidige lage peil blijft. In het meest extreme geval kan hij of zij over een hele carrière tot enkele tienduizenden euro's mislopen. Let wel, de economische omstandigheden op een carrière van meer dan veertig jaar zijn moeilijk te voorspellen. Een tiental jaar geleden piekte de langetermijnrente nog, waardoor we in huidige systeem richting de 3,75 procent zouden zijn gegaan.

Bittere pil om te slikken

Met andere woorden: als de markt gunstiger is, zal de werknemer daar ook van profiteren. Maar alleen in het meest optimistische scenario zal hij of zij meer overhouden dan in het oude systeem - momenteel een weinig realistische optie. De facto zullen de spaarders hier aan verliezen en dat stond eigenlijk al vast van bij de start van de onderhandelingen. "Het huidige systeem met een vaste rente was onhoudbaar geworden", zegt Jan Proesmans, pensioenspecialist bij Stibbe Advocaten.

Een bittere pil om te slikken voor de vakbonden, maar toch hebben zij een lichtpuntje. Zo wordt er niet geraakt aan de rendementen uit het verleden. Alleen voor stortingen vanaf 1 januari 2016 wordt het nieuwe systeem toegepast.

Bij de modale pensioenspaarder zal het kapitaal dat tot eind 2015 is opgebouwd ook de komende jaren blijven genieten van een rendement van 3,25 procent. Omdat het geld blijft 'oprenten', houdt dit het verlies beperkt voor wie al lang voor de tweede pijler spaart. Het is een van de factoren die hen definitief over de streep heeft getrokken. Wie van werkgever verandert, verliest wel zijn opgebouwde spaarrente, maar dat is nu ook al zo.

Moeilijke stemming bij vakbonden

De sociale partners hebben een evenwicht proberen te vinden tussen wat enerzijds economisch haalbaar is en wat anderzijds aantrekkelijk genoeg is voor de werknemer. "Nu wordt gekozen voor een eerder conservatieve aanpassing, door de oude contracten te homologeren", zegt Proesmans.

België presteert met de nieuwe regeling nog relatief goed vergeleken met de Europese buurlanden. Zwitserland, dat vaak als voorbeeldland wordt aangehaald, zit bijvoorbeeld dit jaar ook op een rendement van 1,75 procent. Ook valt het rendement drie keer hoger uit dan het huidige spaarboekje.

De sociale partners leggen deze ochtend het akkoord voor aan hun achterban. Vooral bij de bonden belooft de stemming moeilijk te worden. Veel werknemers zien hun appeltje voor de dorst krimpen. Daarom kijken zij ook naar andere dossiers die donderdagnacht op tafel kwamen: gaande van de tijdelijke werkloosheid over deeltijdse werklozen en de activering van langdurig zieken op de arbeidsmarkt. De versoepelingen die ze daar verkregen, kunnen helpen om de bittere pil te slikken.

Daarna wordt hun voorstel overgedragen aan de regering. Die heeft weinig andere keuze dan dit akkoord te homologeren. Premier Charles Michel (MR) benadrukte deze week bij zijn State of the Union het belang van het sociaal overleg. Ook na de grote vakbondsbetoging van vorige week zou dit akkoord afwijzen een bijzonder slecht signaal zijn.

En wat als de bonden alsnog het licht op rood zetten? Pensioenminister Daniel Bacquelaine (MR) zal dan zelf de knoop doorhakken, zoals hij eerder aankondigde. Maar zelfs dan is kans erg groot dat hij zich grotendeels laat inspireren door wat nu op tafel ligt.