Direct naar artikelinhoud

Groene stroom wordt onbetaalbaar

De Vlaamse rekening voor zonnepanelen, windmolens en biomassacentrales stijgt voor het eerst boven 1 miljard euro. Onhoudbaar voor de elektriciteitsverbruikers die hiervoor opdraaien, vindt Pascal Vermeulen, consultant bij de overheid. 'We moeten de subsidies voor oudere zonnepanelen herbekijken.'

De factuur van groene stroom is de laatste jaren geëxplodeerd. In 2008 ging het om 228 miljoen euro. Vorig jaar was dat al bijna verviervoudigd. En dit jaar wordt de grens van 1 miljard euro doorbroken. Dat leert een nieuwe studie van het Vlaamse adviesorgaan SERV.

De kosten worden doorgerekend aan de elektriciteitsverbruikers: de gezinnen, de kmo's en de grote bedrijven. In de praktijk zijn het vooral de eerste twee die betalen via toelages op hun elektriciteitsfactuur. Een gemiddeld gezin moet jaarlijks tussen de 80 en 120 euro extra ophoesten.

Vlaams energieminister Freya Van den Bossche (sp.a) kent het probleem. Ze hervormde de subsidies eind vorig jaar omdat ze besefte dat de kosten de pan uit swingden. Aan lopende engagementen werd echter niet geraakt, waardoor mensen die (te) royale subsidies ontvangen, die nog jaren zullen krijgen. Tot en met 2020 blijven de kosten voor de consument stijgen.

"We moeten de subsidies voor oudere zonnepanelen durven herbekijken", benadrukt Pascal Vermeulen, directeur van Climact, een groen consultancybureau dat werkt voor onder meer de FOD Leefmilieu, Electrabel, Carrefour, Toyota en Greenpeace. "We kunnen niet blijven betalen voor zonnepanelen die al lang afgeschreven zijn. In het Verenigd Koninkrijk bestaat al een systeem waarmee de overheid dit soort maatregelen kan terugdraaien. Waarom zou het dan bij ons niet kunnen?"

Maar Van den Bossche houdt voet bij stuk. "We kunnen niet terugkomen op gemaakte beloftes", reageert haar woordvoerder.

De meeste groenestroomsubsidies gaan naar zonnepanelen. Goed 626 miljoen (of 63 procent van de steun) vloeide daar in 2012 naartoe. Voor dit jaar valt de exacte verdeling nog niet te becijferen. Maar aan de verhoudingen zal volgens de SERV niets veranderen. Na de zonnepanelen komen de biomassacentrales, met 223 miljoen euro aan subsidies (23 procent). Naar windmolens op land gaat jaarlijks 69 miljoen (7 procent). Windmolens op zee worden niet meegenomen in deze berekening, aangezien die alleen federale steun krijgen. >>6