Direct naar artikelinhoud

Financieel front tegen het Westen

China en Rusland sturen aan op een Koude Oorlog in de financiële wereld. De twee landen proberen de hegemonie van het Westen te doorbreken. De oprichting van een gezamenlijk ratingagentschap is stap één.

Geen kruisraketten of nucleaire dreiging zoals tijdens de Koude Oorlog vorige eeuw, maar wel een eigen ratingbureau, een aparte ontwikkelingsbank en een Euraziatische Economische Unie. Rusland en China willen een eind maken aan de economische en financiële overmacht van het Westen.

Met de dollar als globale reservemunt, ratingagentschappen als Standard & Poor's, Moody's en Fitch, die de kredietwaardigheid van multinationals en overheden bepalen, en het Internationaal Monetair Fonds is die overmacht op dit moment zeer uitgesproken. Maar niet lang meer, als het van China en Rusland afhangt.

China uitte al eerder zijn onvrede met de relatief slechte beoordeling die het krijgt van de drie grote ratingagentschappen (AA- bij S&P, bijvoorbeeld, dso). Door die ratings moeten ze hogere rentes betalen op obligaties, wat beleggers afschrikt. Ook Rusland zit in die situatie. Het land kreeg na de crisis in de Krim economisch harde klappen door de verlaging van Standard & Poor's tot één niveau boven rommel.

China heeft sinds 1994 een eigen ratingagentschap, Dagong, dat door een overeenkomst die de twee landen nu ondertekend hebben een Russisch-Chinees agentschap wordt. Tot 2010 bleef Dagong wereldwijd vrij onbekend, maar in dat jaar publiceerde het voor het eerst een rating voor vijftig landen. China kreeg een AAA-rating, Rusland een A en de VS maar een AA.

De VS krijgen die beoordeling op basis van onder meer de schuld-bbp ratio, waar China beter op scoort. Vorig jaar verlaagde Dagong de rating van de VS nog van A naar A- naar aanleiding van de begrotingscrisis daar. Zo mogelijk nog illustratiever voor de moeilijke verhoudingen tussen het financiële machtscentrum in het Westen en China: de Amerikaanse toezichthouder SEC wil het Chinese ratingagentschap niet erkennen, omdat hij niet in staat is het bedrijf te controleren.

Er is al langer een machtsstrijd aan de gang tussen de BRIC-landen en het Westen, maar door de Krim-crisis zijn de tegenstellingen scherper geworden. Met name Rusland neemt steeds meer acties om eigen en/of gemeenschappelijke belangen te verdedigen en te verenigen.

"Er is duidelijk een machtsstrijd bezig op mondiaal niveau", zegt Dries Lesage, docent internationale politiek aan UGent. "Maar daar zijn ook Brazilië en India, twee andere BRIC-landen, bij betrokken. De Westerse grootmachten schermen hun macht zoveel mogelijk af, wat de BRIC-landen frustreert en naar alternatieven doet zoeken, maar daar tegenover staat dat de onderlinge verschillen groot zijn, waardoor ze nog te zwak staan om een echte bedreiging te vormen."

Gefrustreerd

Een ratingagentschap met China is niet de enige stap die Rusland zet. Vanaf 2015 vormen Rusland, Wit-Rusland en Kazachstan een Euraziatische Economische Unie, een antwoord op de Europese Unie. De BRIC-landen maken ook werk van een eigen ontwikkelingsbank, als antwoord op de Wereldbank.

Matthias Vermeiren, docent internationale politieke economie: "De BRIC-landen zijn al langer gefrustreerd over hun ondergeschikte rol. Ze daagden het IMF al uit door een reservefonds van 100 miljard euro te starten. Dit ratingagentschap is een nieuwe zet, maar het is enorm moeilijk om op te tornen tegen drie agentschappen die hun dominantie historisch hebben opgebouwd. En dat geldt eigenlijk voor de machtspositie van het Westen in het algemeen."