Direct naar artikelinhoud

Waarom Mars al 100 jaar de populairste planeet is

De NASA-robot Curiosity snuffelt sinds maandag rond op Mars. Het is vrij onwaarschijnlijk dat de sonde er kleine groene Marsmannetjes zal spotten. Want eerder dan op de rode planeet, verblijven de Marsbewoners al decennialang in ons collectief geheugen.

Waarom toch zijn we al zo lang gefascineerd door mogelijk leven op Mars? Volgens Jan Baetens, hoogleraar Culturele Studies aan de KU Leuven, zijn we zo geprikkeld door de planeet omdat ze tegelijk binnen en buiten ons bereik ligt. "Mars werd in het verleden altijd beschouwd als de planeet waarop leven, na de aarde, het meest waarschijnlijk was", zegt Baetens. "Bovendien heeft Mars altijd meer tot de verbeelding gesproken dan pakweg de maan. De droom om de rode planeet te bereiken is altijd nog dat tikkeltje groter geweest."

David Catling, planetair wetenschapper aan de Universiteit van Washington, associeert het ontstaan van de interesse voor de rode planeet vreemd genoeg met de opening van het Suezkanaal in 1869. In Astrobiology, een magazine van ruimtevaartorganisatie NASA, legt hij uit dat de Italiaanse astronoom Giovanni Schiaparelli in 1877 met zijn telescoop op Mars verschillende geulen ontdekte die aan rivierbeddingen deden denken. Schiaparelli noemde ze canali, beddingen of geulen in het Italiaans. In het Engels werd de term vertaald als canals, of kanalen.

De euforie die in die dagen heerste over de technologische vooruitgang van de tweede industriële revolutie maakte de publieke opinie blind voor deze vertaalfout. De mens was erin geslaagd om acht jaar eerder met behulp van de nieuwste technologie in Suez een van de modernste en grootste projecten uit de menselijke geschiedenis tot een goed einde te brengen. Het kon niet anders of Schiaparelli's Marskanalen waren het ultieme bewijs van een hoogontwikkelde beschaving die op Mars met hetzelfde bezig was.

Op datzelfde ogenblik beleefde de Franse schrijver Jules Verne zijn doorbraak als een van de eerste sciencefictionschrijvers uit de geschiedenis. Volgens Baetens is het Verne die de blik van het grote publiek naar de kosmos richtte. In 1865 publiceerde Verne het boek De la terre à la lune. Daarin werd voor het eerst concreet gefantaseerd over de mogelijkheden van een ruimtereis. Baetens: "Vernes verhaal paste volledig in de 19de-eeuwse tijdgeest over kolonisatie. Terwijl de Europese grootmachten hun schepen de wereld rondstuurden om verre landen te overheersen, droomde Verne ervan hetzelfde te doen met de planeten in de ruimte."

Bloeddorstig

Het beeld dat door Verne en - ongewild - door Schiaparelli was opgehangen, schetste een positief beeld over ruimtereizen en eventueel leven op Mars. Dat keerde naar het einde van de eeuw echter volledig om. Naast het groeiend nationalisme en de agressieve oorlogsretoriek tussen concurrerende naties slopen op dat ogenblik ook de denkbeelden over de rode planeet binnen. Het vooruitgangsgeloof dat bij Schiaparelli nog werd geprojecteerd op een potentieel grootse beschaving op Mars, maakte plaats voor meer martiale scenario's.

De Britse sciencefictionauteur H.G. Wells drong het grote publiek in zijn roman The War of the Worlds uit 1898 het beeld op van Marsbewoners als oorlogszuchtige monsters. Wells beschrijft in zijn boek hoe Marsbewoners de grondstoffen op aarde willen overnemen en met die bedoeling in Groot-Brittannië neerstrijken en Londen vernielen. Er breekt paniek uit onder de bevolking, en de mens heeft geen enkele kans tegen de superieure wapens van de buitenaardse wezens. Gelukkig worden de Marsbewoners op het juiste moment gevloerd door virussen en bacteriën. Ondanks de overwinning van de mens, werd diens kijk op het universum in Wells' boek onherroepelijk pessimistisch.

Baetens gelooft dat die negatieve visie op wat zich buiten de aarde bevindt, bovenal iets zegt over de mens en de heersende tijdgeest. "Sciencefiction is de manier bij uitstek om over de eigen maatschappij na te denken", zegt de hoogleraar. TheWar of the Worlds lijkt dan ook het ultieme voorbeeld van wat Baetens bedoelt. Wells' boek zit vol verwijzingen naar ideeën over sociaal darwinisme en een groeiend besef dat technologie ook gevaren inhoudt. De auteur hield de mens van het 19de-eeuwse fin de siècle duidelijk een spiegel voor. Het verhaal voorspelde zelfs de komst van de Eerste Wereldoorlog, waarbij Mars symbool stond voor het combattieve Duitsland.

Kosmisch drama

Sinds The War of the Worlds veranderde het beeld van Mars en haar bewoners definitief. Volgens Catling zorgde het succes van het boek er bovendien voor dat bij de ingang van de 20ste eeuw Mars een vaste plek veroverde in de populaire cultuur. In de Verenigde Staten verscheen in de jaren '20 voor het eerst een tijdschrift dat zich exclusief op sciencefiction richtte: Amazing Stories. Het magazine werd immens populair en publiceerde tot in 2005 elke maand verhalen over interstellaire veldslagen en ander kosmisch drama. Ook de oudere auteurs als Wells en Verne werden erin opgenomen, zodat hun werk ook bij het brede, niet-literaire publiek bekend werd.

De verhalen over Mars sijpelden ondertussen ook door naar radio, film en later televisie. In de tekenfilms van Looney Tunes kreeg Bugs Bunny eind jaren '40 te maken met het agressieve Marsmannetje 'Marvin the Martian'. De kleine schreeuwlelijk was constant uit op Bugs' ondergang en probeerde de aarde te vernietigen 'omdat die zijn zicht op Venus belemmerde'. De toon in de vertelsels over de rode planeet werd duidelijk lichter.

Na de jaren '50 raakte de metafoor van Mars als profetie voor de menselijke toekomst steeds verder zoek. De planeet figureerde vooral nog in knullige rampenfilms als The Angry Red Planet (1959) of de ridicule B-film Santa Claus Conquers the Martians (1964). In recenter tijden werd de rode planeet vooral opgevoerd als decor voor kolderieke parodieën op de oude scifi. De opzettelijk onhandige effecten en gratuit lasergeweld in Tim Burtons Mars Attacks! uit 1996 vormen misschien wel de meest originele persiflage op de rampenfilms uit de jaren '50.

Het was trouwens net tijdens de verovering van de ruimte door de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie in de Koude Oorlog dat Mars steeds minder met de ernst van weleer werd behandeld. Misschien zorgde de steeds verregaander verkenning van de nabije kosmos in de jaren '60 voor een vorm van ont-tovering? Als dat klopt, betekent de landing van Curiosity misschien wel het einde van de heersende fantasieën over Mars.

Jan Baetens gelooft in elk geval van niet. "Ons geloof in de wetenschap is niet meer zo sterk als dat in de jaren '50 en '60 het geval was. Was de landing van Curiosioty een halve eeuw vroeger gebeurd, was het effect op het grote publiek veel groter geweest. We zien vandaag steeds meer de negatieve effecten van wetenschappelijke vooruitgang. Als gevolg daarvan laten we de wetenschap ook minder toe de verhalen die we koesteren te onttoveren. Op die manier zal Mars en haar bewoners nog lang in ons collectief geheugen blijven leven."