Direct naar artikelinhoud

Sherlock Holmes raakt zijn huis kwijt

Arthur Conan Doyle schreef er The Hound of the Baskervilles, sprak er met Bram Stoker over het paranormale en in de tuin speelde hij cricket met Peter Pans geestelijke vader J.M. Barrie. Undershaw heeft een even korte als rijke literaire geschiedenis, maar wat de gemeente betreft mag een projectontwikkelaar het vervallen landhuis ombouwen tot appartementencomplex. Dit tot woede van bewonderaars van de schrijver.

Natuurlijk, de naam van de beroemde detectiveschrijver is onlosmakelijk verbonden met 221b Baker Street, de plek waar Sherlock Holmes en diens assistent Dr. Watson misdaden oplosten. Enkele panden verderop staat tegenwoordig het Sherlock Holmes Museum. Maar zeker 13 Holmes-verhalen zijn, ver weg van de Londense drukte, geschreven in de buurt van Hindhead, een dorpje in de heuvels van Surrey waar nu vooral bankiers, profvoetballers en effectenmakelaars wonen.

Dat zijn ook de soort kopers waar projectontwikkelaar Fossway zich op richt bij haar plannen om de Edwardiaanse villa onherkenbaar te veranderen in 8 afzonderlijke luxeappartementen. De gemeente Waverley ruikt geld en is akkoord gegaan met de plannen. Hierop stapte de Undershaw Preservation Trust naar de bestuursrechter. Aan steun heeft de stichting geen gebrek. De Victorian Society is tegen, alsmede de minister van Cultuur Jeremy Hunt, tevens de plaatselijke afgevaardigde.

De meeste aandacht gaat uit naar de literaire tegenstanders, zoals de Schotse detectiveschrijver Ian Rankin, Booker Prijs-winnaar Julian Barnes en cultuurpaus Stephen Fry. Laatstgenoemde is tevens beschermheer van de Canon Doyle-bibliotheek. Tegenover de rechter beweerde Fry afgelopen week dat Undershaw, door Conan Doyle in 1897 gebouwd als sanatorium voor zijn vrouw, prima dienst kan doen als museum, studiecentrum of plaatselijke attractie. Een blauwe gedenkplaat is niet genoeg.

De literaire wereld is niet eensgezind over de waarde van Undershaw. In The Daily Telegraph zette de schrijver en criticus Philip Hensher vraagtekens bij de strijd tot behoud. Volgens hem is niet elk huis waar een schrijver heeft gewoond per se een schrijvershuis. Na Conan Doyles vertrek in 1907 heeft Undershaw tot voor voor enkele jaren geleden dienst gedaan als hotel, waardoor de geest van Conan Doyle goeddeels verdwenen zou zijn. Naar pijptabak ruikt het er in ieder geval allang niet meer.