Direct naar artikelinhoud

Architecten aan de bedelstaf

Het gebeurt zelden dat een architect op de fles gaat, maar toch is de flamboyante Hasselaar Juul Vanleysen failliet. Omdat hij er bij te veel overheidsprojecten net naast greep. 'Wie aan zulke wedstrijden meedoet, krijgt vaak geen enkele vergoeding', klaagt Jos Leyssens van de beroepsorde aan. 'Daar ga je aan kapot.'

"We hebben het niet gered", verzucht Juul Vanleysen op de website van zijn bureau Holistic Architecture. Eerder deze week moest hij noodgedwongen de boeken neerleggen. "De laatste twee jaar hebben wij het vaak net niet gehaald bij vele werken, vooral bij wedstrijden. Daardoor is het niet langer mogelijk om de huidige equipe levensvatbaar te houden."

Gemeentehuizen, woon- en zorgcentra, scholen: Vanleysen dong regelmatig mee naar overheidsprojecten. Maar die openbare wedstrijden zijn er niet makkelijker op geworden, luidt het. Door de crisis vallen er minder opdrachten te rapen op de private markt, en dus zoeken steeds meer architecten hun heil bij de overheid.

Dertig kandidaten

"De concurrentie is fors gestegen", beaamt Dieter De Clercq, hoofd van het Gentse kantoor Abscis Architecten. "Vroeger schreef een tiental kandidaten zich in, nu zijn dat er dertig. Bovendien liggen de eisen hoog. Vaak verwacht de bouwheer dat je een gratis ontwerp maakt. Maar als je dan weet dat je maar één kans op dertig hebt, kijk je wel uit."

Verlopen de openbare aanbestedingen via de Vlaamse Bouwmeester, dan gaat het er iets anders aan toe. Van de honderden ingezonden portfolio's krijgen vijf kandidaten de kans om een ontwerp te schetsen. Voor hen is wel een vergoeding voorzien, al blijft die "ontoereikend". De Clercq: "Die tegemoetkoming is er wel, maar je stopt sowieso veel meer centen in je ontwerp dan je vergoed krijgt. Want je zit nog altijd met die vier andere kandidaten, dus de concurrentie blijft spelen."

Zo kreeg Abscis voor een nieuwbouwproject van het UZ Leuven 10.000 euro toegestopt, al weet het bureau nu al dat het zelf zeker 50.000 à 60.000 euro zal investeren. De Clercq: "Elk jaar proberen we een duidelijk budget vast te leggen: hoeveel willen we opsouperen aan wedstrijden? Anders wordt het onhoudbaar."

Dat het hard tegen hard gaat, weet ook architect en oud-Vlaams Bouwmeester Bob Van Reeth. "Sowieso willen bureaus elkaar de loef afsteken. Ik heb nog meegemaakt dat vijf geselecteerde kandidaten onderling hadden afgesproken om geen maquette te maken. Kwestie van elkaar niet nodeloos op kosten te jagen. Maar op het moment van de presentatie kwamen er toch twee met een maquette aandraven. Typisch zeker?"

"Het komt er in deze wereld op aan om berekende risico's te nemen", zegt Van Reeth. Want een tegenslag komt soms uit onverwachte hoek. "Ik nam indertijd deel aan de wedstrijd voor het nieuwe casino van Oostende. Die kosten waren enorm. Ik had geluk, ik won. Maar twee dagen later werd de boel doodleuk afgeblazen. Er kwam geen nieuw casino."

Slecht betaald

In ons land buigen zo'n 14.000 architecten zich dagelijks over hun tekentafel. Aanbod genoeg, en dus veel ellebogenwerk. Wel staan ze in de ranglijst van tien slechtst betaalde diploma's op nummer twee, toont een enquête van Vacature uit 2010. Zo heeft een starter een gemiddeld brutoloon van 1.709 euro. "Massaal veel denkwerk blijft onvergoed", klaagt Jos Leyssens van de Orde van Architecten aan. "Zeker als je weet dat bureaus een vijfde van hun tijd in wedstrijden steken." De beroepsorde pleit dan ook voor een billijke vergoeding in elke wedstrijd.

"Bouwheren vergeten dat wij niet zomaar offertes maken", hekelt Leyssens, verbonden aan het Brusselse Licence to Build. "Wij hebben onlangs een scholenproject binnengehaald. Zo'n 1.500 uren hebben we daaraan besteed. Hadden we die wedstrijd niet gewonnen, dan hadden we een troostprijs gekregen van 5.000 euro. Peanuts natuurlijk, maar dan mag je als verliezer al blij zijn dat je iets krijgt."

Openbare projecten die niet via de Bouwmeester gaan, houden dikwijls maar voor 30 procent van de punten rekening met je idee, weet Leyssens. Die andere 70 procent hangt samen met het ereloon van de architect. "Gevolg: al te vaak is het degene met de laagste prijs die de opdracht binnenrijft, los van het ontwerp. Als je dan een schitterend idee hebt, word je genadeloos afgestraft. Dat zijn jammerlijke situaties. Op den duur ga je daaraan kapot."