Direct naar artikelinhoud

Duikers speuren op specifieke plaatsen naar vermisten, ook in hut van kapitein

Reddingsduikers zoeken verwoed naar vermisten aan boord van de Costa Concordia. Volgens deskundigen is het echter onmogelijk alle twaalf dekken van het 290 meter lange schip systematisch af te zoeken. Duikers beperken zich tot specifieke plekken.

Gisteren concentreerden de duikers zich op het vierde dek van het schip, het enige dek waar reddingsboten zijn opgehangen. Hier moeten passagiers zich verzamelen, met hun zwemvest aan, zodra de kapitein bevel geeft het schip te verlaten. In iedere hut hangt een bordje waarop het nummer van een reddingssloep staat. Vijf van de elf lichamen die tot nu zijn geborgen, bevonden zich op dek vier, circa 20 meter onder water.

Sommigen verdronken bij de uitgang naar het promenadedek, anderen in het enorme Ristorante New York, aan de achterzijde van het schip. De duikers hebben ook opdracht gekregen de hutten te doorzoeken van de 21 passagiers die nog vermist zijn. Ook de hut van kapitein Schettino wordt doorzocht.

De zoektocht in het donkere en koude cruiseschip, waarin hele bankstellen en buffetten ronddobberen, is volgens deskundigen een linke klus. "Het gevaarlijkste is als je vast komt te zitten", zegt luitenant ter zee Wil Meurer. De plaatsvervangend commandant van de duikgroep van de marine zocht ooit zelf naar lichamen in de Herald of Free Enterprise. Die lag op zijn kant in Het Kanaal. "Een fles die van een bar valt, wordt dan een projectiel dat 15 meter lager langs je hoofd suist."

In de Costa Concordia mogen duikers niet verder dan 60 meter het schip in. Het zicht is 1,5 meter, de watertemperatuur minder dan 15 graden Celsius. Om te voorkomen dat duikers verstrikt raken in trappenhuizen, maakt de Italiaanse marine openingen in de scheepshuid met zogeheten snijladingen. Deze speciaal gevormde explosieven met koperdeeltjes, snijden ook onder water door staal.

Reddingsduikers zijn doorgaans met slangen verbonden met een oppervlakteschip. Zo krijgen ze lucht en kunnen zij communiceren. De duikers werken alleen, maar een reserveduiker staat klaar om hulp te bieden. Voor de zekerheid dragen de duikers op hun rug ook een zogeheten bail out-cilinder met een beperkte voorraad reservelucht. Meurer: "Als je vast komt te zitten, is onderkoeling het grootste probleem."

In de Concordia zwemmen ook achttien speleologen rond. De grotduikers hebben ervaring met kleine, donkere ruimtes onder water. Zij zitten niet vast aan drukslangen en duiken altijd met zijn tweeën.

Een reddingsduiker speurt altijd systematisch. Volgens Meurer is het echter onmogelijk de enorme theaterzalen en casino's aan boord op die manier te onderzoeken. "Het schip ligt ook nog eens op zijn kant. Probeer dan nog maar eens dezelfde ingang terug te vinden."

Een duiker kan doorgaans drie keer per dag een uur zoeken onder water. Mits hij niet te diep gaat.