Direct naar artikelinhoud

De fluister is luider dan de schreeuw

In Scandinavië is Thomas Dybdahl al jaren een gevestigde waarde, maar bij elke nieuwe plaat neemt zijn reputatie ook in de rest van Europa toe. Op het nieuweWhat's Left Is Foreverkrijgt hij hulp van Larry Klein, de rechterhand van Joni Mitchell.

What's Left Is Forever van Thomas Dybdahl is uit bij Universal.

Dybdahl had al een carrière als gitarist bij de rockgroep Quadraphonics achter de rug voor hij het op eigen kracht probeerde. Zijn eerste cdThat Great October Soundwerd in eigen land een instant classic, en vond met een paar jaar vertraging ook buiten de landsgrenzen een klein, maar hondstrouw publiek. Sindsdien heeft hij gestaag een eigen repertoire opgebouwd. Zijn nummers schreeuwen niet om aandacht, maar fluisteren je net zo lang toe tot je toch de oren spitst.

Na de vorig jaar verschenen compilatieSongs- een uitstekende introductie, overigens - verscheen zopasWhat's Left Is Forever, opnieuw een plaat vol ambachtelijk vervaardigde mijmeringen over de schaduwzijde van de liefde. Opener 'This Love Is Here To Stay' schetst onmiddellijk de sfeer: de toon is introspectief en melancholisch, maar toch hoor je keer op keer een melodie openbloeien die je aandacht trekt.

De songs voelen spartaans aan, maar schijn bedriegt. Achter de klaterende akoestische gitaren van 'Easy Tiger' duiken strijkers op en elders worden 'Running On Fumes' en 'The Sculptor' mee ingekleurd door discreet zoemende Hammondorgels, Wurlitzers en allerlei andere instrumenten waar zwarte en witte toetsen opstaan.

Warmer dan kachel

De weemoedige folk waar Dybdahl in grossiert houdt zich op in de schemerzone tussen gelijkgestemden als Nick Drake, Jeff Buckley en zelfs Elliott Smith. Geen dijenkletsers, lichtvoetige popsongs of onvertogen meezingers te bespeuren, kortom. In plaats daarvan zijn 'Shine' en 'Soul Sister' van die aard dat ze meer warmte afgeven dan een houtkachel in het putje van de winter. 'Man On A Wire' heeft nog het meest weg van een popsong: mid-tempo, zelfs radiogeniek, maar tegelijkertijd voel je geen seconde behaagzucht.

Zoals meisjes op hun mooist blijven als ze zich niet bewust zijn van hun eigen schoonheid, zo zijn ook de nummers van Dybdahl op hun aantrekkelijkst wanneer ze geen enkele rekening houden met wat het grote publiek wil horen. En dat doen ze gelukkig zelden of nooit.

Larry Klein, die de arrangementen als altijd smaakvol en bescheiden houdt, koppelt de Noor aan andere rasschrijvers als David Poe en David Baerwald, en het resultaat laat zich raden:What's Left Is Foreverbevat vrijwel uitsluitend materiaal dat bij iedere draaibeurt blijft groeien, en keer op keer zijn er weer andere songs die je aandacht trekken.

Toegegeven: de zesde van Dybdahl behoort tot het soort platen die zich het best als geheel laten beluisteren - de sfeer is haast even belangrijk als wat er verteld wordt - maar wie er even de tijd voor neemt, ontdekt één van de mooiste cd's die het jaar tot nog toe heeft voortgebracht. Eentje om te koesteren.

Thomas Dybdahl treedt morgen op in de Botanique te Brussel. Info tickets www.botanique.be/nl