Direct naar artikelinhoud

Explosie van sociale leningen

De sociale leningen worden nu toegekend door meerdere instanties, die eigen voorwaarden en rentevoeten hanteren. Vlaams Parlementslid Liesbeth Homans (N-VA) stelt voor om ze onder te brengen bij één dienst.

De sociale leningen werden in het leven geroepen om ook de mensen te helpen die door een te laag inkomen bot vangen bij de banken. Zij kunnen bij de Vlaamse overheid geld lenen aan bijzonder voordelige rentevoeten. Anderhalve procent, 2 procent, intresten die bij een gewone bank onhaalbaar zijn. Het systeem van sociaal lenen is aan een stevige opmars bezig: van 4.351 sociale leningen in 2005 naar 6.033 in 2009, van een totaalbedrag van 359 miljoen euro vijf jaar geleden naar 726 miljoen euro vorig jaar.

De evolutie zal zich allicht doorzetten. Sinds de economische crisis zijn de banken nog veel strenger geworden bij het toekennen van leningen, meer en meer gezinnen moeten het noodgedwongen buiten het reguliere circuit gaan zoeken. Huren is vaak geen oplossing, omdat ook de huurprijzen blijven stijgen. “Een woning kopen met een sociale lening is haast even voordelig als huren”, zegt Homans. “Bovendien biedt een eigen huis of appartement veel meer zekerheid. We moeten eigendomsverwerving zoveel mogelijk aanmoedigen.”

Homans, die de cijfers opvroeg bij de administratie, meent dat er nog heel wat ruimte is om het systeem van sociaal lenen verder uit te breiden. “Het aanbod aan sociale leningen is weinig transparant. Verschillende instanties bieden leningen aan die mekaar dan ook nog eens overlappen. Ze hanteren andere voorwaarden om een lening te krijgen en ze bieden ook nog eens andere rentevoeten aan.”

Drie instanties kennen sociale leningen toe: de Vlaamse maatschappij voor Sociaal Wonen, het Vlaams Woningfonds en de erkende kredietmaatschappijen die borg staan voor hypothecaire leningen. De voorwaarden om een lening te krijgen verschillen per instantie. De inkomensgrens verschilt een paar duizend euro, de leeftijdsgrens is anders, het profiel van de ontlener is anders.

Een voorbeeld: alleen gezinnen met kinderen kunnen bij het Vlaams Woningfonds een sociale lening krijgen. De rentevoeten dalen samen met het aantal kinderen: vanaf 2 procent voor een gezin met één kind, vanaf anderhalve procent voor een gezin met twee kinderen. Wie geen kinderen heeft, moet naar de Vlaamse maatschappij voor Sociaal Wonen, en krijgt dan ook andere rentevoeten. Gezinnen mét kinderen kunnen wel kiezen, maar krijgen bij de Vlaamse maatschappij voor Sociaal Wonen geen lagere rentevoet als ze meer kinderen hebben.

“Een soep”, stelt Homans vast. “Het probleem is niet alleen dat het systeem ondoorzichtig is, maar ook dat de verschillende instanties los van mekaar hun eigen ding doen. Zo vallen gezinnen uit de boot omdat ze niet voldoen aan de voorwaarden van de ene instantie en niet weten dat ze nog ergens anders terechtkunnen. Of ze betalen meer dan dat ze bij een andere instantie zouden doen. Overheidsinstanties zouden zo niet mogen werken.”

De N-VA pleit voor een hervorming waarbij alle sociale leningen bij dezelfde dienst worden ondergebracht. “In het regeerakkoord hebben we afgesproken om de sociale leningen te harmoniseren”, verduidelijkt Homans. “De criteria en de rentevoeten moeten overal dezelfde zijn. Zo moeten gezinnen niet zelf gaan shoppen voor de voordeligste lening.” Ook mooi meegenomen: door de sociale leningen onder te brengen bij één instantie vermijdt de Vlaamse regering dubbel werk en kan ze aardig wat geld besparen.