Direct naar artikelinhoud

Toekomst Fyra blijft koffiedik kijken

De Belgische en Nederlandse spoorwegmaatschappijen hebben nog geen concrete datum waarop er een alternatief voor de Fyra beschikbaar zal zijn. Over de toekomst van de Fyra zelf hebben de NMBS en NS sterke twijfels.

Een hoorzitting van het Belgische, het Nederlandse en het Benelux-parlement moest meer duidelijkheid brengen over de Fyra. De 22 parlementsleden waren uiterst kritisch voor de NMBS en NS, die volgens hen de oude Beneluxtrein achter de hand hadden moeten houden als alternatief voor de problematische Fyra. Volgens de Belgische parlementariërs moet de Beneluxtrein permanent terugkomen.

Op de hoorzitting kwamen veel vragen, maar weinig antwoorden. Zo wilden alle parlementsleden weten wanneer er weer een rechtstreekse treinverbinding tussen Brussel en Amsterdam zou komen, als tijdelijk alternatief voor de geschrapte Fyra. Maar de NMBS en NS konden alleen aangeven dat ze eind deze week een voorstel zullen doen.

Een complicerende factor is dat het treinpad van de oude Beneluxtrein in Nederland al aan andere treinen is toegekend. De Nederlandse infrastructuurbeheerder ProRail zei gisteren de route tussen Den Haag en Brussel te kunnen vrijmaken, maar ook dan moeten nog locomotieven, extra personeel en financiële middelen worden gevonden. "Ik snap dat het heel vervelend is voor de reizigers, maar we werken met man en macht, letterlijk dag en nacht, aan die alternatieve verbinding", zei Meerstadt. De parlementsleden reageerden teleurgesteld op de mededeling. "We willen geen plannen, we willen treinen", zei het Kamerlid Betty de Boer (VVD).

De NS en NMBS hielden een eensgezind verhaal, met veel wederzijdse complimenten voor de samenwerking. Maar de parlementen waren kritischer over die samenwerking. Ze hadden vooral vragen over het grote verschil in aantal treinen - zestien voor de NS, drie voor de NMBS - en het feit dat alleen de NMBS de oplevering van hun Fyratreinen had geweigerd. "Kan de NMBS unilateraal besluiten die drie Fyra's niet af te nemen?", vroeg het Nederlandse Kamerlid Stientje van Veldhoven (D66) zich af. "De NMBS en NS lijken op een verschillend spoor te zitten", aldus Jef Van den Bergh (CD&V). "Wat als België afhaakt en Nederland niet?"

De topmannen van de NMBS (Marc Descheemaecker) en NS (Bert Meerstadt) lieten zich niet uit elkaar spelen, maar op politiek vlak bleek wel een verschil in visie. Terwijl alle Belgische parlementsleden pleitten voor een permanente terugkeer van de rechtstreekse intercity tussen Amsterdam en Brussel, wezen de meeste Nederlandse kamerleden die optie af. Steven Vandeput (N-VA) verwoordde het standpunt van alle Belgische partijen: "De Beneluxtrein was geen peis en vree, maar de trein gaf antwoord aan een nood. We hebben een flexibele, vlotte en regelmatige verbinding nodig tussen Amsterdam en Brussel, betaalbaar voor de huis-, tuin- en keukengebruiker."

Akkoorden herbekijken

Maar de Nederlandse parlementariërs reageerden afwijzend. "We hebben niet al die miljarden geïnvesteerd om de Beneluxtrein aan te houden", aldus Sander de Rouwe (CDA). Nederland heeft veel meer geïnvesteerd in het Fyraproject dan België. De NMBS en NS wezen de terugkeer van de Beneluxtrein niet af, maar waarschuwden wel dat de financiële akkoorden dan herbekeken zouden moeten worden.

De spoorwegmaatschappijen verdedigden ten slotte de keuze voor AnsaldoBreda in 2004. De problemen in Denemarken met de Italiaanse treinbouwer waren nog niet bekend, en door het beperkte aantal treinen bleef AnsaldoBreda als enige over in de openbare aanbesteding. NS-baas Meerstadt ontkende dat de keuze beïnvloed werd door de hoge prijs die de NS voor de concessie van de hogesnelheidslijn betaalde.