Direct naar artikelinhoud

Nog altijd menselijke resten in puin 9/11

New Yorkse DNA-specialisten buigen zich de komende maanden over 72 menselijke resten, het resultaat van maanden nauwgezet zoeken en sorteren op de vuilnisbelt van Staten Island. Bijna negen jaar na de aanslagen van 11 september wordt voor de allerlaatste keer gezocht naar de vermiste slachtoffers uit de WTC-torens.

DNA-specialisten buigen zich over 72 niet-geïdentificeerde overblijfselen uit afval WTC-torens in New York

De zoektocht heeft een ellenlange juridische voorgeschiedenis, een strijd tussen nabestaanden en de stad. Die laatste vulde met het puin, en dus ook de menselijke resten, de putten in de weg.

730 kubieke meter stof, brokken en puin. Zeven keer reden vrachtwagens over en weer, tussen Ground Zero en de vuilnisbelt van Staten Island’s Fresh Kills, de laadruimte boordevol puin. Met latex handschoenen, mondmaskers en hopen geduld ziften antropologen en hun assistenten sinds april behoedzaam de brokstukken. Op zoek naar botten, haar en wat na bijna negen jaar nog overblijft van een verkoold en verpletterd lijk.

Langzaam maar zeker nadert 11 september 2001 zijn onfortuinlijke tiende verjaardag. En toch kwam gisteren de bevreemdende persmededeling: “72 menselijke resten gevonden in puin 11/9”. Ondertekend: New York City Medical Examiner’s Office (OCME).

37 daarvan vonden de antropologen tussen de brokstukken die gerecupereerd werden in West Street, de snelweg die ten westen van Ground Zero raast. Het resultaat van drie maanden naarstig zoeken en sorteren. Soms zijn de resten niet meer dan stipjes. Hier en daar vinden ze een schoen, een stukje stof, een verroeste sleutel met daarop ‘World Trade Center’ gegraveerd. De komende maanden staan in het teken van gesofisticeerde apparatuur en DNA-analyses. Om op al die stukjes bot en huid weer een gezicht en een naam te kleven. Om een jarenlang wachtende familie een echte begrafenis te gunnen.

2.752. Zoveel bedroeg het dodental nadat de torens op dinsdagochtend 11 september 2001 doorboord werden door twee vliegtuigen en korte tijd later in elkaar klapten, een gigantische stofwolk en tonnen puin achterlatend. En lijken. Verkoold, verpletterd, veelal onherkenbaar. Maanden, zelfs jaren namen de bergingswerken in beslag. Maar het bleek al gauw een utopie alle lichamen te herenigen met hun families. Tot op vandaag is van meer dan 1.100 mensen die de twee torens niet tijdig konden ontvluchten, nog geen enkel spoor teruggevonden.

Begin 2005 werd de zoektocht naar die nimmer teruggevonden slachtoffers voor het eerst gestaakt. Het OCME zag niet in wat ze meer kon doen, en de laatste maanden liepen de resultaten al gestaag terug. Een occasionele ‘positive match’, maar het einde leek in zicht. Balans: 1.151 positieve identificaties. Wat overbleef, waren zo’n 10.000 stukken bot en weefsel waarover de wetenschappers in het duister tastten, en meer dan 1.100 families die hun geliefden nooit zouden kunnen begraven.

“Zijn we bereid om honderden lichaamsdelen en menselijke resten achter te laten op vuilnisbelten?” Aan het woord is Normen Siegel, advocaat van zeventien familieleden van slachtoffers van 11 september. De moeilijke identificatie en berging van de slachtoffers is inmiddels geëvolueerd tot een zaak die voor de rechtbank wordt uitgevochten, familieleden versus de stad New York. Hun eis: de puinresten, zeker meer dan een ton, weghalen uit de vuilnisbelt op Staten Island, en verschepen naar een locatie waar ze formeel en sereen begraven kunnen worden.

De families voelen zich gesteund door de nabestaanden van 1.000 andere slachtoffers van wie nooit iets is teruggevonden. “Je moet precies kunnen zijn, aantonen dat het jouw lichaamsdeel is. Maar al wat overblijft is een hoop stof”, voert de stad aan, die bovendien vreest voor de torenhoge kosten. Hun eis wordt verworpen, in 2007 wagen ze een nieuwe poging.

De familieleden krijgen nieuwe hoop door een opmerkelijke vondst op het dak van Deutsche Bank, in april 2006. Het bankkantoor bevond zich 120 meter ten zuiden van de WTC-torens, en de aanslag heeft de fundamenten stevig aangetast. Het gebouw is sloopklaar. Tijdens de voorbereidingswerken vonden de bouwvakkers maar liefst 82 stukjes bot en weefsel, tussen kiezelsteentjes op het dak. 74 daarvan bleken wel degelijk van menselijke oorsprong. Slachtoffers van 9/11.

Tijdens de rechtzaak in 2007 schuiven ze Eric Beck naar voren. De opzichter van de vuilnisbelt op Staten Island verklaart onder ede dat tonnen puin van het WTC worden gebruikt om putten in wegen te vullen. “De dodelijke slachtoffers van 11 september zijn gecremeerd, door de initiële vlammen na de aanval en de smeulende branden in de maanden daarop”, verklaart ook dokter Charles Hirsch, medisch onderzoeker in New York. “Het is bijna zeker dat er zich tussen het puin nog menselijke resten bevinden.”

Juffrouw Horning, die haar zoon verloor bij de aanslag, reageert geschokt. “Ik kan niet geloven hoe ze misbruik hebben gemaakt van onze goedgelovigheid om tot deze wandaden over te gaan”, zegt ze. “Ze hebben ons voorgelogen en behandelen onze geliefden als wegvulsel en afval.”

Alweer delven de familieleden het onderspit, poging drie volgde eind vorig jaar, deze keer voor het hof van beroep. Uiteindelijk gaat het stadsbestuur overstag. Meer zelfs, ze belooft de brokken puin zorgvuldig te sorteren, op zoek naar menselijke resten, en zal daar drie maanden voor uittrekken. Een mobiel forensisch labo wordt op poten gezet, 730 kubieke meter afval worden gedropt, klaar om gezeefd te worden. 72 menselijke resten wachten nu op DNA-analyses, wellicht voor de allerlaatste keer.