Direct naar artikelinhoud

Zo absurd is Hongarije

De Hongaarse premier Viktor Orban wilde met een referendum over vluchtelingen de EU onder druk zetten. Het werd een afknapper voor hem en zijn partij, maar een feestje voor de dadaïsten van de Partij van de Tweestaartige Hond.

Voorbij de kebabzaak is het rechts door een onopvallende groene deur, dan drie trappen op en voorbij de pingpongtafel weer rechts. Hier, in een lokaaltje van drie bij vier in Boedapest, zetelt de hipste en effectiefste oppositiepartij van Hongarije. "Hoeveel vrijwilligers we hebben?" József, eind twintig, denkt even na. "Duizend? O wacht, ik hoor net dat het er al 2.300 zijn."

Het succes van deze Partij van de Tweestaartige Hond (MKKP) komt in Hongarije als een volslagen verrassing, ook voor de partij zelf. MKKP begon in 2006 als een anarchistisch vriendencollectief. Ze fleurden de straten van Boedapest op door bankjes te verven en scheuren in de weg te vullen met bonte tegeltjes. Tien jaar later zijn ze in het hele land bekend. Hun posters en stickers nemen de door premier Orban tot grote hoogte opgepompte vluchtelingenhysterie op de hak. Passeer je in de steden een bushokje of lantaarnpaal, dan lees je in grote letters: "Wist u dat Hongaren in hun leven meer ufo's zien dan migranten?" Of: "Wist u dat in de 16de eeuw 82 mensen omkwamen door aanvallen van beren?"

Gratis bier

MKKP, pas sinds 2014 een officiële partij, riep Hongaren op een ongeldige stem uit te brengen in het referendum van gisteren. Zo'n stem telt niet mee voor de opkomst en moet het feestje van Orbans Fidesz-partij verstoren. De voorlopige uitslagen van dit referendumweekend wijzen op een succes: de opkomst is onder de benodigde 50 procent gebleven, het referendum is niet rechtsgeldig.

"De campagne van MKKP was de enige succesvolle", beaamt ongeldig-stemmer Anna (30, "geen achternaam") gisterenmiddag bij een stembureautje in district 7 van Boedapest. "Ze zijn zichtbaar op straat en maken het referendum terecht belachelijk, want het is een domme vraag."

Haar opvatting blijkt een dissonant: andere stemmers zeggen dat ze 'nee' hebben aangevinkt op de vraag of de EU Hongarije mag opdragen vluchtelingen op te nemen. "Ik woon vlak bij het treinstation Keleti", zegt onroerendgoedmakelaar Csándor Bogoly (45). "Vorig jaar zag ik de immigranten daar zitten. Ze maken me bang omdat ze me aan zigeuners doen denken. Die werken niet en stelen alleen maar." Geen van de stemmers zegt bang te zijn voor de repercussies van een 'nee' in Brussel.

Een dag eerder was de stemming in het kantoortje van de MKKP uitgelaten. Op de achtergrond klinkt lome housemuziek. Bijna was de partij door de rechter verboden. De angst was dat 'kétfarkú', het Hongaarse woord voor staarten, geïnterpreteerd zou worden als 'penissen'.

Partijwoordvoerder Ferenc Sebö (39) is duidelijk: "Onze partij is een grap, je moet ons zien als dadaïsten." Toch zegt MKKP-leider Gergö Kovács in interviews dat hij het parlement in wil. De standpunten: gratis bier en eeuwig leven plus twintig jaar ("ga je toch dood, dan heb je in elk geval nog die twintig").

Sebö grijnst van oor tot oor. "We hebben ook een oplossing voor de vluchtelingencrisis. Bij de grens plaatsen we bordjes in het Arabisch met het Hongaarse minimumloon. Dan wil niemand meer komen."

De clown uithangen is leuk. Nog leuker is het als je grappen de werkelijkheid een zetje geven. Want zie: wat de meeste Hongaarse oppositiepartijen aan geloofwaardigheid ontberen, heeft MKKP in overvloed. Omdat de 'Honden' niet in het parlement zitten, zijn ze niet besmet door het corruptievirus en hebben ze veel steun onder de veelal apolitieke jongeren. Hun budget, iets minder dan 100.000 euro, kwam louter van donaties.

Hypocrisie

Hoe uitgeblust de reguliere oppositie is, wordt duidelijk bij een demonstratie van de socialistische MSZP - na 1989 een van de opvolgers van de communisten. Een krappe 150 mensen - gemiddelde leeftijd 50 - hebben zich deze zaterdagmorgen voor het kantoor van de kiescommissie in Boedapest verzameld. Die is volgens de socialisten niet onafhankelijk. Demonstratief halen ze hun stembiljetten door de shredder.

De futloosheid is van de gezichten af te lezen. Gevraagd naar zijn drijfveren, antwoordt een partijwoordvoerder: "Het salaris." Hij leunt schaterlachend achterover, herpakt zich dan, en begint omstandig uit te leggen dat de EU 'één familie' is.

Ook andere oppositiepartijen (motto: blijf thuis bij dit referendum) krijgen Hongaren dit weekend niet de straat op tegen Orbans xenofobe retoriek. Ze klagen over een gebrek aan media-aandacht - een reëel probleem nu vrijwel alle belangrijke organen in handen zijn van Fidesz-getrouwen.

Toch vinden critici op links dat de oppositie meer had moeten doen, bijvoorbeeld door de hypocrisie aan de kaak te stellen. Voorbeeld: de regering plaatst sinds 2013 advertenties in het buitenland die vermogende Saudiërs, Turken en Chinezen Hongaars staatsburgerschap in het vooruitzicht stelt. Prijskaartje: 360.000 euro, waarvan 300.000 als lening. De website vermeldt trots dat er ruim 3.600 verkocht zijn: bijna driemaal het aantal vluchtelingen dat Hongarije in de Europese spreidingsplannen zou ontvangen.

Ferenc Sebö is doodop van de campagne van zijn 'Honden'. Onder zijn ogen hangen dikke wallen, maar hij kan tevreden zijn. "De satire is dood, nu de reguliere politiek zelf zo absurd is", glimlacht hij. "Als politici ons vak inpikken, pikken wij het hunne in."