Direct naar artikelinhoud

Vlaamse DNA-databank wil langs anonimiteit heen Yannick Verberckmoes

Donorkinderen kunnen vanaf volgend jaar via een Vlaamse databank achterhalen wie hun biologische ouders zijn. Maar gaat Vlaanderen zo niet in tegen de wet, die de anonimiteit van spermadonoren verzekert?

Al wie vragen heeft over zijn afstamming, mag vanaf volgend jaar aankloppen bij een afstammingscentrum, dat uitgerust wordt met een DNA-databank. Volgens De Standaardheeft Vlaams minister Jo Vandeurzen daarvoor al een budget van 300.000 euro vrijgemaakt.

Hoewel Vandeurzen in de eerste plaats ingaat op de vraag van een commissie die is samengesteld om Vlamingen te helpen die als kind gedwongen geadopteerd werden, laat deze DNA-databank ook toe dat donorkinderen zo hun biologische ouders op het spoor komen.

Juridisch stoot zo'n databank dan ook meteen op een hoop obstakels. Want wie nu zaad doneert aan een fertiliteitskliniek, krijgt zijn anonimiteit wettelijk gewaarborgd. "Een Vlaamse DNA-databank komt in een vreemde situatie terecht", zegt vruchtbaarheidsexpert en Groen-politicus Petra De Sutter. "Het federale niveau beschermt nu de donoren, terwijl Vlaanderen dat wil omzeilen."

In Nederland heeft men het anders aangepakt. Daar heeft de regering eerst het wettelijke kader veranderd, waardoor de Nederlanders de garantie op anonimiteit volledig hebben laten varen, alvorens een nationale DNA-databank op te richten.

Omdat Vlaanderen nu zelf het voortouw heeft genomen, is aan dat principe van anonimiteit enigszins een mouw gepast. "Via de databank kunnen we ouders en kinderen met elkaar verbinden, als ze zich willen aanmelden", zegt Ariane Van Den Berghe, de adoptieambtenaar bij Kind en Gezin. "We vertrekken dus vanuit een vrijwillig initiatief."

Van Den Berghe gelooft dat alleen met Vlaamse gegevens 'matches' kunnen worden gevonden, maar vindt net als andere experts dat er uiteindelijk een Belgisch centrum moet komen. Want hoe meer registraties, hoe meer kans op succes.

Vraag is wel of een schaalvergroting naar België veel zou opleveren. Wie vandaag ontdekt een kind te zijn van een donorouder, moet zich meestal tot internationale databanken wenden om zijn biologische vader op het spoor te komen.

"Het gros van het donorzaad dat in ons land gebruikt wordt, komt inderdaad uit Denemarken", zegt Steph Raeymaekers van Donor Detectives, dat donorkinderen in contact probeert te brengen met hun biologische ouders of andere verwanten.

Illusie

Dat de Donor Detectives, pas in april van dit jaar opgestart, al tien kinderen hun vaders hielpen vinden, toont dat de anonimiteit nooit helemaal gagarandeerd is. Langs internationale databanken kan namelijk het DNA van familieleden van donoren opgezocht worden en zo de donoren zelf.

Vorige maand nog berichtte deze krant dat een Belgisch donorkind er via een commerciële DNA-databank voor het eerst in geslaagd was om zijn natuurlijke vader te vinden.

"Anonimiteit van donoren is inderdaad een illusie", zegt Raeymakers. "Eigenlijk kun je geen grotere afdruk nalaten dan je DNA. En hoewel de wensouders volgens de wet niet op zoek mogen gaan naar donoren, mogen kinderen dat onder het Europees kinderrechtenverdrag wel. Het is hoog tijd dat we donoren daarover sensibiliseren."