Direct naar artikelinhoud

Parijs, 'speeltuin van Satan'

In januari vielen 17 doden bij aanslagen tegen Charlie Hebdo, een politieagente en een Joodse supermarkt. Toen onthoofdde een jihadist zijn werkgever, en in augustus werd op de valreep een bloedbad vermeden op de Thalys. Waarom heeft IS Frankrijk, en in de eerste plaats Parijs, tot slagveld uitgeroepen?

Parijs, de Ville Lumière die over de hele Douce France schijnt: het klinkt als een toeristisch cliché, maar volgens de regering wordt Frankrijk geviseerd om wat het ís, niet om wat het doet. Frankrijk, met Parijs op kop, is dan ook veel. Het is, zoals een druk verspreid lezerscommentaar in The New York Times gisteren stelde, "alles wat de religieuze fanatici haten: op heel verschillende manieren van het leven genieten." Het goede, vrije leven dus, met brood, wijn, boeken, parfum, mode en de Franse zwier. Het goede leven zoals dat precies in de getroffen wijken, het 11de arrondissement en omstreken, zo gretig wordt beleden.

In diverse communiqués al, van Al Qaida toen tot IS nu, werden Parijs en de republiek als de spreekwoordelijke speeltuin van Satan bestempeld. Maar er is meer. Voor het rabiate islamisme is de eerste steen des aanstoots de wijze waarop onze zuiderburen met religie omgaan. Het principe van de laïcité, de wereldbeschouwelijke neutraliteit van de staat, heeft de religies bij wet tot in de privésfeer teruggedrongen. In alle officiële instellingen, van scholen over administraties tot rechtbanken, zijn godsdienstige symbolen uit den boze. Sinds 2004 mag op geen enkele school in Frankrijk nog een hoofddoek worden gedragen; sinds 2010 zijn gezichtsbedekkende sluiers op het hele grondgebied verboden in de openbare ruimte.

283 operaties

Het is niet enkel dat. De Parijse intellectuele elite, en daar maakte Charlie Hebdo deel van uit, heeft religieuze kritiek als weinig anderen tot kunstvorm verheven. In weinig landen worden zo vrijelijk vragen gesteld bij godsdienst. Bij alle godsdiensten, maar in het huidige tijdsgewricht uiteraard de islam.

Parijs wordt geviseerd om wat het is, maar het handelt ook. Van Mali in Afrika tot Irak in het Midden-Oosten intervenieert Frankrijk, het land met de grootste moslimgemeenschap van de Europese Unie (5 à 6 miljoen), in gebieden die door het jihadisme worden bedreigd. Sinds vorige maand hebben Franse bommenwerpers al 283 operaties uitgevoerd tegen kampen en stellingen van IS.

'Niets doen is geen optie'

Dat de Fransen er zo uitspringen heeft niet alleen te maken met de inschatting dat zij, van buitenaf en binnenuit, het zwaarst door het jihadisme bedreigd worden, maar ook met de schrale deelname van andere machten. Zowel de VS als Groot-Brittannië zijn getraumatiseerd door de mislukte invasie in Irak en lopen niet langer warm. Beide landen - met New York in 2001 en Londen in 2007 - kregen ook bloedige terreurdaden te doorstaan.

In deze fase is Parijs het epicentrum. Een van de daders in de concertclub Bataclan zou het volgens ooggetuigen door de zaal geschreeuwd hebben: "C'est à cause du président Hollande et ce qu'il fait en Syrie."

Nochtans, zegt de bekende terreur- en islamexpert Gilles Kepel, zou Frankrijk, dat het terrorisme niet zaterdag maar in 2013 al de 'oorlog' verklaarde, ook zonder het huidige militaire optreden belaagd worden, net omdat het Frankrijk is.

Volgens Kepel, gisterochtend op radiozender France Inter, is het wel degelijk oorlog, "zij het dat we niet in een conventionele oorlogslogica zitten. Wat we hier meemaken, is een doelbewuste projectie van de oorlogssituatie in het Midden-Oosten op Franse bodem."

Niets doen is geen optie, besluit Kepel. Het alternatief dat sommigen voorstellen, onderhandelen, noemt hij "intellectueel catastrofaal".