Direct naar artikelinhoud

Lage Landen, hoog niveau

Waarvoor staan Belgisch en Nederlands design, en waarom zijn designers uit de Lage Landen zo wereldvermaard? Die vragen worden gesteld in de expo Design Derby. Samen met ontwerper Xavier Lust ging De Morgen op zoek naar het antwoord.

Een kaartje waarop het 19de-eeuwse spoornetwerk in Nederland en België wordt uitgetekend: je verwacht het niet meteen in een tentoonstelling over Belgisch en Nederlands design, maar designer Xavier Lust ziet er het nut wel van in. "Design staat gelijk met industrialisatie", legt hij uit. "Voor 1830 kon je niet echt van design spreken. Pas toen men meubels op een industriële manier kon maken, is design ontstaan: daarvoor bleef het bij artisanale procedés."

Het is een van de weinige items in het Gentse Design Museum waarbij de Brusselse ontwerper geduldig blijft stilstaan. Verder loopt hij enthousiast van het ene meubel naar het andere ontwerp, en slaat hij de aanmaningen van suppoosten om de voorwerpen niet aan te raken in de wind. Want ook al vindt hij het geweldig dat het design van de Lage Landen een eigen tentoonstelling krijgt, het is niet echt museummateriaal in Lusts ogen. Meer dan objecten om naar te kijken, zijn het objecten om te voelen en te gebruiken. "Een vergelijking met vier parameters", vertelt Lust. "Functionaliteit, technologie, cultuur en schoonheid."

En dus loopt hij nogal snel door het eerste deel van de expo, toen design nog geen design was en onze koloniën het enige waren dat ons van onze noorderburen scheidde. Een 19de-eeuws wandtapijt van de Belg Isidore De Rudder is duidelijk Afrikaans geïnspireerd, terwijl een Nederlands kamerscherm uit dezelfde periode versierd is met Oost-Aziatische tekeningen.

Optimale vorm

De vrijheid om met die verschillende invloeden aan de slag te gaan, hebben Belgisch en Nederlands design geen windeieren gelegd. "Onze culturen zijn commerciële kruispunten van invloeden", vindt Lust. "En we hangen niet vast aan een grootse geschiedenis, zoals de Fransen, waar we alles krampachtig moeten inpassen. Dat geeft ons veel vrijheid om eindeloos te vernieuwen."

Vernieuwen, dat was wat Henry van de Velde deed. Een zwarte, eenvoudige pianobank die de Antwerpse ontwerper-architect in 1902 ontwierp, voelt erg modern aan. De Nederlanders moesten er destijds niets van weten, maar van de Velde bleek zijn tijd ver vooruit te zijn. "De versieringen zitten in de structuur zelf", legt Lust uit. "Voor van de Velde ging art nouveau niet over ornamenten, maar over het creëren van de optimale vorm en structuur, zoals de natuur dat zelf doet. Een heel moderne filosofie."

Lust houdt van die functionele interpretatie van design. Voor de meer abstracte ontwerpen waarmee Nederlanders als Gerrit Rietveld en Mart Stam in de jaren 20 hoge ogen gooiden, is Lust minder te vinden. De uit metalen buizen opgetrokken stoelen zijn "leuk, maar niet functioneel", en met zwart-witte vierkanten bekleed nachtkastje toont dat "de ontwerpen meer conceptueel dan praktisch zijn".

Vandaar dat design in zijn ogen vanaf de jaren 60 een hoge vlucht nam, zowel bij ons als in Nederland. Ontwerpers speelden vanaf dan steeds meer in op de massacultuur en mikten op betaalbare, functionele producten die ook vandaag nog steeds iconisch zijn, zoals de Cubex-keuken van Louis-Herman De Coninck.

Archetype

Design werd in die periode ook zichtbaarder in het straatbeeld - van het Brusselse metrologo tot het teken van de Nederlandse Spoorwegen. "Design dient om het leven te verbeteren", luidt Lusts leuze. Die houding typeerde de bekendste designers, de gouden generatie van de jaren 90, waar onder anderen Maarten Van Severen toe behoorde. Zijn iconische .03-stoel voor Vitra staat hier naast een ontwerp van Lust zelf, maar is ook terug te vinden in het Centre Pompidou in Parijs of de stadsbibliotheek in Seattle. "Het is geniaal omdat dit het archetype van 'de stoel' is", legt Lust uit. "Maar wel een beetje zwaar, als je 't mij vraagt."

Ontwerpen van Van Severens zoon Hannes (samen met Fien Muller) en jonge honden als BIG-GAME staan in het laatste deel van de expo. "De laatste jaren wordt design terug steeds meer 'artdesign': een terugkeer naar het artisanale en zeldzame. De industriële, economische logica is een beetje verdwenen." Vandaar dat Lusts ontwerp voor 'Le Banc' in de voorlaatste sectie van de expo staat, merkt hij lachend op. "Ik behoor blijkbaar al tot de geschiedenis."

Design Derby. België-Nederland: 1815-2015 loopt nog tot 13 maart in het Design Museum Gent. www.designmuseumgent.be