Direct naar artikelinhoud

'Europese Volkspartij blijft achter Merkel staan'

In het Europees Parlement blijft de Europese Volkspartij (EVP) achter Duits bondskanselier Angela Merkel staan. 'De komst van Hollande verandert niets aan onze standpunten', zegt Marianne Thyssen (CD&V). 'Ook wij pleiten voor groei, als men maar niet investeert met geld dat er niet is.'

De voorbije dagen kreeg Merkel op de G8-top forse tegenwind voor haar strikte begrotingspolitiek van de nieuwe Franse president François Hollande, VS-president Barack Obama en de Britse premier David Cameron die meer investeringen in groei en banen wensen. Ook binnen de EU krijgt Hollande steeds meer steun, ook van conservatieven. Zo ontmoet de Franse socialist woensdagochtend in aanloop naar de EU-top 's avonds de Spaanse premier Mariano Rajoy, een conservatief wiens Partido Popular lid is van de EVP-fractie in het EP. Ook Italiaans premier Mario Monti gaf al eerder aan weg te willen uit Merkels strenge begrotingscarcan.

Breekt de EVP, wier staat- en regeringsleiders nog steeds dominant zijn in de Europese Raad, dan de rangen? "Nee", zegt Thyssen, in het EP lid van de Commissie Economische Zaken. "Iedereen wil economische groei. Uiteraard ook de EVP. Het is een gedeelde zorg, en geloof me, ook bij Merkel. Het is een illusie te denken dat de Hollandes komst op het Europese politieke toneel plots alles zal veranderen."

Hollandes groei-agenda is volgens haar geen nieuw verhaal. "Ze is ook altijd de wens geweest van de EVP-regeringsleiders en de Raad. De Europese groeiagenda 2020 bestond al lang voor Hollande president werd. Over euro-obligaties schreef het EP al een gedetailleerd groenboek."

Het grote verschil tussen de conservatieve en sociaal-democratische families zit volgens Thyssen in de verschillende zienswijzen over de financiering. Volgens Thyssen kunnen de Europese economieën pas duurzaam groeien als het huishoudboekje van de lidstaten in orde is. Verse kredieten zijn voor haar taboe.

"In tegenstelling tot de socialisten willen we niet investeren met geld dat er niet is," zegt ze, al erkent ze de noodzaak om op Europees vlak snel middelen vrij te maken om de torenhoge werkloosheid in zwakke eurolanden tegen te gaan. "In plaats van nieuwe kredieten aan te boren moeten we kijken of we nu in onze begrotingen wel de juiste prioriteiten leggen. We geven nu veel uit, maar moeten ons afvragen of we de juiste prioriteiten leggen. Bij elke uitgave moeten we eigenlijk vragen of ze in verhouding is met ons hoofdprobleem: de Europese crisis."

Tegelijk is gerichter geld besteden alleen volgens de politica geen zaligmakende oplossing. "Onze concurrentiekracht zakt. We moeten op alle fronten werken om ons aan te passen aan de nieuwe economische en demografische realiteit: de interne markt, de arbeidsmarkt en ons pensioenstelsel hervormen en op Europees vlak integreren."

De belangrijkste opdracht voor de Europese staats- en regeringsleiders morgen is echter vertrouwen wekken dat ze samen aan een oplossing werken, zegt Thyssen. "Als je het vanop afstand bekijkt zijn we niet in crisis omdat er geen geld is maar omdat de mensen het socio-economische en politieke klimaat niet meer vertrouwen. Wie geld heeft, stopt het weg. Ook bedrijven. Zelfs als ze middelen hebben geven ze het niet meer uit. Banken lenen ook niet meer uit."

Dat vertrouwen terugwinnen verdient volgens Thyssen tijd. "Op de top morgen mag je dan ook geen grote wonderen verwachten. De wereld zal niet veranderen op 23 mei", zegt ze, "maar men moet vertrouwen krijgen door terug te blikken naar wat de EU in de voorbije twee jaar bereikt heeft inzake verdere integratie. Had men dat twee jaar geleden voorspeld, dan had ik het zelf niet geloofd."