Direct naar artikelinhoud

Chileense mijnwerkers kunnen sneller naar boven dan verwacht

De 33 mijnwerkers die al sinds 5 augustus vast zitten in een ingestorte mijn in Chili, zouden mogelijk dit weekend al kunnen worden gered. Twee maanden nadat ze door een instorting vast kwamen te zitten op een diepte van 700 meter, is de schacht waarlangs de mijnwerkers naar boven zullen worden gehaald, bijna klaar.

Op dit ogenblik zijn drie boorinstallaties bezig aan de schacht waarlangs de kompels naar boven kunnen worden gehaald. Pedro Buttazzoni, de coördinator van het tweede boorteam, zei dinsdag aan de BBC dat zijn ploeg vrijdag of zaterdag de ondergrondse schuilplaats van de mijnwerkers kon bereiken.

Andre Sougarret, de coördinator van de reddingsoperatie, is voorzichtiger. Hij beaamt dat de operatie op dit moment vlotter verloopt dan verwacht, maar tempert ook de spectaculaire claim van Buttazzoni. “We kunnen geen risico nemen en daarom doen we er alles aan om de reddingsactie goed te laten verlopen”, zegt hij. Om de veiligheid van de kompels te garanderen, zal de schacht waarlangs ze in de zogenaamde Phoenix-liftkooi terugkeren, worden voorzien van een stalen wandbekleding. Die operatie vergt enkele dagen extra tijd. De Chileense president Sebastian Pinera drukte in een radio-interview hoe dan ook de hoop uit dat de mijnwerkers bevrijd zouden zijn voor zijn vertrek naar Europa op 17 oktober.

Een groep van enkele honderden familieleden kampeert intussen al wekenlang op de terreinen van de ingestorte San-Josémijn. In de nederzetting, die Campo Esperanza (Kamp Hoop) werd gedoopt, wordt alles in gereedheid gebracht om de kompels op te vangen. Er is een landingsplaats voor helikopters aangelegd om mijnwerkers die dringende verzorging nodig hebben naar een ziekenhuis te kunnen brengen. Ook zijn er speciale containers neergepoot waarin de mijnwerkers even in quarantaine zullen worden gehouden. In die containers zal ook het weerzien met de familie plaatsvinden.

Volgens de reddingswerkers zal de terugkeer van de kompels in de smalle capsule hooguit een kwartier per man duren. Toch worden ze met een speciaal trainingsprogramma klaargestoomd om de tocht te overleven. Zo moeten de kompels vermageren om in de capsule te passen.

Intussen wordt het nabijgelegen mijnstadje Copiapó overspoeld door de pers. De mijnwerkers krijgen via een videoverbinding ook mediatraining om zich te wapenen tegen de massale media-aandacht die hun te wachten staat.

De precaire situatie van de andere mijnwerkers, die sinds de instorting werkloos en zonder loon thuis zitten, kan op veel minder aandacht rekenen. Afgelopen weekend betoogde een groep arbeiders in de straten van Copiapó. “Wij zijn er ook nog”, is de teneur van hun protest. Bovendien bestaat de vrees dat de uitbaters van de mijn zich failiet willen laten verklaren om te ontsnappen aan de schadeclaims die 29 getroffen families al hebben ingediend. (MLE)