Frank Vandenbroucke: "Minister geeft doodsteek aan 2e pensioenpijler"

De Academische Raad voor het Pensioenbeleid uit in een opiniestuk scherpe kritiek op de plannen van minister van Pensioenen Daniel Bacquelaine (MR). "Men geeft de doodsteek aan de tweede pijler, het aanvullend pensioen via de werkgever", zegt Frank Vandenbroucke, de voorzitter van de raad.

Minister Bacquelaine wil dat vanaf 2018 alle werknemers op vrijwillige basis een tweede pensioenpijler kunnen opbouwen. Ze mogen dan zelf beslissen hoeveel de werkgever van hun loon afhoudt om die tweede pijler op te bouwen. Nu is het aanvullend pensioen collectief georganiseerd via sociaal overleg en liggen de voorwaarden vast voor de hele groep.

Maar niet in alle sectoren zijn de werkgevers verplicht om een aanvullend pensioen aan te bieden. In het systeem van Bacquelaine kunnen alle werknemers een individueel aanvullend pensioen krijgen. Daarnaast zou ook de bestaande collectieve regeling behouden blijven, aldus de minister. Wie al een aanvullend pensioen krijgt via de werkgever zou extra kunnen sparen.

"Welke werkgever zou het risico nog nemen?"

De Academische Raad voor het Pensioenbeleid heeft er echter weinig vertrouwen in. "De verantwoordelijkheid wordt volledig verschoven naar het individu", zegt voorzitter Frank Vandenbroucke in "De ochtend". "Het zou de doodsteek zijn voor de tweede pensioenpijler. Welke werkgever zou nog in dat meer complexe systeem met garanties en sociaal overleg stappen als er al een individuele rekening is. Wie zou dat risico nog nemen?"

Volgens Vandenbroucke is de pensioenrekening "gewoon een individuele belegging met alle risico's die daaraan verbonden zijn". Hij meent dat de werknemer minder goed beschermd zal zijn als de plannen uitgevoerd worden. "De huidige aanvullende pensioenen in de tweede pijler zijn beschermd door garanties inzake het rendement. Men moet een minimale opbrengst garanderen. Mensen moeten niet alleen waarde van hun kapitaal terugzien, maar daarenboven ook een bepaald rendement krijgen. Daarnaast laat het huidige systeem toe om andere zaken te dekken, bijvoorbeeld langdurige afwezigheid door ziekte. Je deelt risico's onder mensen, met beschermingen en garanties."

"Bestaande systeem uitbouwen"

Wat moet er dan gebeuren volgens Vandenbroucke en de raad? "Wij vinden dat de bestaande, collectieve tweede pijler voort moet uitgebouwd worden. Dat veronderstelt ook dat men in bedrijven niet alles inzet op loonstijging, maar ook denkt aan bijkomende stortingen voor het aanvullend pensioen. En natuurlijk, als er problemen zijn met de rendementsgarantie, als de werkgever meent dat die te hoog ligt, dan moet men daarover praten. Dat moet voortdurend bekeken en opgevolgd worden."

Het opiniestuk van de Academische Raad voor het Pensioenbeleid kunt u lezen op de website van De Standaard.

Het pensioensysteem

In de meeste landen, ook in België, bestaat het pensioenstelsel uit drie pijlers:

1) Het wettelijk pensioen, waar de actieve beroepsbevolking, werklozen en zieken recht op hebben. Het is een basisinkomen voor elke gepensioneerde dat door de overheid gegarandeerd wordt. Het wordt gefinancierd op basis van het solidariteitsprincipe: iedere actieve werknemer, zelfstandige en ambtenaar betaalt sociale bijdragen om het wettelijk pensioen te financieren.

2) Het aanvullend pensioen, rechten die werknemers tijdens hun loopbaan opbouwen. Een onderneming of een hele bedrijfssector kan een aanvullend pensioenstelsel toekennen. Het is een mogelijkheid, maar geen verplichting. Werkgevers en werknemers betalen premies om het aanvullend pensioen te financieren.

3) Individueel pensioensparen. Deze derde pijler is vrijwillig, en gebeurt op eigen initiatief.

Meest gelezen