Direct naar artikelinhoud

Blindelings

MET DE OGEN DICHT. Toen zijn geliefde 'Tam' in 1989 stierf, legde de Belgische schilder Paul Delvaux de penselen definitief neer. Bijna blind schilderde hij aan haar sterfbed nog aquarellen. Die worden voor het eerst getoond in het Delvauxmuseum in Koksijde.

Zijn olieschilderijen met beeldschone, in dromen verzonken naakte vrouwen die ronddwalen in antieke decors of stations, zijn wereldberoemd. Maar zijn allerlaatste werken schilderde de toen al blinde Paul Delvaux (1897-1994) terwijl zijn jeugdliefde Anne-Marie De Martelaere op haar ziekbed, in het salon van zijn huis in Veurne, wegkwijnde aan leukemie. 'Tam' was de koosnaam die hij haar gaf. Toen Tam uiteindelijk stierf, verloor de 92 jaar oude Delvaux niet alleen de vrouw van zijn leven, maar was hij door gevorderd gezichtsverlies ook zijn kostbaarste goed als schilder kwijt.

Ondanks de dubbele rampspoed bleef Delvaux al die tijd bij het ziekbed schilderen. Conservator Julie Van Deun, dochter van boezemvriend Charles Van Deun die Delvaux bij die ultieme penseelstreken assisteerde, heeft zes van de blind geschilderde aquarellen uit het archief van het museum gehaald en in een klein zaaltje achteraan in het museum opgehangen.

Dessins de mémoire, zo heet deze heel bijzondere tijdelijke expositie. Toen hij ze in Oostindische inkt tekende, rekende Delvaux uitsluitend op het 'geheugen' van zijn rechterhand, die zeventig jaar lang potlood, pen en penseel had gehanteerd. Van Deun beperkte zich tot het aanreiken van de aquarelkleuren, die hij schikte in de volgorde die Delvaux decennialang had gevolgd. Met voor Delvaux ongewone vrijheid van kleuren tussen breekbare inktlijnen, vertonen deze aquarellen een verbazende verwantschap met sommige werken van Chagal. De zes tentoongestelde vrouwenportretten bulken van de emotionele kracht.

Grote liefde

Delvaux' relatie met vrouwen was tot op late leeftijd ongelukkig. Zijn grote liefde Anne-Marie De Martelaere leerde hij al in het begin van de jaren twintig kennen. Maar de onbemiddelde Delvaux werd door de familie De Martelaere afgewezen en zijn eigen moeder dwong hem tot een gearrangeerd huwelijk, dat voorspelbaar op de klippen liep.

Maar, zoals in een filmromance, kreeg Cupido uiteindelijk zijn zin. Want vele jaren later, op 13 augustus 1947, sprong Delvaux in Sint-Idesbald bij zijn vaste krantenboer Oscar binnen en liep daar als bij wonder de nog steeds ongehuwde Anne-Marie De Martelaere opnieuw tegen het lijf. De liefde bleek nog steeds even vurig als op de eerste dag. In 1951 werd Tam mevrouw Delvaux en tot in 1989 zouden ze een gelukkig koppel zijn.

Toen zijn vrouw eind jaren tachtig ongeneeslijk ziek werd en hijzelf langzaam maar zeker in het duister van toenemende blindheid verzonk, bleef Delvaux in zijn huis in Veurne met onverzwakte levensdrift doorwerken. Hij kende zijn kleurenpalet blindelings en was nog steeds een magistrale tekenaar. Meer dan eens kreeg de door pijn gekwelde Tam het op de heupen van het gekras van zijn pen op het papier. Dan ruilde Delvaux de pen met Oostindische inkt voor het aquarelpenseel. Uiteindelijk maakte hij nog meer dan vijftig grote aquarellen.

Delvaux' neef en vriend Charles Van Deun, die in 1982 het Delvauxmuseum in Koksijde oprichtte, hield de 'geheugenwerken' jarenlang opgeborgen in de discretie van het museumarchief, gedreven door pudeur tegenover de intimiteit waarin ze tot stand waren gekomen. Vandaag, na de dood van Charles Van Deun, vaart zijn dochter en huidig conservator Julie een nieuwe koers.

"Ergens blijft het uiteraard moeilijk om dit soort werk in de openbaarheid te brengen," zegt Julie Van Deun, "maar Delvaux was intelligent en hij heeft de laatste aquarellen ook gesigneerd, wat betekent dat hij ze volop erkende als zijn werk. Onze archieven omvatten meer dan 3.000 werken. Zo'n artistieke schat kunnen we niet voor het publiek en voor het wetenschappelijk onderzoek verborgen houden."

Dat zet meteen ook de toon voor de tweede, bijna even intimistische tentoonstelling, die tot 3 januari 2016 in het Delvauxmuseum loopt. Voor Delvaux' Best Wishes haalde Van Deun uit de archieven 22 tekeningen waarmee Delvaux en Tam in de vijftiger jaren hun kerst- en nieuwjaarswensen aan vrienden en familie illustreerden.

Met een voor die tijd zeer vernieuwend fotografisch procedé kon Del-vaux naar believen kopieën maken van de originelen in Oostindische inkt. Het Delvauxmuseum exposeert nu de originelen, naast gekopieerde kaarten die niet werden verstuurd.

Wenskaarten op zolder

Het zijn tekeningen in klare lijn, doordrongen van de typische nostalgie die mensen bekruipt bij de jaarwende. Delvaux duikt met deze kleine spielereien in zijn prilste jeugdherinneringen, de familiale interieurs van zijn grootouders met gebloemd behangpapier, de kerstboom met echt brandende kaarsjes, de kolenkachel bij de oude schoorsteenmantel onder het licht van gaslampen.

"À vous tous un joyeux Noël de Tam et Paul", lezen we in de marge. In 1958 tekent Delvaux die boodschap bovenop een oude Brusselse tram in een verlaten straat. '1956' prijkt boven de porseleinen potjes op houten electriciteitspalen, terwijl een stoomlocomotief met goederenwagons voorbijrijdt. "Meilleurs voeux, Anne et Paul", staat naast het maantje boven Bosvoordse werkmanshuisjes met baksteengevels, waarin lichtval door vensters familiaal leven suggereert. Wellicht liggen her en der bij mensen, wier grootmoeders of grootvaders bevriend waren met Tam of Paul, wenskaarten van Delvaux in een koffer op zolder, te wachten op ontdekking.

Geen subsidies

Beide tentoonstellingen zetten het in Vlaanderen wel erg perifeer gelegen Delvauxmuseum - meer dan 1.000 vierkante meter ondergrondse tentoonstellingsruimte en uiterst rijke archieven - volop in de kijker. Sinds zijn ontstaan doet het museum in Koksijde het zonder de minste subsidie. Een icoon van Belgitude als Paul Delvaux, Franstalig Brusselaar in hart en nieren, staat haaks op Vlaanderens cultuurbeleid.

"Wij voldoen niet aan de criteria van de Vlaamse Gemeenschap en vragen trouwens ook geen subsidies", zegt de huidige voorzitster van de Raad van Bestuur Martine Gautot. "Onze onafhankelijkheid is goud waard."

Met 35.000 bezoekers per jaar kijkt ze wel richting Brussel, waar het Magrittemuseum jaarlijks meer dan 350.000 bezoekers heeft. Binnen de vijf jaar wil Gautot in Brussel een tweede museum openen. Unieke werken, zoals La Pose waarop Delvaux uitzonderlijk een vrouw met individuele expressie schilderde , zouden er dichter bij een internationaal publiek hangen.

Dessins de mémoire en Delvaux' Best Wishes lopen nog tot 3 januari 2016 in het Delvauxmuseum in Koksijde