Direct naar artikelinhoud

Een vals gevoel van veiligheid

Pascal Paepen over de al te hoge verwachtingen van bankregulering@5 INFO Opinie:Pascal Paepen levert financieel-economische bijdragen in Vandaag op Radio 1.Dezer dagen komen tal van Europese overheden de noodlijdende banken tegemoet, met interventies, noodingrepen, garanties en last but not least miljarden euro's. Pascal Paepen oordeelt over de wenselijkheid van die ingrepen en vraagt zich af of een en ander een goede zaak is voor de belastingbetaler.

De kordate maatregelen voor Fortis en Dexia hebben aangetoond dat zelfs de Belgische regering omkan met het fenomeen 'hoogdringendheid'. Dat is een hele geruststelling. De noodingrepen van de Belgische en andere overheden versterken de balansen van de geviseerde financiële instellingen onmiddellijk, zodat het vertrouwen kan terugkeren. Het wantrouwen in de sector is immers zelden zo groot geweest. En laat nu net bankieren een zaak van vertrouwen zijn.

De staat komt dus met geld over de brug. Toch hoor je kritiek. De interventies "kosten" iedere Belg namelijk honderden euro's. Is dat wel een goede zaak voor de belastingbetaler? Als je de alternatieven bekijkt, zal blijken dat er geen keuze is.

- In principe zou je privébeleggers kunnen aansporen om snel kapitaal ter beschikking te stellen van bank of verzekeraar. Institutionele of particuliere beleggers kunnen intekenen op nieuwe aandelen of perpetuele, achtergestelde obligaties. In het recente verleden hebben banken zo wereldwijd al honderden miljarden dollars opgehaald. Maar iedere belegger die gekocht heeft, lijdt verlies. Begrijpelijk dat die er nu de buik vol van heeft.

- De rijke overheidsfondsen in het Midden-Oosten en Azië hebben ook al hun vingers verbrand door te vroeg op koopjesjacht te gaan. Hun beleggingen in Amerikaanse en Zwitserse banken zijn in een paar maanden tientallen procenten gedaald. Zij blijven nu aan de zijlijn staan.

- De bank zou een investeerder kunnen zoeken die snel grote onderdelen overneemt. Een gedwongen verkoop levert echter sowieso zelden een goede prijs op. In het huidige klimaat zou de verkoopprijs bij gebrek aan kopers maar een fractie zijn van de intrinsieke waarde. Als er al een koper gevonden kan worden.

- Een overname of fusie van banken is ook al niet vanzelfsprekend. Zo'n operatie biedt trouwens vaak geen oplossing voor een gebrek aan kapitaal.

- Niets doen is geen optie. Het bankroet van een grote financiële instelling zou niet alleen gevolgen hebben voor de werknemers en klanten van die bank, het kan de economie van een heel land lange tijd ontwrichten. De schade zou zich dus niet beperken tot enkele honderden euro's per kop.

De staat neemt noodgedwongen de rol van de privé-investeerder over. Nu een overheidstussenkomst verwerpen om ideologische redenen is een te groot risico. Dat wil nog niet zeggen dat de overheid een blanco cheque moet tekenen. Voor wat hoort wat. Verliezen nationaliseren is niet aan de orde. Dat zou onverantwoord zijn ten overstaan van de maatschappij en onfair tegenover banken en verzekeraars waarvoor geen noodoperatie vereist is.

Beschouw de tussenkomst van de overheid dan ook niet als een kost of verlies, maar als een investering die bij verkoop winst zou moeten opleveren en daarnaast leidt tot een onmiddellijk maatschappelijk rendement: het vermijden van kredietschaarste voor industrie, kmo en gezinnen.

De tussenkomst zou ook moeten leiden tot stabilisatie van het financieel systeem, al was dat resultaat niet direct te merken. Maandagochtend reageerden beleggers aanvankelijk opgelucht op het reddingsplan voor Fortis. De koers van het aandeel steeg bij opening 15 procent. Een kwartier later was al die winst alweer verdwenen. Fortis zou de dag afsluiten met een verlies van ruim 23 procent. Alsof de gezamenlijke interventie van de overheden van de Benelux - de twee dagen politieke moed die Fortis liefst 11,2 miljard euro hebben opgeleverd - geen waarde had. Gisterochtend was er weer paniek bij beleggers, maar uiteindelijk haalde de ratio het op de emotie.

Niemand twijfelt er nog aan dat te veel banken in het recente verleden veel te grote risico's hebben genomen. Met het gezond verstand op nul en de blik op oneindig, een historisch lage rente en de overvloed aan geld en nieuwigheden aan gestructureerde producten leek het eenvoudig om resultaat te boeken. Bankieren was nooit zo eenvoudig en nooit zo winstgevend. Het kan verkeren.

Vandaag is er terecht kritiek op heel wat praktijken: de verkoop van leningen aan mensen met te lage inkomens, het slijten van beleggingsproducten aan klanten die die niet begrijpen, de overdreven aandacht voor kortetermijnwinsten, torenhoge bonussen en vertrekpremies et cetera. Regulering dringt zich op. Iedereen praat erover. We moeten er echter voor oppassen dat regulering geen te hoge verwachtingen creëert. Niets is gevaarlijker dan een vals gevoel van veiligheid. Dat zou immers over een aantal jaren aanleiding kunnen geven tot een volgende, even grote crisis.

Beschouw de tussenkomst van de overheid niet als een kost of verlies, maar als een investering die bij verkoop winst zou moeten opleveren en daarnaast leidt tot een onmiddellijk maatschappelijk rendement: het vermijden van kredietschaarste voor industrie, kmo en gezinnen