Direct naar artikelinhoud

'Je hebt kanker', en weg was de dokter

Artsen zijn vaak te bot of onduidelijk bij het brengen van slecht nieuws, zo klaagt de Vlaamse Liga tegen Kanker aan in een nieuwe campagne. 'We hebben bij uw kind een heterogene structuur met vaste inhoud vastgesteld.'

En daar moesten Pieter en Marijke* het mee doen. Bij hun dochtertje was net een gezwel ontdekt. Hoe ongeruster de vragen van het jonge arbeiderskoppel, hoe vager de antwoorden van de kinderarts.

"'De oncoloog zal alles binnen twee weken beantwoorden', zei hij enkel. 'Dat is een kinderspecialist.' Pas toen ik 'oncoloog' thuis googelde, kwam het woord kanker op het scherm", vertelt Marijke. "Ik heb twee weken in doodsangst geleefd. Ook in het ziekenhuis klonk het enkel van 'MRI' en 'tumorwaarden', niemand die vertelde wat er eigenlijk aan de hand was en wat we konden verwachten."

Het is maar één van de opmerkelijke getuigenissen in de nieuwe campagne van de Vlaamse Liga tegen Kanker. Een campagne bedoeld om zo veel mogelijk ervaringen te sprokkelen en te achterhalen waar artsen nog tekortschieten bij het brengen van slecht nieuws. Dat er kanker is vastgesteld, of - erger nog - dat de patiënt nog maar enkele maanden te leven heeft. Na de campagne zal de Liga de problemen en nodige aanbevelingen overbrengen aan bevoegd minister Laurette Onkelinx (PS).

Geen oogcontact

Gebruiken veel dokters en specialisten te moeilijke vaktermen en Latijnse benamingen, dan zijn anderen net te vaag of kortaf. Of te lomp. Nog te vaak gebeurt het 'slechtnieuwsgesprek' gewoon in de ziekenhuiskamer, in het bijzijn van andere patiënten. Of in een kantoor waar iedereen binnen en buiten loopt, bij een arts die ondertussen nog wat op zijn computer zit te tokkelen. Nog te vaak wordt oogcontact vermeden.

De kankerspecialist van Erik deed er hooguit vijf minuten over: "Na wat onderzoeken kwam hij mijn ziekenhuiskamer binnen met een stagiair, een verpleegster en een student. Mijn kamergenoot had net bezoek. Zonder enige aanloop, en met lichte triomf in zijn stem zei de dokter: 'Ik heb gevonden wat je hebt, je hebt kanker. Er is een bijkomend onderzoek nodig onder volledige verdoving, we zullen je opbellen wanneer je daarvoor mag terugkomen.' Enkele tellen later waren ze alweer buiten, ik wist niet waar ik het had."

Artsen moeten nog meer getraind worden in het overbrengen van slecht nieuws, zegt psycholoog Walter Rombouts. Om nog meer onzekerheid, angst en risico op depressie bij patiënten te vermijden. Naast het begeleiden van kankerpatiënten geeft Rombouts ook communicatieles aan artsen aan het UZ Leuven. Iets waar ziekenhuizen én artsenopleidingen nog veel meer moeten op inzetten, vindt hij.

Simpele synoniemen

"Natuurlijk zijn er ook veel voorbeelden van artsen die het goed doen, maar er is nog veel werk aan de winkel. Omdat sommige artsen te onbeholpen zijn, te weinig communicatiekennis of tijd hebben. Nu, artsen die wel de tijd nemen om met een patiënt samen te zitten voor een gesprek moeten voor die tijd ook betaald worden."

Karakter speelt ook mee, sommige mensen zijn nu eenmaal iets empathischer dan anderen. "Vrouwen zijn er in het algemeen beter in." Iemand vertellen dat ze kanker hebben: het blijft natuurlijk een vreselijk lastige opdracht. Maar veel artsen weten niet dat daar hulpschema's voor bestaan. Ook mensentaal hanteren kan aangeleerd worden. "Vaak volstaat een eenvoudiger synoniem. Sommige dokters blijven het woord 'progressief' gebruiken om duidelijk te maken dat de toestand verslechtert, terwijl de patiënt net denkt dat het beter gaat."

*om privacyredenen hebben de getuigen een andere naam in het artikel.

www.slechtnieuwsgesprekken.be