Direct naar artikelinhoud

Lee Harvey Oswald en de smurfen

Waarom we nu al een halve eeuw onze twijfels hebben bij de moord op John F. Kennedy

Vijftig jaar geleden werd John F. Kennedy vermoord. Uitputtend onderzoek toont aan dat hij overleed aan de gevolgen van de inslag van twee kogels, een die zijn rug trof en een die zijn hersenen vernietigde. De schutter werd snel opgepakt. Het bleek om Lee Harvey Oswald te gaan, een jonge, ietwat schimmige ex-marinier die een paar jaar in de Sovjet-Unie had gewoond maar na zijn terugkeer in de Verenigde Staten een eerder anticommunistisch profiel ontwikkelde.

Overmorgen, 24 november, is het ook vijftig jaar geleden dat Oswald zelf werd doodgeschoten, door Jack Ruby, een nachtclubeigenaar. We weten niet waarom Oswald Kennedy vermoordde en het is altijd een raadsel gebleven waarom Ruby Oswald neerkogelde.

De fantasie slaat op hol bij zo veel mysterie omtrent een schokkende, historische gebeurtenis. Al snel circuleerden meerdere complottheorieën, de ene al absurder dan de andere. Kennedy zou vermoord zijn in opdracht van toenmalig vicepresident Lyndon B. Johnson, door de CIA, de FBI, de maffia, Fidel Castro, een groep vrijmetselaars, Israël, Cubaanse vluchtelingen, Aristoteles Onassis, de oliemaatschappijen, enzovoort. Of door een verbond van de maffia met Castro, van de oliemaatschappijen met de CIA, enzovoort.

Aan elke mogelijke dader of opdrachtgever en aan elke mogelijke combinatie ervan is wel een boek gewijd, elk met een schare fans. Het verwondert me dat de smurfen, die ten tijde van de moorden op Kennedy en Oswald al enkele jaren oud waren en verdacht worden van communistische sympathieën, nog niet zijn beschuldigd van medeplichtigheid. (Zegt moppersmurf niet ergens dat hij Kennedy haat?)

Zelfs dat lijkt me nog waarschijnlijker dan de "theorie" dat Kennedy een "zelfdoding" had "besteld". Hij zou depressief zijn geweest door de dood van Marilyn Monroe, door zijn gezondheidsproblemen en door een resem andere factoren. Maar blijkbaar kon hij zichzelf niet van het leven beroven. Daarom gaf hij Oswald ruim een miljoen dollar om de klus te klaren.

Complotdenken

Je kunt de theorie zo gek niet bedenken of je vindt aanhangers die op elke mogelijke tegenwerping een pasklaar antwoord hebben. Ter ondersteuning van de zelfmoordtheorie geef ik graag mee dat in de beroemde film van Abraham Zapruder duidelijk te zien is hoe Kennedy zijn hoofd beweegt in de richting van de kogel, zodat Oswald zeker niet zou missen. Wie me niet gelooft, moet zelf maar aantonen dat het niet klopt wat ik beweer.

In ernst: de echt interessante vragen over de moord op Kennedy gaan al lang niet meer over wie, hoe, wat en waarom. Wie zich nu nog inlaat met de vraag of er al dan niet een tweede, derde of tiende schutter was, of het wel mogelijk was om Kennedy van in het boekenmagazijn dodelijk te treffen, of de paraplu van de 'umbrella man' een geheim wapen was, enzovoort, die verprutst zijn tijd (en erger, die van eenieder die moet luisteren). Voor de ietwat fanatieke liefhebbers: lees de circa zestienhonderd pagina's van Vincent Bugliosi's boek Reclaming History (2007). Oswald was de enige schutter en geen enkele van de complottheorieën houdt stand na grondig onderzoek.

Vijftig jaar na datum is de meest interessante vraag waarom slechts een minderheid van Amerikanen gelooft dat Oswald alleen handelde. Een meerderheid, geheel tegen de feiten en logica in, gelooft blijkbaar in een complot, of denkt toch op zijn minst dat Oswald werd gemanipuleerd en daarom al snel zelf werd uitgeschakeld.

De verklaring voor dit sterk staaltje irrationalisme is deels contextueel en historisch. De historicus Richard Hofstadter wees er in 1964 al op, in een beroemd essay getiteld The Paranoid Style in American Politics, dat de Amerikaanse cultuur het complotdenken stimuleert. De pioniers ontwikkelden reeds eeuwen geleden een maatschappijvisie die neerkomt op een continue strijd tussen goede en kwade krachten. Die laatste trachten de wereldgeschiedenis te beïnvloeden, proberen alle macht naar zich toe te trekken en handelen en manipuleren in het grootste geheim, vanuit het verborgene.

Tot op heden cultiveren miljoenen Amerikanen een flinke (over)dosis wantrouwen tegen de overheid en haar instellingen en, bij uitbreiding, de officiële mediakanalen en spreekbuizen. Het complotdenken kan zich zowel op een linkse als een rechtse ideologie enten. Zo was ook in rechtse kringen van de Verenigde Staten de Protocollen van de Wijzen van Zion lang populair, een tekst die zogenaamd aantoonde dat machtige joden in het geheim samenzwoeren om de christelijke maatschappij te vernietigen en de joodse wereldheerschappij te installeren. De tekst is evenwel zonder enige twijfel een vervalsing, duidelijk gecreëerd en verspreid met antisemitische motieven.

Slim zijn helpt niet

In linkse middens, maar ook ter rechterzijde, tieren de complottheorieën over 9/11 dan weer welig: George Bush, Dick Cheney & co zouden zelf verantwoordelijk zijn voor de aanslagen. In de wondere wereld van complottheorieën kan iedereen zijn gading vinden.

Toch maakt niet enkel de specifiek Amerikaanse culturele en politieke geschiedenis haar bevolking - van ongeschoolde daklozen tot universiteitshoogleraren - kwetsbaar om in het zwarte gat van een complottheorie te worden meegezogen. De diepere reden is de fundamenteel menselijke eigenschap om patronen te herkennen, oorzakelijke verbanden te begrijpen en intenties te doorgronden. Zonder dit vermogen hebben we geen inzicht in het wisselen van de seizoenen, geen besef van de relatie tussen zaaien en oogsten, geen kennis van de trektochten van dieren, geen wiskunde noch wetenschap.

Maar diezelfde psychologische infrastructuur is erg gevoelig voor dwalingen. Soms onschuldig - "ik dacht een inbreker te horen maar het was de wind" - maar vaak ook desastreus - "de joden zitten er achter". Alleen maar slim zijn helpt niet. Integendeel, verstandige mensen leggen sneller verbanden, ook foute. Bovendien zijn ze beter in het bedenken van slimme argumenten om aan hun foute opvattingen vast te houden. Dom zijn helpt overigens ook niet. Enkel een grondig inzicht in ons vermogen om orde te scheppen en patronen op te sporen beschermt ons tegen misvattingen.

Socrates beklemtoonde geheel terecht het belang van zelfkennis. Misschien werd hij wel mede daarom beschuldigd van het beramen van een complot tegen de Atheense staat.