Direct naar artikelinhoud

Luchtvaart leeft van extraatjes

Wat ooit begon als een schnabbel, is uitgegroeid tot een onmisbaar onderdeel van hun bedrijfsmodel. Inkomsten bovenop het naakte vliegticket maken bij sommige luchtvaart-maatschappijen een vijfde uit van de globale omzet.

18,23 miljard euro. Dat is het bedrag dat 50 luchtvaartmaatschappijen vorig jaar boekten onder de rubriek 'ancillary revenues' of bijkomende ontvangsten.

Dat berekende het onderzoeksbureau IdeaWorks-Company in samenwerking met reistechnolgiebedrijf Amadeus.

Een vlag die een brede lading dekt, gaande van sandwiches aan boord en extra beenruimte, over boetes voor te grote koffers en opleg voor een voorkeursbehandeling bij inscheping, tot getrouwheidsprogramma's en betalende toegang tot lounges. In werkelijkheid gaat het om veel meer dan die 18 miljard euro, maar bij andere ondernemingen zijn die inkomsten niet te traceren omdat ze niet apart vermeld staan.

Ryanair

Voor een stuk zijn het diensten of goederen die vroeger in de ticketprijs inbegrepen waren (bagagevervoer, catering), voor een deel zijn ze 'uitgevonden' om het inkomstenpalet van de luchtvaartmaatschappij te verbreden (priority boarding, extra beenruimte).

Bijkomende inkomsten groeiden vorig jaar merkelijk sneller dan de globale omzet, maar het groeiritme begint toch te vertragen.

Het voordeel van die extraatjes waarvoor moet betaald worden is dubbel: de vervoerder kan de eigenlijke ticketprijs relatief lager houden en dus zijn imago van goedkope carrier cultiveren; tegelijkertijd wordt de winstmarge fors verhoogd omdat het vaak inkomsten betreft waar weinig kosten aan verbonden zijn. Eén van de pioniers van de extra's is Ryanair, Europa's grootste budgetvlieger.

Lagekostenmaatschappijen maken nog steeds de kern uit van de kampioenen van de 'ancillaries' maar de laatste jaren hebben ook grote traditionele - vooral Ameri-kaanse - maatschappijen als Delta Air Lines en American Airlines de goudmijn ontdekt. Vorig jaar werd het lijstje in absolute termen aangevoerd door United Continental dat liefst 5,17 miljard dollar (4,16 miljard euro) boekte onder de rubriek bijkomende inkomsten.

Als het relatief aandeel in de globale omzet als referentie wordt genomen, staat de Amerikaanse lagekostenmaatschappij Spirit Airlines op kop: liefst een derde van zijn omzet bestaat uit bijkomende kosten. Easyjet en Ryanair komen respectievelijk op de vierde en vijfdeplaats, met een aandeel van 20% van hun omzet.

Getrouwheid

Als we kijken naar het bedrag per passagier komt het Australische Qantas als eerste uit de bus met een gemiddelde van 40,91 euro per passagier. Het dankt dat vooral aan zijn getrouwheidsprogramma waar inventieve deals met banken en hotels werden gesloten.

Bijkomende inkomsten groeiden ook vorig jaar merkelijk sneller dan de globale omzet van de luchtvaartsector, maar het groeiritme begint toch te vertragen.

Gingen de 'ancillaries' in 2008 nog bijna vijf keer hoger, viel die groei in 2009 en 2010 viel terug tot bijna 50 procent. Vorig jaar was het nog 'maar' een kleine 20 procent. Dat is allicht het gevolg van een stijgend ticketprijs (brandstoftoeslag) die de consument doet besparen op te vermijden extra's.

Maatschappijen worden niet alleen daarom steeds inventiever in de creatie van extra diensten die de consument moeten verleiden zijn portemonnee boven te halen.

KLM geeft de klant de kans vooraf 'betere' maaltijden te bestellen op intercontinentale vluchten. AirAsia, de Ryanair van Azië, biedt zijn cliënteel de Red Carpet Service waardoor dat via een fast track kan inchecken, toegang krijgt tot lounges en eerst aan boord gaan.

Vueling biedt plaatsen aan met een lege zetel in het midden en Qantas verkoopt tassen met een RFID-tag (radiofrequentie) die gelinkt is aan de reservatiecode van de passagier en en self-checking van bagage mogelijk maakt.