Direct naar artikelinhoud

Kind bij de scouts? Ouders in tenten

Het gaat goed met de jeugdbewegingen in Vlaanderen, soms zelfs te goed. Vooral in Gent en Antwerpen moeten scoutsgroepen kinderen weigeren. In sommige gevallen kamperen ouders zelfs bij het scoutslokaal om hun kind in te schrijven.

"Ieder jaar blijven er 30 tot 35 mensen kamperen", zegt Pauline De Wolf, assistent-eenheidsleider van De Wouw, een FOS-groep uit Gentbrugge. "Ze maken het gezellig met enkele bakken bier. Vaak wordt het een toffe avond waar ouders elkaar leren kennen. Maar of het echt plezant is, weet ik niet. Ik denk dat de meesten toch liever in hun eigen bed slapen."

In het Gentse zien verscheidene scoutsgroepen zich gedwongen om met wachtlijsten te werken. Ook in Antwerpen is de vraag dikwijls groter dan het aanbod. "Het is zeker geen nationale trend", beklemtoont woordvoerder Jan Van Reusel van Scouts en Gidsen Vlaanderen (het vroegere VVKSM). "Dat ouders komen kamperen, gebeurt zeer plaatselijk. Van onze zeshonderd groepen zijn er twintig tot dertig die met wachtlijsten moeten werken. Dat kan te maken hebben met het succes van scouting in een bepaalde regio, maar ook met demografie, wanneer er plots meer kinderen van zes jaar zijn die zich willen aansluiten bij de scouts."

"Vooral de grotere groepen werken allang met wachtlijsten, want de ruimte en de leiding zijn nu eenmaal beperkt", klinkt het bij FOS Open Scouting. "Onze grotere groepen verwijzen mensen vaak door naar kleinere scoutsgroepen, maar vaak zien we dat die ouders het jaar nadien weer staan aan te schuiven."

"Ook wij werken al zolang ik weet met wachtlijsten, maar nu is het aan het exploderen", zegt De Wolf. "Voor een deel is scouting in het algemeen populairder, maar ik durf te zeggen dat we nu ook een zeer goeie leidersgroep hebben. Daardoor doet de mond-tot-mondreclame haar werk."

De jaarlijkse inschrijvingen van De Wouw beginnen telkens om 10 uur, op de eerste zaterdag van september. Vroeger stonden de eerste ouders al enkele uren op voorhand te wachten. "Daarna begon het wachten om middernacht en sinds twee, drie jaar slaan mensen hun tentje de avond tevoren op", vertelt De Wolf. "De eerste keer was dat enorm schrikken. Nu begint het bekend te geraken dat kamperen nodig is, al moedigen we het zeker niet aan, integendeel. Maar zoiets is moeilijk af te bouwen zodra het op gang gekomen is."

"Groepen die goed draaien, trekken meer volk aan, krijgen zo een beter imago en nog meer naambekendheid. Dat wordt een 'selffulfilling prophecy'", legt socioloog Hans Vermeersch uit, die onderzoek deed naar jeugdbewegingen in Vlaanderen. "Dat proces versterkt zichzelf. Zeker op plaatsen waar veel jonge gezinnen met kinderen wonen, kan er een overaanbod van potentiële leden ontstaan terwijl de plaatsen beperkt zijn."

Ledenstop

"Wij adviseren onze scoutsgroepen om een ledenstop in te voeren als de vraag te groot wordt, zodat ze hun draagvlak niet overschrijden", zegt Van Reusel. "Je moet op een fatsoenlijke manier met je kinderen kunnen omgaan. We hebben liever dat jongeren naar een andere jeugdbeweging trekken dan dat we ons vergalopperen door ons eigen succes. Het blijft onze zorg om de kwaliteit te garanderen. Maar wanneer ouders beginnen te kamperen om een plaatsje voor hun kind te verzekeren, duidt dat wel op een zeer bewuste keuze voor scouting en dat is fijn."

"Toch is het erg dat ouders zo ver moeten gaan", vindt De Wolf. "We gaan eens herbekijken hoe we dat volgend jaar kunnen vermijden, maar eerlijk gezegd zie ik weinig andere mogelijkheden die democratischer en even eerlijk zijn. Onze lokalen zijn niet groot genoeg voor uitbreiding, we willen absoluut niet meer groeien in aantal leden. Voor de jongste kinderen hebben wij twintig plaatsen, meer lukt niet."