Direct naar artikelinhoud

De Bosporus-brug brokkelt af

Sammy Mahdi is voorzitter CD&V Sint-Jans-Molen-beek en columnist bij De Morgen.

Na kilometers stappen onder de bloedhete zon in Istanbul moest ik nog wat doorbijten, vertelden mijn vriendin en haar zus in de zomer van 2015 me. We waren er bijna. Ik was al overdonderd door de schoonheid van de Turkse metropool, maar één plekje moest ik gezien hebben. Reina. De discotheek met postkaartuitzicht waar de Turkse elite en heel wat toeristen komen feesten. In de namiddag was daar niet veel te beleven, maar dan had ik de mooiste discotheek ter wereld toch gezien. Turks chauvinisme, maar het is ze gegund.

Reina is meer dan een openluchtdiscotheek. Aan de Europese voet van de brug over de Bosporus met uitzicht over de zee-engte en het Aziatisch continent, is het een Turks symbool. Van een land met vele gezichten. De slachtoffers van Saudische, Marokkaanse, Libanese, Libische en zelfs Belgische afkomst, zijn daar helaas tekenend voor. Van een metropool met duizenden nationaliteiten. Reina is ook symbool van de exuberante rijkdom die er in het land bestaat naast de ongelooflijke bloedarmoede. Waar jonge Turken de flessen champagne ontkurken terwijl een oude man na een zware dag van labeur met zijn gammel vissersbootje voorbijvaart, onderweg naar zijn theehuis.

Die vele gezichten hebben Turkije vaak positief gekleurd en opvallend weinig spanningen opgeleverd. De spanning die Turkije wel altijd al negatief heeft gekenmerkt, is die tussen de rabiate seculieren en de conservatieve moslims.

Het is dat spanningsveld waaraan Erdogan zijn opmars te danken heeft. In het pre-Erdogan-tijdperk waren onder meer universiteitsstudies uitgesloten voor vrouwen met een hoofddoek, was werk vinden met een hoofddoek niet overal een evidentie en werden iets te kritische journalisten omgebracht of opgesloten. Surfend op het onrecht dat een groot deel van de islamitische bevolking ervoer, maakte Erdogan hier komaf mee. Met de discriminatie van vrouwen met een hoofddoek welteverstaan. Het inperken van de persvrijheid verhief Erdogan tot een kunst.

Het spanningsveld tussen het seculiere en het islamitische Turkije stijgt echter naar een nieuw hoogtepunt. Wie de dader van de aanslag was en wat zijn motieven zijn, is nog steeds onduidelijk. De reacties in Turkije daarentegen baren zorgen. Moskeeën die verduidelijken dat nieuwjaar niet strookt met de islamitische waarden van het land en posters van islamisten waarop de kerstman klop krijgt van een bebaarde man met de slogan 'Wij zijn moslims, nee tegen nieuwjaars- en kerstvieringen' voorspelden al niet veel goeds. De reacties na de aanslag nog veel minder.

In islamistische Turkse kringen wordt met de vinger naar de Verenigde Staten gewezen. In het Midden-Oosten wel vaker de natuurlijke hoofdverdachte. Ook een aantal regeringsgezinde kranten criminaliseerden meer de feestvierders dan de man die met een machinegeweer tientallen mensen neerknalde. De ambigue houding van de AKP-regering ten aanzien van IS in het verleden en de samenwerking met Rusland in de strijd tegen terreur, neen dat heeft er niets mee te maken. Toch niet de VS? Dan wellicht de Koerden, de joden of Gülen. Bewijsmateriaal volgt later.

Los van de complexe geopolitieke situatie, lijkt het dramatische jaar 2016 voor Turkije maar wat voorspel te zijn geweest voor wat nog komen moet. Het Europese en Aziatische continent lijken alsmaar verder uit elkaar te groeien. De Bosporus-brug, waaronder jonge Turken nieuwjaar vierden, kraakt en scheurt. De propaganda uit islamistische hoek tegen het vieren van nieuwjaar en Kerst kon een maand lang ongestoord haat en verdeeldheid zaaien. De brug scheurt, de seculiere trots van de islamitische wereld brokkelt af.