Direct naar artikelinhoud

Oud-ministers behouden medewerkers, kostprijs: 1 miljoen per jaar

De dertien ministers van Di Rupo I die nu niet meer in een regering zetelen, mogen de komende vijf jaar twee medewerkers behouden. 'Michel I laat hiermee een besparing van 1 miljoen per jaar liggen', zegt Vlaams Belang.

Het gunstregime werd in 2001 ingevoerd onder de federale en Vlaamse paars-groene coalities. Ministers die na verkiezingen niet opnieuw in een regering belanden, hebben sindsdien tijdens de daaropvolgende legislatuur recht op twee voltijdse medewerkers, onder meer om alle administratie af te handelen. Ook als ze in het parlement blijven en dus al een parlementaire medewerker krijgen. En zelfs als ze naar de privé overstappen.

Op Vlaams niveau maakte Bourgeois I daar onlangs komaf mee. Het kost ex-ministers Ingrid Lieten (sp.a) en Freya Van den Bossche (sp.a) vanaf 1 januari 2016 hun medewerkers.

Toen Vlaams Belang-Kamerlid Barbara Pas vroeg of Charles Michel het Vlaamse voorbeeld volgt, antwoordde de premier dat het geen prioriteit was. "Want de regels veranderen tijdens de legislatuur zou juridisch betwistbaar zijn", zegt Michel. "Vreemd, aangezien Bourgeois dit wel kon", repliceert Barbara Pas.

Ondertussen hebben al 13 ministers van Di Rupo I medewerkers opgevraagd, 19 in totaal. Zelfs Cathérine Fonck (cdH) nam één kabinetslid mee, terwijl zij amper twee maanden staatssecretaris was. Elio Di Rupo (PS) is de zuinigste, met slechts één halftijdse kracht. Kostprijs voor de 19: bijna 1 miljoen euro per jaar. Pijnlijk, vindt Pas. "Terwijl N-VA overal verkondigt dat er genoeg beknibbeld is op de primaire staatsuitgaven, laat centrumrechts hier een makkelijke besparing van 5 miljoen euro liggen. Wat een teleurstelling."