Direct naar artikelinhoud

Presidentiële schandalen in Brazilië: na Dilma, nu Lula

Kan de Braziliaanse oud-president Lula da Silva zijn herverkiezing in 2018 vergeten, nu Justitie hem heeft aangeklaagd als spin in het web van het Petrobras-corruptieschandaal?

De 70-jarige oud-vakbondsman zwaaide in 2010 met een smetteloze reputatie af als president. Miljoenen Brazilianen hadden geprofiteerd van het sociale beleid dat zijn regering kon voeren dankzij jaren van uitzonderlijke economische groei. Op het moment van zijn vertrek was maar liefst 83 procent van de bevolking positief over hem gestemd.

Die populariteit is zes jaar later nog intact, zeker onder arme Brazilianen, en maakt hem tot een van de voornaamste kanshebbers voor de volgende presidentsverkiezingen. Blijken de beschuldigingen van corruptie en witwassen hout te snijden, dan kan Lula het wel vergeten. Een veroordeling betekent voor een politicus dat hij zich acht jaar lang niet voor het presidentschap mag kandideren.

Voor Lula's toekomst is bepalend of officier van justitie Deltan Dalagnol erin slaagt de zware beschuldigingen te onderbouwen die hij woensdag op een persconferentie uitte. "Lula was de grote baas, hij stond aan de top van de machtspyramide", stelde de officier.

Dalagnol wees erop dat de oud-president diverse lieden bij de staatsoliemaatschappij in topfuncties had benoemd, "met als bedoeling dat zij geld konden aantrekken voor politieke partijen in de regeringscoalitie". Zonder Lula's misbruik van zijn presidentiële macht "was het onmogelijk dat het corruptieplan had kunnen bestaan". De kampioen van de armen was in werkelijkheid "de dirigent van een crimineel orkest", riep Dalagnol.

De beschuldigingen zijn een "farce" en de officier van justitie heeft zich "verloren in een betreurenswaardig spektakel", luidde prompt de reactie van Lula's advocaten. Die wezen er ook op dat Dalagnol wel grote woorden sprak, maar dat enige bewijsvoering achterwege bleef. Het concreetst is een punt van vermeende zelfverrijking: de eigendom van een "luxueus penthouse", gebouwd en ingericht door een Petrobas-dochterbedrijf, OAS, voor de heer en mevrouw Lula. De oud-president ontkent ooit eigenaar te zijn geweest. Voor hem bewijst ook deze aanklacht dat het vooral de bedoeling van justitie is hem politiek uit te schakelen.

Voor het Lula-kamp past een dergelijk politiek motief naadloos bij de afzettingsprocedure waar Lula's opvolger, Dilma Rousseff, eerder deze maand het slachtoffer van werd. Haar werd kunstmatige manipulatie van het begrotingstekort verweten. En ook zij behoort tot Arbeiderspartij PT, die door Lula groot is gemaakt. Een fundamenteel verschil tussen beide procedures is er wel. Terwijl de aanklacht tegen Rousseff uit de koker kwam van collega-politici en daarmee wel zeker politiek was gemotiveerd, vindt Lula het onafhankelijk geachte openbaar ministerie op zijn weg. Maar voor het Lula-kamp staat vooralsnog vast dat justitie niet meer dan een marionet is in de handen van de machtige politieke vijanden van hun Lula.

Bescheiden bedrag

In de komende maanden is het aan justitie om die indruk weg te nemen door met concrete bewijzen voor de dag te komen. Voorlopig oogt de zelfverrijking waar Lula zich aan schuldig zou hebben gemaakt nogal bescheiden: inclusief het penthouse gaat het om ongeveer negen miljoen, en dat voor 'de grote baas' van het corruptieschandaal. Ter vergelijking: parlementsvoorzitter Eduardo Cunha, die eerder deze week zijn positie moest opgeven, wordt ervan verdacht 35 miljoen euro aan steekpenningen te hebben aanvaard.

Niettemin kan ook die bescheidenere geldstroom Lula fataal worden. Zuivering van alle blaam zal voor hem nodig zijn om in 2018 een kans te maken. De factor tijd is daarbij niet in zijn voordeel. Het is niet denkbeeldig dat de justitiële raderen tegen hem nog draaien wanneer zijn herverkiezingscampagne eigenlijk al van start behoort te gaan.