Direct naar artikelinhoud

Nationale Bank wil screening bankiers

In de eerste onderzoekscommissie over Optima wentelde de Nationale Bank alle schuld van zich af. Jan Smets, de gouverneur van de Nationale Bank, bepleitte wel een grondiger screening van bestuurders en managers van banken.

Op de eerste dag van de Optima-commissie zaten Jan Smets en Luc Coene, de huidige en vorige gouverneur van de Nationale Bank van België (NBB), op de getuigenbank. Een hele dag werden ze verhoord over hun rol bij het faillissement van de Gentse bank Optima, dat midden juni de boeken neerlegde. In het parlement hielden ze hun gekende verdedigingstactiek aan: zij hadden niet gewild dat de bank omver viel, zij stonden voor een ordentelijke afwikkeling van alle dossiers.

Dat was ook de reden waarom ze in de herfst van 2014 zwegen over het verbod voor Optima om nog geld op te halen bij openbare besturen. Bij het faillissement bleek dat liefst 99 gemeentes en OCMW's samen zo'n 10 miljoen euro hadden uitstaan bij de bank. "We wilden geen signaal van discontinuïteit geven, dat snel publiek zou zijn geraakt", antwoordde Smets over zijn stilzwijgen.

Het meest verrassende is Smets' pleidooi voor een betere controle op bestuurders en managers van banken. Meyrem Almaci (Groen) wond zich al eerder op over de bedenkelijke reputatie van enkele toplieden bij de bank, zoals Herman Verwilst en hoofdaandeelhouder Jeroen Piqueur. Smets repliceerde daarop dat ze zich in 2011, bij de overname van Ethias Bank door Optima, baseerden op een advies van de CBFA, nu FSMA. Die stond toen in voor het bankentoezicht. Daaruit bleek dat er nooit een veroordeling was geweest van Piqueur en dat hij erkend was als verzekerings- en vastgoedmakelaar. "In het advies werd ook niet verwezen naar de agressieve verkoopspraktijken van Optima", luidde het nog.

De gouverneurs opperden om de wet uit te breiden, zodat ook een gerechtelijk onderzoek naar fiscale fraude tegen een bestuurder de toezichthouder ter ore zou komen. Aandeelhouders met een belangrijke participatie in de bank zouden een vermogensstaat moeten opmaken.

Na de eerste dag is de scepsis over de parlementaire onderzoekscommissie er wel niet minder om. Zal ze tot de bodem kunnen uitspitten waarom de Gentse bank failliet ging? "We moeten doorgaans geen al te hoge verwachtingen hebben van parlementaire onderzoekscommissies", meent politicoloog Dave Sinardet (VUB). Vaak verzanden die immers in een politiek spel: meerderheid en oppositie kunnen hun rol zelden overstijgen, en de partijen proberen te voorkomen dat hun partijgenoten al te zeer in het vizier komen.

Dat is nu niet anders. Sp.a zal de aandacht van Gents burgemeester Daniël Termont willen afhouden, Open Vld hoopt Geert Versnick uit de schijnwerpers te duwen. "En als blijkt dat er iets is misgegaan met de toezichthouder," zegt Sinardet, "dan is dat een probleem voor minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA)."

Huiswerk

Een tweede 'beperking' voor de Kamerleden is dat ze hun huiswerk maar fragmentarisch konden maken. De NBB kreeg sinds de oprichting van de commissie twee maanden de tijd om haar dossier voor te bereiden. De commissieleden kregen dat nu pas onder ogen. "Als we dat op voorhand hadden kunnen inkijken, hadden we de gouverneurs van de NBB veel intenser kunnen ondervragen." De volgende weken krijgen de commissieleden wel toegang tot een 'data room' bij de NBB.

Wat de parlementsleden wellicht het meest zal beperken, is dat er nog meerdere gerechtelijke onderzoeken lopen. Commissievoorzitter Eric Van Rompuy (CD&V): "We mogen niet de fout maken van dertig jaar geleden. Toen werden mensen vrijgesproken door verklaringen die ze onder ede hadden afgelegd in de onderzoekscommissie-Transnuclear."