Direct naar artikelinhoud

Steeds meer werkenden studeren

Steeds meer Vlamingen kiezen ervoor om naast hun job een studie in het hoger onderwijs te volgen. Vorig academiejaar telden de universiteiten en hogescholen bijna 8.000 werkstudenten, nagenoeg 20 procent meer dan vijf jaar daarvoor. 'Er mag voor deze groep meer steun vanuit de overheid komen.'

Het aantal Vlamingen dat werkt en tegelijkertijd studeert blijft stijgen. In het vorige academiejaar telden de universiteiten en hogescholen in totaal 7.815 werkstudenten, een stijging van 19,8 procent ten opzichte van het academiejaar 2010-2011. De cijfers, die deze krant kon inkijken, komen uit het antwoord van een parlementaire vraag die onderwijsspecialist Koen Daniëls (N-VA) stelde aan minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V).

7.815 werkstudenten, dus. Achter dat getal schuilt een brede waaier aan profielen en achtergronden. In de meerderheid zijn het dertigers die al een diploma hebben en meestal voltijds werken. Ze mikken dan, uit eigen beweging of op vraag van hun werkgever, op een tweede diploma. Je vindt ze vooral in de rechten en verpleeg- en vroedkunde. En ze zijn met steeds meer.

"Het aantal inschrijvingen stijgt jaar na jaar", zegt Daniëls. "Dat is een goede zaak, want dat geeft aan dat de Vlaming nog voort wil studeren, ook als hij al werk heeft. Ook zien we dat de instellingen hoger onderwijs meer inzetten op flexibele trajecten voor zij die werken. Op het eerste gezicht zou je een stijgende trend kunnen zien in studierendement, wat een goede zaak is. Maar we stellen wel vast dat er een dalende trend zit in het opnemen van studiepunten."

Steeds betere cijfers

Werkstudenten nemen inderdaad steeds minder studiepunten op. Terwijl in 2010-2011 nog gemiddeld 45 studiepunten werden opgenomen, schommelt dat tegenwoordig rond de 34. Dat is ongeveer de helft van een volledige studiebelasting. Door die last te verlagen, haalt de werkstudent gemiddeld wel betere scores dan vroeger.

Universiteiten en hogescholen bieden allerlei faciliteiten aan voor werkstudenten. Zo wordt het studieprogramma mogelijk aangepast en kunnen de examens gespreid worden. Ook worden lessen soms op andere tijdstippen gegeven, of in een andere vorm. Aan de Universiteit Antwerpen, waar volgens eigen tellingen zo'n duizend werkstudenten zijn ingeschreven, valt te horen dat er steeds meer specifieke trajecten worden voorzien. "Als die beter in elkaar zitten, neemt het aantal werkstudenten toe en gaat het studierendement al snel richting 100 procent", zegt Sabine De Vriendt, domeincoördinator van het Centrum Werken en Studeren. "We zien dat bijvoorbeeld bij de master verpleeg- en vroedkunde."

De Vriendt geeft aan dat de meeste werkstudenten voltijds aan de slag zijn. Die combinatie valt soms zwaar. "Het is een heksenketel, omdat zij logischerwijs aan dezelfde normen als de andere studenten moeten voldoen. Er mag daarom meer steun van de overheid komen. Vandaag moeten de werkstudenten voor het betaald educatief verlof aantonen dat ze een les hebben gevolgd. Maar het maken van papers of het volgen van onlinelessen telt niet mee voor het verkrijgen van extra vergoedingen of bijkomende uren."

Onderwijsminister Crevits is tevreden dat steeds meer mensen job en studie willen combineren. Toch moeten die niet meteen hopen op extra bijstand of middelen.

"Het budget stijgt mee naargelang er meer studenten in een flexibel leertraject zitten. Sowieso wordt er voor hen een hoger bedrag voorzien dan voor een gewone student. Als voor die laatste 100 euro wordt uitgetrokken, dan gaat er 150 euro naar een werkstudent", laat haar kabinet weten. "De minister heeft voorlopig geen plannen om die ondersteuning nog uit te breiden."