Direct naar artikelinhoud

AKO Literatuurprijs: zes auteurs, één rode draad

Prijkt er vanavond opnieuw een Vlaming op het palmares van de AKO Literatuurprijs? Met Peter Terrin en Elvis Peeters liggen er twee ijzers in het vuur.

'Een groot, collectief gewetensonderzoek", zo omschrijft de jury van de AKO Literatuurprijs 2012 de literaire oogst van het voorbije jaar. "Het is alsof er gezocht wordt naar nieuwe, filosofische, emotionele en spirituele houvast in een tijd die alleen maar ontreddering en cynisme lijkt te bieden."

De in 1986 opgerichte AKO Literatuurprijs blijft met zijn 50.000 euro, samen met de Libris, het paradepaardje van het Nederlandse prijzencircus. Uit de meer dan 400 ingestuurde boeken viste de jury eerst 25 titels naar de Tiplijst. Daarop zeven Vlamingen, waaronder Herman Brusselmans. Maar met een paar pijnlijke omissies, zoals Koen Peeters' Duizend heuvels, Erwin Mortiers Gestameld liedboek en Gerrit Komrijs laatste roman De loopjongen.

Over de zeskoppige shortlist valt minder te mopperen. Met de romans van Peter Terrin, Arnon Grunberg, Anton Valens, Stephan Enter, Elvis Peeters én Mensje van Keulen biedt ze een spannende staalkaart van wat er broeit in de Nederlandse literatuur. En er is een rode draad: alle zes boeken "halen de lezer uit zijn comfort zone". Vorig jaar hing er een wat beduusde stemming na de bekroning van het over het paard getilde De Nederlandse maagd van Marente de Moor. De jury zal zich nu wel behoeden voor een dergelijke misstap.

Meest logische kanshebber is Arnon Grunberg. Met de 'architectenroman' De man zonder ziekte prijkt hij al voor de zes keer op de AKO Toplijst en kan hij voor de derde maal de AKO Literatuurprijs binnenrijven, na bekroningen in 2000 voor Fantoompijn en in 2004 voor De asielzoeker. Toch is De man zonder ziekte bescheidener van opzet. Het juryverslag spreekt over de "onaantastbare positie" van Grunberg in de Nederlandse letteren en "een groots boek". De man zonder ziekte is een sterke Grunberg, maar wel één volgens het boekje. De jury weet wat haar te doen staat als ze voor een vaste waarde gaat.

Topfavoriet

Stephan Enter beleefde met Grip een welverdiende doorbraak, maar op een prestigieuze onderscheiding is het nog wachten. "Zeldzaam diepgravend is deze schitterende roman", meldt het AKO-juryrapport. De loftuitingen over Enters "uiterst precieze, rijke en beeldende taal" zijn bijna homerisch en bestempelen hem tot topfavoriet. In Grip staat de hernieuwde ontmoeting centraal tussen drie veertigers, die tijdens hun studententijd in Noorwegen een bergtocht maakten. Enters statige schriftuur neigt bij momenten naar schoonschrijverij. Niettemin maak je een royale buiging voor het benijdenswaardige vakmanschap van deze coming man van de Nederlandse letteren.

Het boek Ont van Anton Valens heeft in Nederland bergen lof vergaard, maar bij ons moet u het in de boekhandel met een vergrootglas zoeken. Valens schreef een lijvige roman die zich afspeelt in Groningen, waar een paar mannen hun toevlucht zoeken tot een zelfhulpgroep. Valens houdt van een scheut barok en de jury was daar dol op: "De taal speelt zelf een glansrol: haar glibberigheid, haar ontoereikendheid, haar klinkende pracht". Valens komt met deze debuutroman op zijn 48ste volledig tot ontbolstering. Als men onderbelicht talent een duw in de rug wil geven, zal het er dus om spannen tussen Valens en Enter.

In de jaren zeventig was Mensje van Keulen een ster aan het Nederlandse literaire firmament. Nu beleeft ze een revival en rijgt ze de nominaties aan elkaar. Van Keulen zorgt met de roman Liefde heeft geen hersens wel voor suspense. Een weduwe van middelbare leeftijd treft haar bejaarde buurvrouw dood aan en vermoedt dat haar zoon er meer van weet. "Op indrukwekkende wijze doorgrondt Van Keulen de complexe veelzijdigheid van moederliefde", oordeelt de jury. Maar volstaat dat om de AKO-prijs mee te grissen? Erg twijfelachtig.

De ontgoocheling spatte van Peter Terrins gelaat toen hij voor De bewaker in 2010 de Libris Literatuurprijs aan Bernard Dewulf moest laten. Verschroeiende schrijfambitie kenmerkt Terrin. Met zijn zesde roman Post mortem vond Terrin een inventieve én gewaagde manier om te reflecteren over het schrijven, in de figuur van alter ego Emiel Steegman. Tegelijkertijd verwerkte Terrin een persoonlijke problematiek: het herseninfarct van zijn dochtertje. Feit en fictie spelen in Post mortem haasje-over, de roman is een gigantisch spiegelpaleis waarin hij de verwarring ten top drijft. "Het lijkt op een hippe vorm van postmodern vertellen die zijn hoogtepunt achter de rug heeft", staat er in het juryrapport. Post mortem is wellicht iets te hermetisch én complex om alle juryleden te overtuigen. De Morgen-boekenchef én Vlaams jurylid Karl Van den Broeck is echter een Terrinliefhebber. Kan hij genoeg gewicht in de schaal werpen?

Of is Elvis Peeters de ultieme outsider? In ieder geval krijgt zijn uitgepuurde oeuvre steeds meer armslag in Nederland. In Dinsdag blikt een 76-jarige man terug op zijn roerige leven en schuwt daarbij de minder fraaie kantjes niet. Op bedaarde toon worden duistere affaires opgedist uit zijn periode als huurling in Congo. Peeters wil op zijn manier de mensen een geweten schoppen. Het juryrapport verwijst naar Peeters' carrière als rockzanger: "'Dinsdag' is geen conceptalbum en geen hupse meezinger; wel een suggestief vertelde en subtiel gecomponeerde ballade. Een ballade van de beul". Peeters verdient eindelijk een beloning voor het schieten van deze literaire oppergaai.