Direct naar artikelinhoud

Radicale imam mag weer naar zijn gezin

De radicale geestelijke Abu Qatada mag de gevangenis verlaten. Dat heeft een Britse immigratierechtbank bepaald.

Enkele weken geleden hadden Europese rechters beslist dat het Verenigd Koninkrijk deze vermeende terrorist niet aan zijn vaderland mag uitleveren. In afwachting van nieuwe pogingen om hem het land uit te zetten, staat de Jordaniër onder huisarrest.

Naar verwachting kan de 51-jarige zich maandag weer bij zijn vrouw en vijf kinderen voegen. Het gezin Qatada woont in Wembley, een wijk in Noordwest-Londen, en komt rond van de bijstand. De man die door de inlichtingendienst wordt beschouwd als de rechterhand van Bin Laden mag twee uur per dag de deur uit. Daarnaast staat de rechter het toe dat hij zijn jongste kind naar school brengt. Als de minister geen voortgang boekt, bestaat de kans dat de in Bethlehem geboren Qatada binnen twee jaar volkomen vrij zal zijn.

Qatada woont al bijna twintig jaar in de Britse hoofdstad. Hij was het land indertijd als politiek vluchteling, met een vals paspoort, binnengekomen. In 2000 veroordeelde een Jordaanse rechtbank hem bij verstek voor betrokkenheid bij terroristische aanslagen. Vanuit Londen tekende hij hoger beroep aan. Na de aanslagen van 11 september 2001 dook Qatada onder. Een jaar later wist de Britse politie hem te traceren. Bij zijn arrestatie had hij een enveloppe met geld voor de 'moedjahedien in Tsjetsjenië' bij zich. Thuis bleek hij 170.000 pond aan contanten te hebben.

De arrestatie vormde het begin van slepende procedures. In 2005 bepaalde het Hooggerechtshof dat hij kon worden uitgeleverd. Hangende het beroep tegen deze beslissing wist Qatada enkele keren op borg vrij te komen, waarna de Britse staat hem onder huisarrest plaatste. Vorige maand kreeg hij bijval van het Europees Hof, dat vraagtekens plaatste bij belastende verklaringen omdat deze door marteling verkregen zouden zijn. De Britse immigratierechter heeft de minister nu opgedragen om van Jordanië garanties te krijgen dat dit omstreden bewijs niet wordt gebruikt.

Volgens Britse politici zorgt deze Catch 22-situatie ervoor dat de terrorismebestrijding een lachertje dreigt te worden. De prominente sociaaldemocraat Keith Vaz zei 'verbijsterd' te zijn, temeer omdat Qatada in acht landen wordt gezocht wegens terroristische activiteiten. Binnen Conservatieve kringen is de affaire-Qatada een bewijs dat het Verenigd Koninkrijk een eigen Bill of Rights nodig heeft.