Asielcrisis: 7.000 extra plaatsen nodig
Als ons land dit jaar evenveel asielzoekers krijgt als vorig jaar, dan zijn er 7.000 tot 10.000 opvangplaatsen tekort, zo blijkt uit een berekening van Fedasil. Staatssecretaris Maggie De Block (Open Vld) is niet van plan om die extra opvang te creëren.
Fedasil, de organisatie die de opvang van asielzoekers in ons land regelt, maakte eind vorige maand een simulatie. Het uitgangspunt: stel dat het beleid ongewijzigd blijft en de instroom aan asielzoekers te vergelijken valt met die van vorig jaar, hoeveel opvangplaatsen zijn er dan tegen eind 2012 nodig? Het antwoord: minstens 7.000.
Krijgt staatssecretaris Maggie De Block (Open Vld) bij de begrotingscontrole van eind februari geen extra geld los en verdwijnen er eind mei zoals gepland 2.900 plaatsen, dan gaat het zelfs om 10.000 bedden. Allemaal structurele opvang, de noodopvang zoals die van de voorbije weken hoort daar niet bij. Die is namelijk niet alleen op asielzoekers gericht, maar op alle daklozen.
"We hebben het hier enkel en alleen over opvangplaatsen voor asielzoekers die in een lopende procedure zitten", benadrukt Fedasil. "Momenteel hebben we 24.456 plaatsen beschikbaar. Willen we iedereen een bed, bad, brood en begeleiding aanbieden, zoals dat hoort, dan moet er tegen het eind van het jaar bijna een derde opvangplaatsen meer zijn."
Die opvangplaatsen zullen er niet komen, zegt de woordvoerster van staatssecretaris De Block. "Maar het is goed dat dergelijke prognoses gemaakt worden, want dat is net wat we niet willen bereiken. Daarom nemen we maatregelen, zoals het verkorten van de asielprocedure, ontradingscampagnes in de landen van herkomst en het verhogen van de vrijwillige terugkeer. Hopelijk hebben die tegen het einde van het jaar al wat effect."
Groen-senator Freya Piryns kan daar niet mee leven. "De maatregelen die de staatssecretaris voorstelt zijn inderdaad allemaal essentieel, maar om die te kunnen uitvoeren heeft ze wel die extra opvangplaatsen nodig. Hoe ga je mensen aanzetten om terug te keren, wanneer je niet weet waar ze zich bevinden? Wie op straat leeft, kan je geen brief sturen met de vraag om zich te melden. Ik hoop dat ze het lef heeft om ook dat deel van het verhaal te vertellen."